Thuis kan je in de lampen hangen

Tekst /// Sophie Meijer Beeld /// Bert Slenders

Toen ik verhuisde naar Amsterdam, moest ik mij opnieuw thuis leren voelen in mijn stulpje in de hoofdstad. Voor mij was het wonen bij mijn ouders thuis altijd heel comfortabel en ik verbond het gevoel van mezelf thuis voelen altijd aan mijn gezin en aan het dorp waar ik ben opgegroeid. Inmiddels voel ik mij, na zes maanden in Amsterdam gewoond te hebben, ook thuis in de stad. Jezelf thuis voelen is echter voor iedereen verschillend, en hoeft niet af te hangen van een plek. Ik vroeg zeven mensen waar zij het gevoel van ‘thuis’ aan verbinden. 

Ayda, 26

Het onderwerp ‘jezelf thuis voelen’ heeft mij beziggehouden vanaf het moment dat ik mij besefte dat ik dit het eigenlijk nog nooit compleet heb ervaren. Ik woon als 26-jarige student bij mijn tweede generatie Marokkaanse ouders. Mijn ouders zijn gelovig, mijn vader strenger dan mijn moeder. Dat betekent dat ik als meisje vroeger veel (naar mijn idee) onnodige regels op moest volgen. Ik kreeg bijvoorbeeld altijd commentaar, als kind en als vrouw, op de hoeveelheid huid die ik liet zien, maar ook op het feit dat ik direct ben als het aankomt op onderwerpen die zich binnen de taboesfeer bevinden. 

Voor mij is deze dagelijkse terugkeer van oordeel en begrenzing iets wat plekken buiten mijn ouderlijk huis vaak een fijnere plek maakt om mezelf te zijn en mezelf te uiten. Mijn ouders en de culturele regels waarmee ik ben opgegroeid, menen dat deze begrenzingen mij zouden beschermen tegen de buitenwereld, maar ik heb vaker bescherming in de buitenwereld gezocht voor mijn ‘thuis’. Ik definieer ‘thuis’ daarom vooral als een plek waar ik veiligheid ervaar om mezelf te kunnen zijn, vrij te kunnen vertellen hoe ik me voel zonder geridiculiseerd te worden en me te kunnen kleden zonder dat mijn lijf geseksualiseerd wordt. ‘Thuis’ is voor mij ook een plek waar ik de deur kan sluiten voor alles en iedereen zonder gestoord te worden en mezelf op te kunnen laden. Helaas is dat nu nog niet het geval, maar op een dag als ik mijn eigen huis heb hopelijk wel.

Voor mij is deze dagelijkse terugkeer van oordeel en begrenzing iets wat plekken buiten mijn ouderlijk huis vaak een fijnere plek maakt om mezelf te zijn en mezelf te uiten

Bij Marokkaanse meisjes die dezelfde ervaringen hebben als ik en die zonder uitleg snappen hoe ik mij voel, voel ik mij ook thuis. Dit zijn meisjes die zich uit hun religieuze opvoeding hebben kunnen vechten en nu alles durven te bekritiseren wat hen is aangeleerd. Dit zijn vrouwen die zich de mond niet laten snoeren en die het gedrag van bepaalde mannen uit onze cultuur openlijk durven te bekritiseren. 

Ik voel mij ook thuis bij Marokkaanse mannen die weten wat Marokkaanse vrouwen te verduren krijgen en die plaatsvervangende schaamte voelen voor de manier waarop hun broers, vaders en ooms met ons omgaan. Dit zijn mannen die hun eigen imago riskeren en hun kennis en welbespraaktheid gebruiken om voor ons op te komen. Ik noem ze graag ‘klasseverraders’. Ik ben blij dat ik een paar van dit soort mannen tot mijn vrienden mag rekenen. 

Mees, 26

Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik dertien was. Tot dat moment woonden wij met zijn vieren: mijn ouders, mijn jongere broertje en ik. Voor zover ik nu nog weet, voelde dat huis als thuis. Wanneer ik het woord ‘thuis’ hoorde, dacht ik aan het witte huis in Heiloo. Na de scheiding bleef mijn moeder in eerste instantie in mijn ouderlijk huis wonen, maar daarna zijn allebei mijn ouders meerdere keren verhuisd. ‘Thuis’ veranderde van een plek waar ik áltijd was naar een plek waar ik sóms was en waar vaak spanning in de lucht hing. Mijn beeld van waar ik mij thuis voel is daarom in mijn tienerjaren enorm veranderd.

