Panopticon in the making

Door werkzaamheden aan de trambaan, voel ik mij geoorloofd om een kleine honderd meter op het voetpad te fietsen. Even een zelfverzekerde, neutrale blik opzetten en de mensen geloven wel dat ik in mijn recht sta. Een enkeling kijkt me minachtend aan, maar ook hij weet dat ik mijn koers niet ga veranderen. Een voetpad heeft maar weinig nodig om ontregeld te worden, maar wanneer de grote ontregelaar is vertrokken, herstelt het zich snel weer in zijn oorspronkelijke conditie. 

Terwijl ik me door de voetgangers manoeuvreer, houd ik in mijn linkerhand een Albert Heijn-tas vast. In mijn linkerhand, ja, want mijn rechterhand heb ik nodig om mijn enige rem te kunnen bedienen. De situatie is erop vooruitgaan, want een maand eerder ontbrak de mogelijkheid om te remmen volledig. Ondanks de verwachte moeilijkheden bij het fietsen, ging het eigenlijk buitengewoon goed. Het remmen zag ik steeds meer als iets overbodigs. Als het echt gevaarlijk wordt, dan heeft remmen toch geen zin meer. Hier raakte ik van overtuigd, totdat ik op een haar na geschept werd door een auto van rechts. Dezelfde middag liet ik mijn remmen repareren.  

Na het anarchistische uitstapje onder de voetgangers, herpak ik mezelf als voorbeeldige burger. Soms schiet er nog een adrenalinestoot door mijn lijf, maar de concrete oorzaak hiervan ben ik inmiddels vergeten. Op het fietspad, met mijn medefietsers voor en achter me, kom ik weer tot rust. Met de verkeersregels als uitgangspunt, verplaatsen we ons allemaal naar verschillende bestemmingen. Zo blijven we geduldig wachten bij het stoplicht, net zoals de groep aan de overzijde. Ik kijk tevreden om me heen. Het is vervelend om te wachten, maar zo gaat het nou eenmaal hier. Ik ben trots op mijn land, lange leve burgerlijke gehoorzaamheid! 

Door mijn conventionele gedrag verdwijn ik volledig in de fietsende massa. Toch was er volgens de politieagente een reden om mij eruit te pikken. Voordat ik serieus doorhad dat ik was aangehouden, stond ik daar naast de agente, het gesprek was al aardig op gang. 

Nog nooit heb ik serieus nagedacht over fietsverlichting, maar nu, met een boete van 55 euro in het vooruitzicht, moest ik wel. In de periode voor de aanhouding was ik nauwelijks op mijn hoede wanneer ik onverlicht de nacht in fietste. Dit onbezorgde gevoel is flink aangetast. De macht van de politie is doorgesijpeld in mijn bewustzijn en doet voortaan automatisch zijn werk. 

Wat ik ook zeg of doe, het kan de agente vrij weinig schelen, de boete komt toch wel. In mijn gezichtsveld zie ik een groepje mensen voorbijfietsen, waarvan de helft geen licht heeft. De politieagente negeert ze volkomen. Niet eens een belerend vingertje of een afkeurende blik. De onverlichte fietsers kijken me met hun onbezonnen blikken aan. Ze stralen iets onaantastbaars uit, alsof ze me willen vertellen dat zij wel door iets beschermd worden, maar ik, door het ontbreken van deze bescherming, terecht wordt gestraft.

Tekst: Vincent Kupers // Beeld: Tessel Wisman

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s