De Nederlandse taal barst van mooie, vreemde, bijzondere en wanstaltige woorden en uitdrukkingen. Elke maand pluist Babel er een uit. Deze maand staat in het teken van de ‘ruttocratie’.
Tekst /// Robin Phoelich Beeld /// Bob Foulidis
De media brengen mij de laatste tijd amper plezier. Neem de polariserende en stereotyperende trend die rondgaat in de media, vooral wanneer het aankomt op het coronavirus en de vaccinatie-discussies. Deze worden echter weer overschaduwd door de steeds afschrikwekkender wordende situatie in Afghanistan en het haast vanzelfsprekende falen van ons demissionaire kabinet. Maar tijdens het doorlezen van deze alarmerende berichtgevingen, die overigens immer lijken te dalen in journalistieke kwaliteit, viel mijn aandacht tot mijn vreugde op de term ‘ruttocratie’ in een opiniestuk
uit de Volkskrant.
Hoe meer ik hierover nadacht, des te meer drong het tot me door dat het hoogtijd is om deze term in te burgeren. De term is niet nieuw, zo werd er twee jaar geleden al gesproken over de ruttocratie in wording. Er is zelfs een hashtag aan gewijd. Op het eerste gezicht lijkt het misschien een enigszins flauwe doch semi-scherpe woordgrap, maar het is zoveel meer dan dat. Hoewel we technisch gezien nog altijd in een
democratische samenleving leven, is een meer genuanceerde blik op de bestuursstijl van Rutte III niet enkel gewenst maar zelfs onmisbaar om de huidige politieke en maatschappelijke situatie te beschrijven. Het begrip ‘democratie’ biedt namelijk niet langer een geheel compleet en passende beschrijving van de huidige situatie. Het kan namelijk zomaar gebeuren dat een kritisch tweede kamerlid, hoe geliefd ook, een functie elders krijgt toegewezen. Ook worden beslissingen in de ruttocratie soms genomen op basis van Mark Rutte’s gevoel, en is de logica of rechtvaardiging tegen de Tweede Kamer ver te zoeken.
Het is onnodig en onmogelijk om hier alle streken van de ruttocratie te beschrijven. Maar opvallend kenmerkend aan de ruttocratie is het standvastige gebrek aan transparantie richting de Tweede Kamer, media en burger. Dit leidt tot een ondemocratisch gegeven; de Tweede Kamer en media functioneren op het
zachtst gezegd niet langer optimaal onder het bewind van Rutte. Het aftreden van het kabinet heeft niet veel verandering gebracht in deze zaak. Veel mensen zijn het
praktisch al vergeten, net zoals de verkiezingen die zijn geweest. Er zijn meer dan genoeg redenen om te spreken van een nieuwe politieke werkelijkheid; de ruttocratie.
Maar wat deze term misschien wel het meest duidelijk maakt, is dat nuanceringen van vitaal belang zijn als we taal willen gebruiken om de werkelijkheid weer te geven. Om de huidige stand van zaken te kunnen beschrijven, beoordelen en bekritiseren is het van belang dat we onze woordkeuzes op orde hebben, anders zou taal nog kunnen maskeren dat fundamentele omstandigheden aan het veranderen zijn. In dit geval kan een begrip zoals de ruttocratie ons doen heroverwegen of onze democratie nog wel zo democratisch is als we gewend waren