Een korte geschiedenis van het stadswapen van Amsterdam

Tekst /// Sophie Meijer Beeld /// Alicia Koch


Overal in Amsterdam zijn ze te zien: de drie kruisen die de kern van het stadswapen vormen. Langs de straten staan Amsterdammertjes (paaltjes) met de drie kruisen onder elkaar in reliëf, boven het Centraal Station hangt een schild met het symbool en de gevelsteen van het Amsterdam Museum presenteert het met trots boven de ingang. Sommige Amsterdammers (en niet-Amsterdammers) voelen de liefde voor Mokum zo diep, dat ze de stad met een tatoeage op hun lichaam vereeuwigen. Vooral in het laatste geval vraag ik me altijd af of mensen op de hoogte zijn van de betekenis van de drie kruisen, want wat betekenen ze eigenlijk?


Ik stap naar buiten bij het Centraal Station en kijk omhoog. Dat doe ik normaal niet, maar nu ik weet dat het stadswapen van Amsterdam onderdeel van de gevel is, kijk ik toch even. En inderdaad: boven de hoofdingang hangt in het klein een rood schild met drie witte kruisen. Ik blijf het even staan bewonderen en kijk daarna naar de honderden mensen om mij heen die met mij op het Stationsplein staan. De toeristen verraden zich door de koffers en camera’s die zij bij zich hebben en de reisgidsen met vlaggetjes die hen begeleiden. De trotse Amsterdammers zijn niet minder opvallend: ik zie hier en daar een tatoeage van de drie kruisen op een arm of een been voorbij komen, maar nu in het zwart.

Sommige Amsterdammers (en niet-Amsterdammers) voelen de liefde voor Mokum zo diep, dat ze de stad met een tatoeage op hun lichaam vereeuwigen.


Ik vervolg mijn weg naar de UvA en loop het Damrak op, de brede centrale straat die naar de Dam leidt. Aan de straat zit een aantal souvenirwinkels. Als ik naar binnen kijk bij een van die kleine en overvolle winkeltjes, is een van de eerste dingen die ik zie een muts met een print van, wederom, de drie witte kruisen. Andere winkels en hotels aan de drukke straat hebben het in hun logo verwerkt.

De kruisen zijn onderdeel van het stadswapen en de vlag van de hoofdstad. Alhoewel het wapen meerdere transformaties heeft ondergaan, zijn de drie kruisen altijd onderdeel geweest van het ontwerp. De witte kruisen op een zwarte baan worden centraal op een rood schild gepresenteerd dat door twee staande, gouden leeuwen wordt bewaakt. Onder het schild prijkt een wit lint met de wapenspreuk ‘Heldhaftig Vastberaden Barmhartig’. De kers op de taart is de gouden keizerskroon met rode voering die het schild dekt.

‘Heldhaftig Vastberaden Barmhartig’ 

Om de herkomst van het wapen van Amsterdam te begrijpen zullen we zo’n tweeduizend jaar terug de tijd in moeten: terug naar de tijd van de apostel Andreas. Hij werd in het oude Griekenland gekruisigd, maar weigerde aan een rechtstaand kruis aan zijn einde te komen. Hij wilde niet hetzelfde lot ondergaan als Jezus. Andreas vroeg om een schuinstaand kruis, ofwel: een kruis dat de vorm van een ‘X’ had. Sindsdien worden deze kruisen andreaskruisen genoemd.

Het motto van Amsterdam
Tegenwoordig worden de drie kruisen vaak met het motto van Amsterdam geassocieerd, omdat het allebei in drievoud is. Het motto luidt: ‘Heldhaftig Vastberaden Barmhartig’. Historisch gezien is het motto pas veel later aan het stadswapen toegevoegd, namelijk pas na de Tweede Wereldoorlog. Koningin Wilhelmina was zo onder de indruk van de inzet van de Amsterdammers tijdens de Februaristaking dat ze het devies ‘Heldhaftig Vastberaden Barmhartig’ aan de stad ‘schonk’. Maar, aangezien het vroegst bekende voorkomen van het stadswapen van Amsterdam al in de veertiende eeuw was, is het onwaarschijnlijk dat het motto van Amsterdam iets met de drie kruisen te maken heeft.

