Als we de achttiende-eeuwse dokter mogen geloven, is een vrouw zwak op mentaal en fysiek gebied én eerder vatbaar voor mentale kwaaltjes. Ook is ze beïnvloedbaar en altijd schuldig aan iets: of ze is te uitgesproken of te timide. Deze beschrijving klinkt waarschijnlijk veel vrouwen in de eenentwintigste eeuw bekend in de oren. Moeten we ons niet afvragen of er wel iets is veranderd aan de mindset over vrouwen en hun gevoelens, uitingen en mentale gezondheid?
Ken je dat beeld? Tienduizenden voetbalfans – voornamelijk bestaande uit mannen – die hun favoriete team toejuichen en hun tegenstander uitjoelen. Dat het dan gepaard gaat met vernielingen, gevaarlijk vuurwerk en vechtpartijen is uiteraard de schuld van een ‘klein groepje’. Het enthousiasme van deze mannen wordt niet belachelijk gemaakt wegens hun geschreeuw, gejuich of liefde voor hun club. Het wordt juist aangemoedigd: fans als deze worden gezien als fanatiek, maar toch bewonderingswaardig. Hun steun voor hun club, al is het PSV of Ajax, is iets dat de club overeind houdt. Bovendien, als zij veel merchandise kopen – zoals T-shirts, vlaggetjes, of trainingspakken – is dit hoe zij hun liefde voor de club uiten.
Maar wanneer we denken aan fanatieke fans van One Direction, BTS of Justin Bieber – voornamelijk bestaande uit tienermeisjes – denken we aan het stereotiepe beeld van het hysterische gillende meisje dat haar kamer vol posters heeft hangen, alle cd’s van de band heeft en altijd fantaseert over haar favoriete idolen. Zij geven natuurlijk véél te veel geld uit – waar heb je al die merchandise voor nodig? – en reageren veel te overdreven op alles wat hun idolen doen – van het schrijven van fanfiction tot Twittertirades. Deze tienermeisjes zijn, kortom, overdreven en hysterisch.
De fans van deze muzikanten zijn lang niet altijd alleen tienermeisjes. Al doet de maatschappij – en vooral de media – vaak blijken dat het wel zo is. Tot op het punt dat mensen soms niet durven toegeven fan te zijn, uit angst hierom bespot te worden. Waarom inspireren deze fans zulke haatgevoelens? Waarom worden jonge vrouwen bespot, bespuugd en belachelijk gemaakt wegens hetzelfde enthousiasme dat bewonderd en genormaliseerd wordt als het mannen betreft? Om dit te ontdekken, moeten we eerst duiken in de geschiedenis van het beeld van vrouwelijke gevoelens en uitingen – waaronder enthousiasme en melancholie – die gekenmerkt worden door een patriarchale blik.
Die typische vrouwelijke kwaaltjes
Als je ooit het verhaal The Yellow Wallpaper van Charlotte Perkins Gilman hebt gelezen, weet je vast dat het gebaseerd is op de ervaringen van Gilman zelf, die gediagnosticeerd werd door een mannelijke dokter genaamd Silas Weir Mitchell. Hij schreef haar een behandeling van pure rust voor: ze mocht alleen op bed liggen en verder niets doen. Deze behandeling was allesbehalve behulpzaam, want Gilman werd niet serieus genomen; dit terwijl ze leed aan een postnatale depressie. Haar ziekte werd afgedaan als een ‘vrouwelijk kwaaltje’. Dit was normaal in de tijd van Gilman: vrouwen werden gezien als ‘hysterisch’ en ‘nerveus’ van aard, waardoor hun problemen vaak werden gecategoriseerd als typisch voor hun sekse. De mentale gezondheid van vrouwen, net als hun gevoelens en uitingen, waren zaken die mannen definieerden. Hierdoor ontstond er een specifiek beeld over wat gewenst en ongewenst gedrag van vrouwen omvatte.
