Tekst /// Afra van Ooijen Beeld /// Imke Chatrou
Als ik tegenwoordig iemand in Amsterdam complimenteer op zijn of haar outfit is de kans groot dat ik een reactie krijg in de richting van ‘Thanks, de helft is vintage’. Waar we in de 00s vooral voor het idee naar de Episode gingen om hoogstens met een afgeknipte Levi’s naar buiten te lopen, lijkt vintage nu onmisbaar in onze kledingkasten. Waar tweedehands kleding oorspronkelijk gekocht werd door mensen die het zich niet konden veroorloven om nieuwe itemste kopen, lijkt het tegenwoordig in toenemende mate een luxeartikel voor de havermelkelite.
Volgens Vogue, Harpers Bazaar, de BBC, en Forbes heeft de pandemie samen met de toenemende angst voor de klimaatcrisis gezorgd voor een mentaliteitsverandering in ons consumentengedrag. Die mentaliteitsverandering uit zich in de manier waarop we inrichting willen geven aan onze kledingkasten. Vroeg in de pandemie daalden inkomsten in de mode-industrie met een record-percentage van 79% terwijl er tegelijkertijd dat jaar werd voorspeld dat de tweedehands kledingmarkt verder zou groeien met 69% in 2021. Waar ‘tweedehands kleding’ voorheen vooral werd gezien als een beetje schmutzig en sloeberig, is het inmiddels door Gen Z omgedoopt tot het beter klinkende ‘vintage’. Vintage geeft je de mogelijkheid om jezelf te onderscheiden van de meute, want vintage items zijn zo veel unieker ten opzichte van die ene Zara-jurk waar duizenden je al in voor zijn geweest met hun aankoop. Het is inmiddels een sport geworden om als een speld in een hooiberg speciale kleding en accessoires te vinden. Het vinden van zo’n vintage pareltje kan je het gevoel geven van een soort sugar rush. Ja, ik ken dit gevoel maar al te goed.
Waar ‘tweedehands kleding’ voorheen vooral werd gezien als een beetje schmutzig en sloeberig, is het inmiddels door Gen Z omgedoopt tot het beter klinkende ‘vintage’
Harpers Bazaar benadrukte in 2021 dat de groeiende vraag naar vintage kleding er inmiddels voor heeft gezorgd dat het kopen van tweedehands voor een prikkie steeds meer verleden tijd lijkt. Goede kwaliteit vintage kleding is nu soms zelfs duurder dan nieuwe items bij plekken als de Kalverstraat. Er wordt daardoor langzamerhand gesproken van de gentrificatie van de tweedehands kledingmarkt, waardoor mensen met lage inkomens steeds meer genoodzaakt zijn om hun kleding te kopen bij grote vervuilende ketens die hun werknemers doorgaans slecht behandelen, zoals Primark, H&M en Shein.
Initiatieven als Vinted zouden een oplossing bieden om deze opgezweepte prijzen van de tweedehandswinkels te kunnen omzeilen. Iedereen die het verlangen heeft om ruimte in zijn of haar kast te maken of deze juist op te vullen kan namelijk op dit online platform terecht om spullen te kopen en verkopen. Alhoewel op Vinted nog genoeg goedkope troep te vinden is, verkoopt de gemiddelde verkoper hun afgedragen Nikes alsnog liever niet onder de twintig euro. Dan heb ik het nog niet over het groeiend aantal vintage winkels die als paddenstoelen uit de grond schieten die enkel gespecialiseerd zijn in luxeartikelen. In deze vintage boutiques leg je voor een tweedehands merktasje, -schoenen of -lingerieset alsnog honderden euro’s neer. Nog opmerkelijker is misschien wel het feit dat zelfs grote ketens zoals Zalando tegenwoordig een tweedehands afdeling hebben, of modehuizen zoals Gucci hun archief aan kleding verkopen voor bizarre prijzen onder het mom van exclusiviteit. Misschien is gentrificatie inmiddels een understatement voor de vintage-markt en kunnen we beter spreken van een fenomeen dat vergelijkbaar is met de tulpenmanie uit de Gouden Eeuw. Bij de tulpenmanie ontstond volgens historici door een waanzinnige vraag naar tulpen de eerste economische bubbel waarbij speculanten meer geld durfden neer te leggen voor een aantal tulpenbollen dan voor een rij grachtenpanden in Amsterdam. Overdrijven is ook een vak, maar toen ik laatst vijftig euro betaalde voor een vintage trui waar twee weken later al gaten in zaten begon ik me toch wel af te vragen waar ik precies mee bezig was.