Het is duidelijk dat de kruisen in het stadswapen andreaskruisen zijn, maar de betekenis van de kruisen blijft een raadsel. Bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn werd een merktang met het wapen van Amsterdam gevonden. Deze tang komt uit 1350. Dit is, voor zover bekend, de eerste keer dat het huidige stadswapen werd gebruikt. Er zijn meerdere theorieën over wat de betekenis van de drie kruisen op het wapen mogelijk zou kunnen zijn, maar bevestiging is nooit gevonden. Voor nu blijft het daarom bij een aantal theorieën.

De familie Persijn
De eerste theorie verwijst naar de familie Persijn, waarvan in de 13e eeuw een tak de titel ‘heer van Waterland en Amsterdam’ droeg. Rond deze tijd waren veel gebieden rondom Amsterdam in handen van de familie Persijn. Het familiewapen van het geslacht Persijn toont zes horizontale balken, afwisselend blauw en geel. In de gele balken staan respectievelijk vier, drie en twee andreaskruisen gekerfd. De bekendste ridder uit de familie, Jan Persijn, was van 1280 tot 1282 heer van Amsterdam. Zijn broer, Symon Persijn, werd in de tweede helft van de 13e eeuw beleend met het gebied van Bakenes. Het wapen dat hij en zijn nakomelingen voerden, leek op het wapen van de familie Persijn. Het betrof een diagonale schuinbalk met daarop de drie andreaskruisen van Persijn: een wapen dat erg overeenkomt met het wapen van Amsterdam.


Plagen
Men denkt ook wel dat de kruisen staan voor de drie plagen die Amsterdam troffen: de watersnood, een grote brand en de pest. Deze symboliek wordt toegeschreven aan de kleuren van de Amsterdamse vlag die ook op het stadswapen te zien zijn. De drie witte kruisen zouden voor het water staan, het rood voor het vuur en de zwarte balken voor de pest, ook wel de ‘zwarte dood’. De vraag is alleen waarom men deze drie afgrijselijke plagen met trots in het stadswapen zou verwerken of op zijn lichaam zou vereeuwigen.

Oversteekplaatsen
Een derde en laatste bekende theorie over de betekenis van de drie kruisen is dat zij voor de drie oversteekplaatsen staan waar je de rivier de Amstel over kan steken. De zwarte baan achter de drie kruisen wordt als symbool voor de rivier gezien. Deze hypothese over de betekenis van de drie kruisen wordt vaak gedaan omdat meerdere steden die aan de Amstel liggen de zwarte baan in hun wapen verwerkt hebben. Niet geheel onlogisch dus.

Eenmaal aangekomen bij de Oudemanhuispoort – de mooiste locatie van de UvA als je het mij vraagt – heb ik de drie kruisen overal en nergens gezien. Ook de UvA ontkomt niet aan het symbool: het grootste gedeelte van haar logo bestaat uit de drie kruisen. Vorig jaar plaatste ik het nog groot op het voorblad van mijn scriptie. Inmiddels pronkt het (weliswaar iets kleiner) op de Parker balpen die ik (naast mijn diploma) aan de studie en mijn scriptie over heb gehouden.

Kortom: de drie andreaskruisen zijn op talloze plekken in Amsterdam te vinden. Alhoewel er dus een aantal theorieën zijn over wat de drie kruisen kunnen betekenen, is tot op heden geen van die theorieën onomstotelijk bewezen. Dit maakt het feit dat mensen hun trots voor Amsterdam met een tatoeage laten vereeuwigen in mijn optiek alleen maar grappiger. Wat denken zij dat zij op hun arm, been of rug getatoeëerd hebben staan? Een verwijzing naar Ajax misschien? Hoe dan ook, Amsterdam is trots. De mensen zijn trots op de stad en de stad is trots op zichzelf: dat blijkt maar weer. Maar waar men precies trots op is, daar zullen we misschien wel nooit meer achter komen.

Plaats een reactie