Dit beeld was niet alleen een manier om ‘vrouwenkwaaltjes’ te categoriseren, maar ook een manier om ongewenst vrouwengedrag in toom te houden. Vrouwen die afweken van de norm – de plichtsgetrouwe, stille echtgenote – werden gestraft. Deze vrouwen werden gezien als ‘hysterisch’, oftewel gek, gestoord, krankzinnig; hoe je het ook wilt noemen. Hysterie werd vaak gerelateerd aan het seksleven van vrouwen, en dan uiteraard aan het ontbreken ervan in een huwelijk. Dit idee ontstond al in de tijden van de Grieken, waar Plato schreef over hysterie alsof het voortkwam uit het feit dat de baarmoeder melancholisch en ongelukkig was wanneer deze niet verenigd werd met ‘het mannelijke’. Zowel Hippocrates als Aristoteles was het met hem eens. Hippocrates was tevens de eerste die gebruikmaakte van de term hysterie; hij geloofde dat de ziekte voortkwam uit de baarmoeder (‘hysteron’). Hysterie werd dus onlosmakelijk verbonden aan vrouwen en specifiek vrouwelijke gevoelens zoals lust of het ontbreken daarvan. Een hysterische vrouw was een ongelukkige vrouw, aldus de man oftewel ‘de expert’.
Buig voor het patriarchaat!
Van de middeleeuwen tot ver in de vroegmoderne tijd werd het als normaal gezien om hysterie tegen te gaan door het onderhouden van een regelmatig seksleven met de echtgenoot. Het ontbreken van een huwelijk werd daarom ook gezien als een van de grootste redenen waarom vrouwen ongelukkig en ziek zouden zijn. Vrouwen die afweken van de norm in de maatschappij, zoals nonnen of weduwen, hadden gegarandeerd last van deze kwalen.
In de achttiende en negentiende eeuw werd hysterie pas gekoppeld aan het brein; dit betekende dat het steeds vaker gezien werd als een psychologische aandoening in plaats van een fysieke. Terugkerend in deze vogelvlucht door de geschiedenis van hysterie, is dat deze zogenaamde ‘vrouwelijke’ aandoening gedefinieerd werd door mannen. Door de diagnose hysterie, maar ook andere diagnoses zoals die van Charlotte Perkins Gilman, werden vrouwen in een hokje geduwd. Deze vrouwen werden een norm opgelegd die ze moesten naleven, anders werden ze afgeschreven en opgesloten in hun eigen huis, of, in het ergste geval, een ‘gekkenhuis’. Dit gebeurde voornamelijk met vrouwen die uitgesproken meningen hadden, en ‘onhandelbaar’ waren in het patriarchaat. In dit laatste geval werden vrouwen gruwelijke behandelingen opgelegd: van schoktherapie tot, in het ergste geval, het verwijderen van de baarmoeder.
Gelukkig zijn deze praktijken anno 2020 niet meer terug te vinden in medische instituties. Het aantal diagnoses nam af in de twintigste eeuw en werd uiteindelijk wetenschappelijk ontkent: hysterie werd uit de medische wereld verbannen. Nieuwe theorieën konden niet goed onderbouwd worden met specifieke symptomen, waardoor hysterie als ziekte zijn geloofwaardigheid verloor. Uiteraard hielp de opkomst van het feminisme tijdens de strijd voor het vrouwenkiesrecht ook bij het ontkrachten van hysterie en de patriarchale manier van diagnosticeren. In 1980 werd de term daarom geclaimd door feministen en geherdefinieerd als een manier voor vroegmoderne vrouwen om te rebelleren tegen het patriarchaat. Feministische historici, zoals Sander L. Gilman en Elaine Showalter, beargumenteren dat hysterie een gevolg is van het onderdrukken van vrouwen en niet veroorzaakt wordt door hun lichaam of geest.