Nu beschouw ik thuis als een plek die je zelf creëert; een plek waar je je op je gemak voelt en de ruimte hebt om jezelf te zijn. Door mijn ervaringen van vroeger heb ik geleerd dat thuis voor mij ervaringen en herinneringen zijn die mij gevormd hebben. Ook geven ze mij ideeën over hoe ik in de toekomst een ‘thuis’ wil creëren. In mijn toekomstige thuis horen mensen om mij heen waar ik veel energie van krijg, maar ook aan wie ik mijn energie wil geven. Ik voel mij thuis bij mensen met wie lachen en humor een groot deel van de interactie is, maar met wie ik ook kan praten over serieuze onderwerpen en problemen zonder confrontatie.

Ik voel mij ook heel erg thuis in mijn vaste routines, omdat ik dan handelingen uit kan voeren zonder al te veel na te hoeven denken. Dit creëert een gevoel van rust en dit geeft mij vrijheid om met mijn hoofd ergens anders te zijn. Zo is mijn warming-up voor mijn honkbalwedstrijden, die altijd een uur duurt, elke keer tot in de details exact hetzelfde. Ik heb het idee dat deze routines mij kleine beetjes zelfverzekerdheid en rust geven. Misschien is ‘thuis’ voor mij wel een ander woord voor de combinatie van zelfverzekerdheid, vrijheid en rust. Als je je thuis voelt bij jezelf, dan kan je dat gevoel in elke omgeving uiten en die omgeving jouw thuis maken. 

Misschien is ‘thuis’ voor mij wel een ander woord voor de combinatie van zelfverzekerdheid, vrijheid en rust

Isabella, 19

Toen mijn ouders gingen scheiden, voelde ik mij nergens thuis: niet in het huis waar ik ben opgegroeid en ook niet in het nieuwe huis van mijn moeder. Ik ging elke week heen en weer met mijn spullen en soms bleef ik zelfs drie weken bij mijn moeder en zag ik mijn vader niet. Ik kon mij niet settelen en ik kon niet echt mijn eigen plekje vinden. Het huis waar ik ben opgegroeid was niet meer hetzelfde, omdat mijn moeder daar niet meer woonde. Bij mijn moeder waren mijn vader, broers en zus er niet, dus ik voelde mij nergens goed en ik had op geen enkele plaats echt een thuisgevoel. Dat vond ik zelf heel frustrerend en dat deed mij erg veel verdriet. Bovendien begrepen mijn vriendinnen mij niet en ik kon niet bij hen terecht. Op mijn negentiende ging ik op mezelf wonen en ik heb mij nergens méér thuis gevoeld dan in mijn eigen appartementje dat naar mijn smaak is ingericht en waar mijn spullen staan. Ook al ben ik alleen, het voelt heel fijn om mijn eigen plek te hebben! Door het heft in eigen handen te nemen, kun je je dus ook ergens thuis voelen.

Alyssia, 24

Oorspronkelijk kom ik uit Lisse, een dorp in het hartje van de bollenstreek. Hoewel ik daar ben opgegroeid, heb ik me daar nooit thuis gevoeld. Iedereen kent elkaar en praat massaal over elkaar – niets blijft onopgemerkt. Daar kreeg ik het als jongvolwassene hartstikke benauwd van. De dag na mijn achttiende verjaardag kreeg ik het verlossende telefoontje: ik had mijn eerste huis in Amsterdam bemachtigd. Inmiddels ben ik vijf huizen verder en heb ik, in ieder geval voor de komende paar jaar, mijn thuis gevonden. 

Thuis is een plek waar ik met mijn kat en vriend op de bank lig te snurken, of juist in de (zelf opgehangen!) lampen hang met mijn beste vriendinnen

Voor mij is ‘thuis’ mijn eigen kleine stukje stad, waar ik zo de drukte inloop of er juist vanuit mijn veilige bubbel op neerkijk. Thuis is een plek waar ik met mijn kat en vriend op de bank lig te snurken, of juist in de (zelf opgehangen!) lampen hang met mijn beste vriendinnen. Thuis heb ik alles wat ik nodig heb op loop- of fietsafstand: mijn zussen, sportschool en favoriete pastarestaurant. Tuurlijk, ik begrijp de allure van grote buurtborrels, brede voetpaden en een extra slaapkamer in een vrijstaand huis. Toch voel ik me nergens zo thuis als in ‘mijn’ anonieme stukje stad.

Ruben, 31

Na mijn studie in Delft, stond ik zoals vrijwel iedere afgestudeerde voor de vraag: wat nu? Als student stedenbouw in Delft was Rotterdam een voor de hand liggende keuze. Er zijn in Rotterdam veel ontwerpbureaus gevestigd en de stad bood het stedelijke leven waar ik naar op zoek was. Mijn toenmalige partner dacht er hetzelfde over. Enkele studievrienden woonden al in Rotterdam en er zouden er waarschijnlijk nog flink wat volgen.