Misschien is gentrificatie inmiddels een understatement voor de vintage markt en kunnen we beter spreken van een fenomeen dat vergelijkbaar is met de tulpenmanie uit de Gouden Eeuw
Dat Gen Z vintage prefereert ten opzichte van gloednieuwe kleding heeft niet alleen te maken met het ijdele verlangen om uniek te zijn, maar komt ook voort uit een nobeler streven. Een reportage uit 2021 van de BBC benadrukt hoe de nieuwe generatie bewuster omgaat met consumeren. De mode-industrie is een van de meest vervuilende industrieën op aarde, en laat het nou het kopen van vintage zijn dat een steentje zou kunnen bijdragen aan een minder vervuilende toekomst. Toch omvatten tweedehands kloffies ook een tegenstrijdigheid die gelegen is in het discutabele duurzame imago. De Correspondent deed in 2019 al onderzoek naar de tweedehandskledingmarkt en hieruit kwam naar voren dat de vintage consument zich over het algemeen veel minder schuldig voelt over zijn of haar aankoop, maar dat het nog maar de vraag is hoe eco-vriendelijk deze kleding nu eigenlijk is.
Is het echt duurzamer om een kast vol te hebben met amper gedragen tweedehands kleding die een extra reis hebben gemaakt en vaak alsnog afkomstig zijn van fast-fashion ketens, in plaats van een kleinere kast met duurzaam geproduceerde of zelfgemaakte nieuwe items die worden afgedragen tot het bittere einde? Ik zie veel gebruikers op Vinted ongedragen Zara- en Mango-items aan de lopende band doorverkopen. Dat houdt de vraag in stand, het zorgt ervoor dat het product een extra reis aflegt en draagt dus niet bij aan een meer bewuste omgang met consumeren. Nu is dit natuurlijk niet de manier waarop de gemiddelde vintage-liefhebber te werk gaat. Echte tweedehandskleding laat wel degelijk een kleinere voetafdruk achter dan fast fashion en is daarmee sowieso een betere keuze, maar het zou geen vrijkaart moeten zijn om dubbel zo veel te consumeren.
Dat de toenemende vraag naar tweedehands kleding voortkomt uit een bewustzijn dat er iets aan ons gedrag als consument moet veranderen is natuurlijk in de eerste plaats alleen maar positief. Toch zou het geen reden moeten zijn om zonder schuldgevoel evenveel of zelfs meer kleding te kopen. Uiteindelijk moeten we toch echt met zijn allen bewuster omgaan met consumeren. Dit geldt niet alleen voor kleding, maar ook voor reizen, de voeding die we kiezen en hoe gemakkelijk we de verwarming omhoog besluiten te gooien of eens lekker lang te douchen. Maar belangrijker nog dan onze burgerlijke verantwoordelijkheid in dit systeem is verandering op hoog niveau. De manier waarop het voor mensen met lage inkomens moeilijk is om duurzame kleding te kopen doet denken aan een soortgelijk fenomeen: de voedingconsumptie van deze demografische groep. Vaak zijn mensen die het minder breed hebben uiteindelijk goedkoper uit om aan hun nodige calorieën te komen door bij McDonald’s te eten, omdat gezond en biologisch eten simpelweg te duur is geworden. Het raakt dan ook een veel bredere problematiek van zowel toenemende economische ongelijkheid, alsook een verrot systeem dat gebouwd is op snelle winst over de rug van onze planeet.