Paarden, fabels en privilegefilosofen: de mens in het economisch denken van de Oudheid

Tekst /// Kevin Hoogeveen Beeld /// Fieke de Groot

Welke mensbeelden liggen aan economisch denken in de Oudheid ten grondslag? Welke ideeën over rijkdom, armoede en omgang met de wereld om ons heen vinden we in de Klassieken? In een tijd waarin we tegen de grenzen van de economische groei lijken aan te lopen, kan het geen kwaad te reflecteren op ons eigen economisch denken. Gedachten uit andere tijden en plaatsen kunnen ons bij een dergelijke herbezinning inspireren. Dr. Tazuko van Berkel van de Universiteit Leiden leidt een onderzoeksproject naar de geschiedenis van economisch denken in de Oudheid. Kevin sprak haar hierover.

Laten we met een algemene vraag beginnen: waarop focust het onderzoek?

Mijn collega’s en ik onderzoeken ideeën over economie en de manier waarop zij vorm krijgen. Wat ons onderzoek onderscheidt van andere is de bijzondere aandacht die wij hebben voor de mensbeelden in deze ideeën. Economie gaat namelijk niet alleen over spullen of over de relaties tussen spullen, maar ook over mensen, de relaties tussen mensen en de manieren waarop mensen zich tot spullen verhouden – economisch denken gaat daarmee dus per definitie ook over mensbeelden. Het ‘economisch denken’ zelf vliegen we ook breed aan. In welke kennisvormen treffen we ideeën over de economie aan? Hebben we het dan over ‘wetenschappelijke’ ideeën of over algemene wijsheden? Is de kennis anekdotisch, beschrijvend of normatief?

Hoe doe je onderzoek naar die niet-wetenschappelijke kennis en algemene wijsheden?

Door niet louter filosofische, maar ook andere soorten teksten te lezen zoals fabels en gnomai, spreuken of spreekwoorden. Verschillende soorten teksten herbergen verschillende soorten kennis. We hebben het hier dan over Ersatz, folk of airport economics, oftewel: alledaags economisch denken van een doorsnee mens. Een hedendaags voorbeeld hiervan is de uitspraak: ‘dan ben je een dief van je eigen portemonnee’. In deze ene zin zit al een bepaald mensbeeld vervat: dat we natuurlijk allemaal optimaliserende wezens zijn en dat deze vorm van slimheid de enige is die er toe doet bij het maken van een bepaalde beslissing.

Veel filosofische teksten uit de Oudheid vinden dit mensbeeld, de antieke tegenhanger van de homo economicus, vulgair en oppervlakkig. De auteurs van deze teksten kijken neer op deze platte homo economicus en vinden dat een mens meer is dan een optimaliseringsmachine, dat er hogere doelen in het leven zijn dan alleen maar meer consumptie, meer bezit enzovoorts. In die traktaten vinden we echter een privilegefilosofie van een selecte groep mannen die het zich kon veroorloven bepaalde vragen en eisen te stellen. In fabels komen we een andere vorm van kennis tegen. De dieren symboliseren mensen en de fabelwereld is er altijd een van winnaars en verliezers. De verhalen gaan over hoe je structuren niet kunt veranderen, maar wel kunt overleven. Zo is een leeuw altijd sterker dan een haas, maar kan de haas de leeuw te slim af zijn. In de wereld van de fabels is de optimaliserende slimheid waar de filosofen zich tegen afzetten wél de hoogste vorm van rationaliteit.

Geeft dit onderzoek dan een ‘echter’ beeld van economisch denken in de Oudheid?

Het onderzoek is kaleidoscopisch, integraal. De ene kennisvorm is niet beter of echter dan de andere. Ze worden op verschillende manieren ingezet. Filosofische analyse van het goede leven is een andere context voor economisch denken dan het nemen van economische beslissingen in de volksvergadering en dat zie je aan het soort kennis dat naar voren komt. In een democratische stadsstaat had iedere burger recht van spreken. Om je punt kracht bij te zetten kon je een fabel of oneliner gebruiken. Zo’n oneliner of gnomê grabbelde je dan uit een ton ‘gnomologische’ kennis, een vat economische kennis die niet per se een coherent, systematisch geheel vormde. In zo’n alledaagse besliscontext zie je dat economische kennis veel minder coherent of één geheel is. 

Welke positie neemt het individu in antieke economische theorie in?

Xenofon, een van Sokrates’ leerlingen, heeft de Oikonomikos geschreven over het beheer van huis en (land)goed. De basis-unit in economisch denken in de Klassieke Periode, de vijfde en vierde eeuw v.Chr., is de oikos, het huishouden. Dit moet blijven voortbestaan. In de hellenistische periode, ongeveer de eerste drie eeuwen v.Chr., zien we overigens ook al de contouren van het individu als economische basiseenheid bij bijvoorbeeld Epicurus. Tot iemands oikos behoren niet alleen mensen. Al je bezittingen, van je schuur tot je schaap tot je groentetuin vormen samen een eenheid. 

Kan dit oikos-denken een inspiratiebron zijn voor vernieuwend economisch denken dat de relatie tussen mensen en hun omgeving herdenkt?

