Tekst /// Loïs Blank Beeld /// Winonah van den Bosch
‘Ik vind je outfit leuk, ook al begrijp ik het niet helemaal’ en ‘Love the fit, maar ik zou dat zelf nooit dragen’ zijn de complimenten die ik het liefst ontvang over mijn outfits. Niet omdat ik niet wil dat anderen mijn kledingkeuzes overnemen – dat is altijd een groot compliment – maar omdat ik simpelweg altijd de drang heb gehad om op mijn manier anders te zijn. Misschien ben ik nooit uit de puberfase gekomen en ben ik nog steeds te koppig om dit toe te geven – dat zal ik ook niet doen. Nee, mijn drang naar onverwachte combinaties en buiten de lijntjes kleuren komt voort uit mijn mateloze interesse in de dingen die ik zelf niet begrijp. Een vat van tegenstrijdigheden is er een waar ik mijn hoofd eindeloos over kan breken en deze denkwijze pas ik graag toe op mode.
Zo kan ik geen genoeg krijgen van conflicterende kledingregels en de achterliggende redenen van die conflicten. Zo zijn er allerlei regels over kleurencombinaties die niet zouden kunnen. De afgelopen maanden is bijvoorbeeld op TikTok gebleken dat gen z de combinatie marineblauw en zwart afkeurt. Maar blauw en groen blijkt ook enige emotie teweeg te brengen, die wordt verpakt in de slagzin ‘blue and green must never be seen’. Mandy Lee (@oldloserinbrooklyn) maakte over deze ‘regel’ een video waarin ze uitlegt dat deze moderegel wellicht uit de scheepvaart komt: als een groen schip kapseist, zou het moeilijk zichtbaar zijn en dus minder snel gered kunnen worden. De voorgaande regel die deze onhandigheid beschrijft, zou zijn overgewaaid naar de mode-industrie. Een andere theorie is dat groen en blauw te dicht bij elkaar liggen op de kleurencirkel. Deze combinatie is er dan wel weer één die we in de natuur juist heel vaak zien, onnatuurlijk is deze dus zeker niet. Een ander voorbeeld van conflicterende kledingregels is het double denim dilemma: moeten bij het combineren van meerdere denim-items de denimkleuren afwijken of juist hetzelfde zijn? De meningen lijken verdeeld, maar dat maakt ze vaak niet minder fel geformuleerd.
Waar komen deze kledingregels vandaan en waarom vloeken sommige kleuren met elkaar? Is er iets aantrekkelijks aan het onaantrekkelijke? Of ligt het conflict hier tussen wie het simpelweg wel of niet begrijpt? The girls that get it get it, the girls that don’t don’t, toch? Hoewel er ontelbaar veel modeconflicten zijn om uit te kiezen, wil ik er hier naar drie kijken: de avant-garde beweging, de kleurentheorie en de griezelvallei.
Anti-norm tot in de core
Een voor de hand liggend voorbeeld van een tegendraadse beweging is de avant-garde – Frans voor voorhoede – die wordt gekenmerkt door experimenteel, radicaal en in eerste instantie vaak onaanvaardbaar te zijn. De kern hier is dat avant-garde een tegengeluid wil zijn van de mainstream of massacultuur. De filosofie kent ook avant-gardisten. In de hoofden van geesteswetenschapsstudenten gaat er ondertussen wellicht een culture industry-belletje rinkelen van Horkheimer en Adorno, of anders een herinnering aan die keer dat je ‘The Work of Art in the Age of Mechanical Reproduction’ las van Walter Benjamin. Beide werken bespreken de massacultuur uitvoerig en dat deze filosofen als avant-gardisten worden gezien geeft aan dat avant-garde zeker niet enkel een beweging in de mode is. De avant-gardisten zetten zich af van de mainstream in kunst, cultuur en maatschappij en drukken dat afzetten uit in de kunstvorm die hen schikt als artiest.
Een avant-gardist die een trend set is per definitie zelfdestructief; als de trend populair wordt, beweegt de avant-gardist zich richting de mainstream cultuur
Bij avant-gardisten in de mode denk ik direct aan de Antwerpse zes: Dirk Bikkembergs, Ann Demeulemeester, Walter Van Beirendonck, Dries Van Noten, Dirk Van Saene en Marina Yee. Alle leden van dit zestal studeerden af tussen 1980 en 1982 aan de Koninklijke Academie van Schone Kunsten van Antwerpen. In 1986 maakten ze de keuze hun designs samen naar Londen te vervoeren en de rest is geschiedenis. Antwerpen was als modestad op de kaart gezet en deze namen zijn – ondertussen allen solo – nog altijd groot in de modewereld. In diezelfde periode kende Nederland ook een groep avant-gardistische modeontwerpers die de krachten bundelden onder de naam GILL, Fashion Designers from the Kingdom of the Netherlands. Deze groep bestond uit de merken Gletcher, Illustrious Imps, Lola Pagola en Lawina en vormde een beweging uit de Nederlandse modegeschiedenis die mij lange tijd niet bekend was, maar die ik heb leren kennen tijdens mijn bezoek aan Maison Amsterdam in de Nieuwe Kerk afgelopen maart.