De moderne onderdrukking
Maar hoe zit het dan vandaag de dag met het definiëren van de gevoelens en uitingen van vrouwen? Hoewel hysterie al een tijd in de ban is gedaan en vrouwen op papier evenveel rechten hebben als mannen – behalve gelijk loon, helaas – is het nog steeds zo dat de maatschappij bepaalde stereotypische negatieve kenmerken koppelt aan de vrouw. Huilen is bijvoorbeeld typisch vrouwelijk en als mannen het wagen een traantje te laten, klinkt het: Échte mannen huilen niet. Alleen vrouwen kunnen ‘hysterisch’ doen, door overenthousiast te reageren, te gillen, te schreeuwen of zelfs te huilen. Wanneer dezelfde uitingen door mannen worden uitgevoerd, is het een demonstratie van hun passie. Plotseling is het mooi om te zien hoe deze mannen hun emoties tonen. Hun gejuich bij een goal van hun favoriete voetbalclub, of hun geschreeuw bij het zien van hun favoriete rockband, is volkomen logisch. Het is toch normaal om blij te worden bij het zien van succes? Of bij het zien van iets waar je gelukkig van wordt?
Het is volkomen normaal. Tot een jonge vrouw het doet. Wanneer vrouwen hun enthousiasme uiten voor hun favoriete band of muzikant (uiteraard vaak gelabeld als boyband) – dat is nu eenmaal vaak het geval – worden ze neergezet als domme, hysterische tieners. Kunnen ze niet wat minder hard schreeuwen? Kunnen ze zich eens wat minder overdreven gedragen? Kunnen ze niet gewoon even ‘normaal’ doen? Dit zijn een aantal uitspraken die bijna altijd volgen op een artikel over de fans van bijvoorbeeld BTS. Wanneer deze fans twee dagen lang in de rij staan en blijven kamperen voor hun favoriete band, worden ze weggezet als absurd. Dit terwijl opmerkingen uitblijven wanneer mannen van middelbare leeftijd dagenlang kamperen om The Rolling Stones te zien. Het laat zien dat er een verschil in toon is wanneer we het hebben over mannelijk en vrouwelijk enthousiasme. Vrouwelijk enthousiasme komt veel vaker in een negatief daglicht te staan. Vrouwelijk enthousiasme is een stereotype.
Het eeuwige gevecht van de vrouw
Vrouwen zijn eigenlijk altijd schuldig aan iets. Wanneer ze gillen en huilen van blijdschap zijn ze hysterisch. Wanneer ze stil en bedachtzaam zijn, zijn ze te onderdanig. Wanneer ze hun mening luid verkondigen, zijn ze te assertief of een bitch. Vrouwen kunnen het eigenlijk nooit goed doen. En waarom? Omdat ze vaak veel harder beoordeeld worden dan mannen. Dat is niet alleen te zien in de geschiedenis van de hysterie, maar ook in andere facetten van de maatschappij. Denk maar eens aan Meghan Markle, die door de Britten in de grond werd geboord vanwege haar ‘ongepaste’ gedrag. Dit terwijl prins Harry eigenlijk bekendstaat om zijn buitensporige gedrag, inclusief affaires, kwetsende verkleedpartijtjes en vechtpartijen. Wordt dit hem iedere dag kwalijk genomen? Niet echt. Waar Meghan dagelijks aan de schandpaal werd genageld in de media – en eigenlijk nog steeds – ondervond Harry kortstondige berispingen die daarna weer uit de bladen verdwenen. Zijn gedrag werd minder hard gestraft dan dat van Meghan, en dat terwijl Meghan’s gedrag allesbehalve ongepast was.
Vrouwen hebben door de eeuwen heen vele manieren van onderdrukking moeten ondergaan; voornamelijk door toedoen van mannen. Hoewel het patriarchaat minder voelbaar is dan vroeger en vrouwen meer rechten hebben dan ooit, is het duidelijk dat de strijd voor vrouwen nooit over is. Vrouwen mogen dan ook niet de strijdbijl begraven. Hun gedrag, gevoelens en uitingen worden nog altijd als negatiever gezien en harder bestraft dan die van mannen. Hoewel de ‘vrouwenkwaaltjes’ van vroeger zijn verdwenen, is de mindset over ‘typische’ vrouwelijkheid en alles wat daarbij komt kijken nog steeds hardnekkig aanwezig in onze maatschappij. Gelukkig zijn er heel veel vrouwen én mannen die deze mindset proberen te doorbreken. Zij weten dat er één onontkoombaar gegeven is dat de wereld draaiende houdt: The Future is Female.
Tekst: Elke Cremers // Beeld: Katja Schraag