Xenofons traktaat kan hier zeker een impuls geven. Eerst even over die nieuwe vormen van economisch denken: er zijn grofweg twee smaken. De environmental economics streven ernaar kosten die nu niet zichtbaar zijn in economische modellen en analyses zichtbaar te maken. Denk hierbij aan de ecologische prijs van bijvoorbeeld een vliegreis. Environmental economics probeert dus het milieu en duurzaamheidsoverwegingen te incorporeren in het standaardeconomische model. De ecologische economie breekt met dit standaardmodel en zoekt juist naar nieuwe manieren om te praten en te denken over de verhouding mens-natuur. 

Alles staat of valt met je bekwaamheid om alles om je heen op de juiste manier te gebruiken, aldus Xenofon

Nu staat de mens vaak buiten de natuur; de natuur is alles dat niet menselijk is. Je kunt dit een Kantiaanse split ontology noemen, een gescheiden zijn van subject en object met de mens als ongenaakbaar subject en de rest als object. Xenofon schrijft vanuit een heel ander wereldbeeld. Op het eerste gezicht lijkt zijn standpunt wat vreemd. Dit is in het kort: alles staat of valt met je bekwaamheid om alles om je heen, inclusief mensen, op de juiste manier te gebruiken. Vanuit de split ontology bezien is dit wat bevreemdend. Alles als gebruiksvoorwerp zien leidt toch juist tot exploitatie? We moeten ons er hier van bewust zijn dat Xenofons ‘gebruiken’ iets anders betekent dan het onze. Hij illustreert zijn denken zelf aan de hand van een paard. Wie een paard bezit, kan hier als goed beheerder niet zomaar lukraak mee doen wat hij wil. Als je een paard hebt, moet je er op kunnen rijden. Het paard heeft affordances; het nodigt uit tot een bepaald gebruik. De wereld om je heen ‘goed gebruiken’ betekent dan dat je erop afgestemd moet zijn: jij beweegt ook mee in dit verhaal. Zo is het ook onethisch land uit te putten om er een maximale oogst (en daarmee winst) uit te halen. Een goed ‘gebruik’ impliceert voor Xenofon rekening houden met de affordances en, zo je wil, intrinsieke waarde, van dat wat je gebruikt, in plaats van alleen je eigen doelstelling.

De wereld om je heen ‘goed gebruiken’ betekent dan dat je erop afgestemd moet zijn: jij beweegt ook mee in dit verhaal

Wanneer je over paardenbeheer kunt praten, ben je best een geprivilegieerde denker, toch?

Mijn antwoord op deze vraag is tweeledig. Aan de ene kant is dit concept van ‘goed gebruik’ typisch voor Xenofon. Hij maakt het tot de kern van zijn traktaat. Aan de andere kant zit de betekenis ook vervat in het werkwoord dat hij hanteert voor ‘gebruiken’: chrêsthai. Je kunt je omgeving pas op een juiste manier gebruiken als je erop afgestemd bent. Dit tweede raakt aan een andere moeilijkheid, namelijk de vraag of je uit Xenofons gebruik van het woord een algemeen geldende betekenis kunt extrapoleren. Uiteindelijk komen we terecht in het grote debat over of de Klassieken economische rationaliteit kenden zoals wij die kennen: je middelen zo inzetten om een maximale winst te behalen. Moses Finley, die de economische geschiedenis van de Oudheid in de vorige eeuw op de kaart zette, dacht van niet. Uit recenter onderzoek is echter wel gebleken dat er een zekere mate van bedrijfsvoering bestond. Rationaliteit en risicocalculatie waren ook de Ouden niet vreemd. Je zou Xenofon dan kunnen zien als outsider, iemand die het instrumentalistische denken probeerde te verruimen, of zich ertegen verzette. 

Zou je, om bij dat paard te blijven, kunnen stellen dat het economische denken in de Oudheid, door een grotere (premoderne) afhankelijkheid van de natuur, meer uitgaat van een ‘man with nature’- dan van een ‘man against nature’-situatie?

Je moet eigenlijk de grondhouding van mensen in de Oudheid geheel anders conceptualiseren. Als we in zevenmijlslaarzen door de geschiedenis gaan, kunnen we stellen dat in de achttiende en negentiende eeuw de opvatting is ontstaan dat je als mens de wetten van de natuur en de economie kunt snappen, wetten zoals die van vraag en aanbod. Menselijk handelen wordt ‘arbeid’ en arbeid zelf een ‘ding’, een commodity, dat onderhevig is aan economische wetten. In de Oudheid golden economische processen niet als natuurwetten. Ruimte voor verbetering is vooral bij de mens te zoeken. De mens moet slimmer en handiger worden, beter afgestemd op de wereld. Verbetering vindt plaats in het managen van relaties tussen mensen en in het begrip, de vertrouwdheid met en het afgestemd zijn op je omgeving. ‘Menselijk kapitaal’ is de groeifactor, want de natuur kun je maar beperkt beïnvloeden. 

Wat moeten mensen lezen als zij meer vertrouwd willen raken met economische ideeën uit de Oudheid?

Lees en herlees vooral Xenofon. Hij is niet zo naïef als je prima facie zou denken. Verder vind je in Plato’s Gorgias Sokrates’ parabel van de mannen met de lekkende kruiken. Kort door de bocht gaat dit over waarom de mens beter niet altijd kan toegeven aan zijn consumptiedrang. Dezelfde gedachte komen we tegen in de rechtszaak Aeschines tegen Timarchus. Iemand die oneerbare werkzaamheden moet verrichten vanwege zijn uitgavenpatroon is een ‘lekkende’ man; zo iemand wil je niet in het bestuur van je land.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s