Wat maakt avant-garde avant-gardistisch? De term voorhoede suggereert dat avant-gardisten voorlopen op de norm, maar dat is niet helemaal juist. Avant-garde is immuun voor de norm. Avant-gardisten zijn dus absoluut geen trendsetters. Een avant-gardist die een trend set is per definitie zelfdestructief; als de trend populair wordt, beweegt de avant-gardist zich richting de mainstream cultuur. Een consequente avant-gardist, die per ongeluk een trend teweegbrengt, zal het roer dus moeten omgooien of met nieuwe concepten moeten komen om niet te verdwijnen in de massacultuur. Dit klinkt tot nog toe allemaal erg theoretisch.
Hoe kleedt de hedendaagse avant-gardist zich? Ondanks dat dit antwoord niet te vatten is in de huidige trends of moderegels, kunnen er wel overkoepelende kenmerken worden gevonden. Het concept van holisme speelt vaak een rol. De items worden wel apart verkocht, maar het dragen van een zogeheten full look – een volledige outfit van één merk – leidt tot iets dat niet in de losse kledingstukken besloten ligt. De ontwerper probeert een bepaalde esthetiek over te dragen die het duidelijkst naar voren komt in het hele plaatje. Verder is er een focus op volume, dat vaak tot stand komt door het dragen van meerdere lagen kleding en het combineren van verschillende texturen. Ook zijn avant-garde modeshows vaak gevuld met eenkleurige outfits. zwart is daarbij dominant aanwezig, maar aardetinten komen ook regelmatig voor. Bekende avant-garde merken zijn Rick Owens, Maison Margiela, Comme des Garçons en van Nederlandse bodem Viktor & Rolf en Iris van Herpen. De laatstgenoemde is bekend vanwege het gebruik van technologie in haar ontwerpen, onder andere door middel van 3D-printen.
De kleurkracht van de straal
Een andere bron van conflict in kledingkeuzes kan worden gevonden door te kijken naar de eerder genoemde kleurencirkel. Deze cirkel blijkt gepaard te gaan met een heuse kleurentheorie, die vertelt hoe kleuren uit de cirkel gecombineerd kunnen worden. Fun fact: Isaac Newton kwam in het begin van de 18e eeuw met het experiment om een kleurencirkel met de zeven primaire kleuren snel te roteren en zo aan te tonen dat wit licht uit meerdere kleuren bestaat. Deze kleurencirkel kreeg later de pakkende naam Newtonschijf en ondertussen is de cirkel een hulpmiddel om kleurencombinaties te maken. Bij gebruik van de cirkel moet rekening worden gehouden met verschillende ideeën. Ten eerste de kleurenharmonie, die ontstaat als een kleurencombinatie visueel aangenaam is en bestaat uit ofwel complementaire ofwel analoge kleuren: op de cirkel recht door het midden oversteken of één kleur opzij gaan. Ten tweede is er de kleurtemperatuur waarbij warme kleuren geassocieerd worden met daglicht en koude kleuren met kunstmatig licht. Als laatste is er nog kleurcontext, de context waarin de kleurencombinatie zich bevindt. Hier valt bijvoorbeeld de haar- en huidskleur van de drager onder. Al met al bestaat de kleurentheorie dus uit een boel regels en moet je, als je je eraan wilt houden, je hersens flink kraken voordat je het waagt een item uit je garderobe te pakken.
De rabbit hole waar je invalt bij het googelen van kleurenregels is niet als het soepeltjes afglijden van een regenboogglijbaan
Kijken we terug naar het begin van dit essay en de kledingregels die op TikTok bekritiseerd worden, dan blijkt al snel dat gen z de kleurentheorie niet volgt. Het dicht bij elkaar liggen van blauw en groen werd door hen immers gezien als reden waarom deze kleuren niet goed samen zouden gaan, terwijl de kleurentheorie juist stelt dat kleuren die dicht bij elkaar liggen een goede combinatie zijn. Concluderend; de kleurencirkel heeft tot een uitgebreide theorie over moderegels geleid en kan ook echt wel behulpzaam zijn. Pak je een straal van de cirkel, dan vind je hoogstwaarschijnlijk een kleurencombinatie die door de meesten als ‘goed’ of ‘fijn’ worden bestempeld. In die zin kan het een snelle manier zijn om kleurencombinaties te vinden. Ik zou echter niet aanraden te veel hierover op te zoeken. De rabbit hole waar je invalt bij het googelen van kleurenregels is niet als het soepeltjes afglijden van een regenboogglijbaan. De pluriformiteit van regels kan overweldigend zijn en kan zorgen voor besluiteloosheid en het overanalyseren van kledingkeuzes. En laten we eerlijk zijn, mode moet ook iets leuks zijn, iets dat vrij is. Daarnaast heeft gen z ons al laten zien dat de regels van de kleurentheorie ook onder vuur kunnen liggen. Mandy Lee sloot haar video over groen en blauw af met het statement dat kleurencombinaties simpelweg een kwestie van smaak zijn. Het breken van normen en daarmee kleurenregels is daarnaast een beweging die goed in deze tijd past; kleding is niet langer unisex, maar genderloos. Ieder kan dragen wat hij, zij of hen wil dragen en dat hoeft allemaal niet meer binnen vastgestelde regels.