Na enkele maanden te hebben gesolliciteerd, vond ik een baan in Rotterdam. Ook vond ik een woning: het was klein en had een grauw uitzicht, maar binnen een jaar kon ik gelukkig doorverhuizen naar een heerlijk appartement waar ik tot vandaag met veel plezier woon. Ik heb elke voorziening die ik ooit nodig zou hebben binnen handbereik. De diversiteit van de mensen in Rotterdam maakt dat iedereen die pas net in de stad woont zichzelf Rotterdammer kan noemen. Kortom: alle voorwaarden om je thuis te voelen, zou je zeggen.

Als mij echter wordt gevraagd of ik mij thuis voel in Rotterdam, dan antwoord ik toch niet volmondig ja. Een fijn huis, een leuke baan en voorzieningen in de buurt zijn blijkbaar niet genoeg om jezelf ergens thuis te voelen. Voor een belangrijk deel zijn het de mensen die je aan een plek binden. Mijn relatie ging uit en drie goede vrienden verhuisden weg uit Rotterdam. ‘Vrienden van vroeger’ vinden Rotterdam vaak te ver. In tegenstelling tot het studentenleven, leidt het werkende leven minder vanzelfsprekend tot het maken van nieuwe vrienden. Daarnaast besteed ik een aanzienlijk deel van mijn vrije tijd aan een teamsport in een andere stad. Misschien maakt het missen van iemand met wie je op vrijdagavond spontaan even naar de kroeg kunt gaan wel dat ik me toch niet echt kan wortelen in Rotterdam. 

Rosanne, 22

Thuis is voor mij een vertrouwde omgeving, waar ik mezelf kan zijn en waar ik me op mijn gemak voel met vertrouwde mensen om mij heen, bijvoorbeeld in de buurt van mijn familie en mijn vriend. Zij geven mij een veilig gevoel en daardoor kan ik mezelf zijn. Daarnaast voel ik me ook erg thuis op mijn werk. Ik breng hier veel tijd door met hele lieve collega’s. Ik ben gezegend met heel veel lieve en fijne mensen om mij heen die mij een echt thuisgevoel geven. Dat koester ik heel erg! Ik kan me eigenlijk snel ergens thuis voelen, omdat ik van mezelf weet dat ik mij goed kan aanpassen aan de mensen met wie en de omgeving waar ik ben. Dat betekent dan ook dat ik me op mijn gemak voel. Ik vind het ook belangrijk dat anderen zich thuis voelen bij mij in de buurt.

Rebecca, 23

Jezelf ‘thuis’ voelen, houdt voor mij echt een gevoel in. Thuis ben ik bij de mensen die van mij houden en bij wie ik mezelf kan zijn. Thuis ben ik veilig; eigenlijk zou iedereen een thuis moeten hebben. Thuis is voor mij niet altijd een plek. Toen ik na lang zoeken eindelijk een huis had gevonden in Amsterdam, heb ik er twee maanden over gedaan om daadwerkelijk te verhuizen. Ik wilde al zo lang in Amsterdam en op mezelf wonen, maar iets hield mij tegen. De eerste periode had ik enorme heimwee en gebruikte ik vaak excuses om terug te gaan naar mijn ouders. Als ik dan weer terug moest naar Amsterdam, had ik het daar ontzettend zwaar mee. Het appartement in Amsterdam was slechts mijn huis, niet mijn thuis. Ik ging dan ook weer met plezier terug naar mijn ouders toen mijn contract afliep. 

Het appartement in Amsterdam was slechts mijn huis, niet mijn thuis

Mijn ouders verhuisden uiteindelijk naar een nieuwbouwhuis. Dat ‘thuis’ voor mij meer een gevoel dan een plek is, werd op dat moment nog duidelijker. Mijn moeder vroeg mij of ik het niet vervelend vond om te verhuizen, want we zouden het huis waar ik heel mijn leven had gewoond en veel herinneringen aan had, achterlaten. Ik heb daar mijn eerste stapjes gezet, ik ben daar meer dan eens van de trap gevallen en de woonkamer was mijn toneelvloer. Toch heb ik sinds de verhuizing niet een keer terug verlangd naar dat oude huis. Het was namelijk nooit het huis, maar de mensen in dat huis die het een ‘thuis’ maakten. Dit gevoel van mij thuis voelen geeft mij energie: het zijn de mensen bij wie ik mij mentaal en fysiek kan opladen. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s