De waarde van studententradities 

Tekst /// Sophie Meijer Beeld /// Lesine Möricke

Het zoeken naar een studentenkamer in Amsterdam is niet makkelijk. Huisjesmelkers vragen een enorm hoog bedrag voor een slaapkamer, vaak niet groter dan een schoenendoos. Ook de studieschuld bij ‘ome DUO’ maakt de toekomst niet rooskleuriger. Om maar niet te spreken van alle studenten die massaal de huizenmarkt bestormen. Het is traditie dat studenten hospiteeravonden afgaan om een plekje te bemachtigen. Maar naast hospiteeravonden kennen studenten nog veel meer tradities die zij met elkaar delen. Je zou studenten bijna kunnen zien als kopieën van elkaar. Dat klinkt misschien negatief, maar ik denk dat het juist ook een positieve kant heeft: het versterkt de band tussen studenten.

Mijn ouders zijn thuis een aantal tradities begonnen. We bestempelden elke maandag als ‘kipdag’. Op zondagochtend stonden mijn ouders langs de lijn van het hockeyveld. Op Sinterklaasavond aten we bij de Italiaan op de straathoek. Op oudjaarsavond moest de Top 2000 aan staan vanaf het moment dat het eerste nummer te horen was. Bijna elke dag tafelden we na het avondeten een uur na en bespraken we onder andere mijn filosofische bevindingen. Mijn oudere zus droop op zo’n avond zoals gewoonlijk na twintig minuten af. Dit zijn allemaal voorbeelden van kleine tradities die ik altijd voor lief nam en waarvan ik nu besef dat ze heel erg veel voor mij betekenen. Nu ik uit huis ben, is het tijd om ook mijn eigen tradities te maken.

In juni kreeg ik een kamer aangeboden in Amsterdam. Het versturen van mijn standaard hospiteermail had eindelijk zijn vruchten afgeworpen. Ik was er klaar voor om mijn eigen leven op te zetten in de stad en mijn eigen, nieuwe tradities te maken. Ik greep de kans en verhuisde naar Amsterdam, want dat is traditie; studenten moeten toch op kamers wonen?! Wat blijkt? Mijn eigen tradities zijn minder gemakkelijk te maken dan ik dacht. Ik maak het stereotype beeld wat men van een student heeft waar.

Ik greep de kans en verhuisde naar Amsterdam, want dat is traditie; studenten moeten toch op kamers wonen?! 

Het woord ‘traditie’ betekent voor mij niet veel anders dan ‘gebruiken’. Tradities en/of gebruiken kunnen betrekking hebben op feestdagen, sporten, ervaringen en nog veel meer. Om je eigen traditie te ontwikkelen, is het denk ik belangrijk dat je zo een ervaring eigen maakt. Het is echter lastig om een ervaring eigen te maken wanneer je deze deelt met honderden anderen. Als ik op dinsdagochtend onderweg ben naar college, dan haal ik graag eerst ergens een kop koffie. Ik wandel dan naar mijn favoriete koffietentje om er vervolgens achter te komen dat de rest van de studenten waarmee ik de aankomende twee uur in een collegezaal zal zitten ook in de rij staat voor een warme drank. Dit is een simpel voorbeeld, maar het beschrijft wel mooi mijn beeld van studenten als kopieën van elkaar.

In eerste instantie vond ik het helemaal geen prettig idee dat ik veranderde in dit stereotype, want ik wil graag een individu zijn. Toen ik in Google de zoekterm ‘studententradities’ intypte, kwamen er een aantal resultaten naar boven waar ik al op had gerekend: studentenverenigingen en protesten. Al scrollend door alle pagina’s met artikelen, bedacht ik me dat ik het eigenlijk helemaal niet erg vind dat ik tijdens mijn studententijd een soort cliché identiteit aan heb genomen. Ik denk namelijk dat dit ervoor kan zorgen dat studenten zich met elkaar verbonden voelen.