Final destination, de griezelvallei
Een laatste voorbeeld van conflict in de mode is van meer metafysische aard. Het gaat hier om de conflicterende gevoelens die naar boven komen bij het betreden van de griezelvallei – wellicht bekender onder de Engelse naam uncanny valley. De griezelvallei kan als volgt worden gevonden. Bij het maken van een grafiek die vertrouwdheid uitzet tegen menselijke gelijkenis, is het grootste deel van de lijn die het verband tussen beide aangeeft, een stijgende lijn: hoe meer iets gelijkend is aan de mens, hoe meer wij geneigd zijn hier vertrouwd mee te zijn. Een industriële robot voelt minder vertrouwd dan een humanoïde robot en de cyborg – een fysieke samenstelling van mens en machine – ligt daar ergens tussenin. Het interessante aan deze grafiek is dat, voordat de top van de grafiek wordt bereikt (waar de mens zelf geplaatst wordt en waar de mens maximaal vertrouwd mee is) er een diep dal te vinden is. Dit dal, de griezelvallei, is de plek in de grafiek waar de menselijke gelijkenis hoog is, maar de vertrouwdheid juist heel laag. Dat klinkt onlogisch, totdat er voorbeelden worden gegeven. In de griezelvallei bevinden zich zombies en lijken, maar ook humanoïde robots met kunstmatige intelligentie. Zin om de griezelvallei te bezoeken? Ga dan vooral eens naar Madame Tussauds.
Wat we zien is dat menselijke gelijkenis dus een gevoel van ongemak of angst teweeg kan brengen. Nu vraag je je wellicht af wat deze vallei te maken heeft met mode. De griezelvallei kan breder worden opgevat als instrument voor een interessante analyse van de relatie tussen mens en natuur. Als iets op een te natuurlijke manier op een mens lijkt, zonder daadwerkelijk een mens te zijn, kan dit voor ongemak zorgen. En ongemak is zeker een manier om de aandacht te trekken. In de Guccishow van de herfstcollectie van 2018 liep een aantal modellen over de catwalk met replica’s van hun eigen hoofd, een idee dat ontwerper Alessandro Michele onder andere putte uit het essay ‘A Cyborg Manifesto’ van Donna Haraway – een om op je leeslijst te zetten. Een merk dat vaak lichaamsdelen reproduceert in het goud is Schiaparelli. Doordat er vaak per item maar één lichaamsdeel gereproduceerd wordt is de menselijke gelijkenis niet heel groot, maar de gouden tenen op de bekende toe shoes lijken net echt genoeg om toch die ietwat ongemakkelijke allure teweeg te brengen.
Als merken ervoor kiezen technologie te gebruiken om het menselijke na te bootsen, is er altijd het risico om de griezelvallei in de glijden
De griezelvallei is echter niet alleen een manier om de aandacht te grijpen, het is ook iets waar de huidige mode-industrie tegenaan loopt. Er heersen allerlei ideeën over gebruik van virtual reality in de mode en het opbouwen van een meta-modewereld, maar de griezelvallei kan deze ontwikkelingen in de weg staan. Als merken ervoor kiezen technologie te gebruiken om het menselijke na te bootsen, is er altijd het risico om de griezelvallei in te glijden. Ondanks dat dit zal zorgen voor aandacht, is een ongemakkelijk gevoel jegens een product vaak niet de beste verkooptactiek. De griezelvallei blijkt een slippery slope te zijn en hierdoor moeilijk voorspelbaar. Er zijn al verschillende speculaties over hoe de mode-industrie over de griezelvallei heen kan springen en zo technologie succesvol kan integreren in de real life experience. Iets waar de eerder genoemde Iris van Herpen al een tijd mee bezig is.
Dit alles gezegd hebbende wil ik nog eenmaal terugkeren naar TikTok. Enige tijd geleden las ik daar in een comment dat ‘art should comfort the disturbed and disturb the comfortable’. Een zin die mijn obsessie met conflicterende concepten in mode niet beter had kunnen omschrijven. Mijn tips om dit zelf eens te ervaren? Dat blijkt makkelijker dan je wellicht denkt. Knoop je overhemd maar eens expres ongelijk zodat, als iemand het opmerkt, je kunt zeggen dat dat een bewuste keuze was. Je kunt ook je spijkerbroek binnenstebuiten dragen of, zoals een bekende van mij laatst deed, schoenen in twee verschillende kleuren dragen. Een wereld waar veel ongeschreven regels of normen gelden, is er ook een met veel lijntjes om buiten te kleuren.
Een gedachte