Een van de bekendste voorbeelden van een studententraditie is de studentenvereniging. Studenten sluiten zich aan bij een studentenvereniging om aansluiting te vinden en om hun studententijd zo leuk mogelijk te maken door het vele uitgaan en alle activiteiten. Het is misschien een van de ‘gemakkelijkste’ manieren om mensen te leren kennen: vaak zijn er namelijk sociale verplichtingen aan verbonden. Zo moet je een aantal avonden per week op komen dagen bij een borrel en ga je geregeld naar diners waar je andere studenten ontmoet. ‘Gemakkelijkste’ zet ik bewust tussen aanhalingstekens, want om binnen te komen bij een studentenvereniging, wordt er in sommige gevallen veel van je gevraagd, bijvoorbeeld als je mee moet doen aan een ontgroening, 

Toen ik mijn vader vroeg naar zijn eerste jaar bij een studentenvereniging, vertelde hij mij dat hij de mannelijke ouderejaars als volgt moest aanspreken: ‘Meneer, mag ik me aan u voorstellen?’ Uiteraard werd dit vaak afgewezen. Wat denk je wel niet?! Zomaar de tijd van een ouderejaars verspillen, jij onderdaan. Afgezien van het feit dat mijn vader bij een negatief antwoord reageerde met: ‘Mooi, ik had er toch eigenlijk geen zin in’, denk ik niet dat elke student er op deze manier over denkt en kan ik goed begrijpen dat het energie kan vreten wanneer je constant als onderkruipsel wordt gezien. Maar ook op deze manier schept het student-zijn een band. Wanneer je gezamenlijk een ontgroening meemaakt, zal je voor altijd deze herinneringen delen en kun je elkaar waarschijnlijk vinden in bepaalde emoties die een ontgroening oproept. Chapeau voor degenen die zich door een heftige ontgroening hebben weten te vechten, ik doe het jullie niet na! 

De geschiedenis toont aan dat het voeren van protest ook gezien kan worden als een studententraditie. Al sinds jaar en dag weet de student praktijken te vinden die beter kunnen of moeten. Zo werd eind jaren 60 het bestuursgebouw van de UvA – het Maagdenhuis – vijf dagen lang bezet gehouden met als doel meer inspraak te krijgen in het universiteitsbestuur. Het bezetten van deze locatie herhaalde zich nog tien keer. Tegenwoordig wordt er veel geprotesteerd tegen de afschaffing van het leenstelsel en de opbouw van hoge schulden als gevolg hiervan. Ik vind protest voeren een mooie manier om een hechtere band te creëren met medestudenten. Je strijdt samen voor iets wat je allemaal als problematisch ziet en dit wil je oplossen; niet alleen voor jezelf, maar ook voor alle anderen die met het probleem in aanraking komen.

Nadat ik mezelf had ingelezen in de tradities die ik in dit artikel benoem, zijn mijn gedachten over het zijn van een stereotype student veranderd. In eerste instantie zag ik dit als iets wat ik absoluut niet wilde. Ik vroeg mezelf vervolgens af of het erg is dat velen, waaronder ik, een kopie lijken te zijn van een stereotype en/of traditionele student. Mijn antwoord daarop is: nee, natuurlijk niet! Het schept een band.

Door middel van het stereotype dat heerst over studenten, kan men een identiteit aannemen waar zij zich vervolgens een aantal jaar aan vast kunnen klampen

Ik ervaar mijn studentenperiode als enorm leuk, gezellig en vol mooie ervaringen, maar de studentenperiode kan ook een verwarrende tijd zijn. Door middel van het stereotype dat heerst over studenten, kunnen zij een identiteit aannemen waar zij zich vervolgens een aantal jaar aan vast kunnen klampen: de studenten-identiteit. Het overnemen van zo’n dergelijke identiteit heeft naar mijn idee te maken met de verwachtingen van buitenaf, maar studenten onderwerpen zich hier vaak ook vrijwillig aan. Ik heb het hier uiteraard niet over de torenhoge schulden die veel studenten opbouwen, dat wens je jezelf natuurlijk niet toe. Je kan dus stellen dat het aannemen van een studenten-identiteit een traditie is. 

Ik zie de studentenperiode als een soort rustmoment waarin studenten voor zichzelf kunnen uitzoeken wie of wat ze zijn, waar ze behoefte aan hebben en in welke omgeving zij zich goed voelen. Deze periode creëert de tijd voor studenten om erachter te komen wat ze wel en niet belangrijk vinden en zij zullen op basis hiervan belangrijke keuzes maken. Of je nou beslist dat je de studenten-identiteit wilt aanhouden of dat je jezelf hiertegen af wilt zetten, het vormt je hoe dan ook als mens. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s