Tekst /// Jens van der Weide Beeld /// Lesine Möricke
Het was 1986 toen Peter Giele achter in een kledingwinkel aan de Kalverstraat een halfopen deur ontdekte. De deur leidde naar een grote donkere ruimte met klapstoelen, een projector en een paar duiven. Het bleek een verlaten bioscoop te zijn die ooit de naam Roxy droeg. Peter Giele, een even excentriek als eigenwijs kunstenaar, was na zijn ontdekking neergeploft op een van de klapstoelen en nam de ruimte in zich op. Hij had grootse plannen voor de Amsterdamse kunst- en uitgaanswereld. De RoXY, die met horten en stoten uit zijn fantasie stroomde, werd een van de belangrijkste nachtclubs in de geschiedenis van Amsterdam.
Giele kwam samen met Arjen Schrama en Eddy De Clercq om nachtclub RoXY te realiseren. Schrama was uitgever van het muziektijdschrift Vinyl en nam de bedrijfsvoering op zich. De Clercq was succesvol dj en werd verantwoordelijk voor de muziek. Aan passie was er gelukkig geen gebrek toen de verbouwing begon. Giele wist haarfijn wat hij met de ruimte wilde en gaf zijn ziel en zaligheid om zijn kunstwerk te realiseren. Hij werkte een jaar lang onafgebroken en legde eigenhandig de garderobe, het podium en de toiletten aan. Schrama had geen controle meer over de organisatie en stond met lede ogen te kijken hoe de kunstenaar los ging. Giele bleek even creatief als ongeleid te zijn. Het project duurde uiteindelijk een jaar langer dan gepland en kostte vier keer zoveel als geprojecteerd. Met forse schulden ging in 1987 de discotheek RoXY aan de Singel in Amsterdam dan eindelijk open. De Clercq, gewapend met eenzelfde eigenzinnigheid als Giele, had vooruitstrevende ideeën over de programmering.
De onhandige overgang van een Italiaans disconummer naar een ruige housebeat moest worden verbloemd met geluidseffecten op een cassettebandje
De Clercq had geproefd van een nieuw muziekgenre toen hij halverwege de jaren 80 de Verenigde Staten bezocht. In steden als Chicago en Detroit werd onder de zwarte bevolking geëxperimenteerd met drumcomputers en synthesizers. Deze nieuwe muziek wordt getypeerd door een elektronische melodie (specifiek de electronic squelch van de Roland TB-303 synthesizer), een vierkwartsmaat en een minimalistische vrije structuur. De groep Phuture gaf in 1987 het nummer ‘Acid Tracks’ uit en luidde daarmee het tijdperk in van acid house. De Clercq wist het zeker: deze muziek moest en zal overwaaien naar Nederland.
House bleek niet in goede aarde te vallen. In het begin van de RoXY werden succesvolle avonden georganiseerd met een diversiteit aan muziekgenres. Punk- en glamrock werden afgewisseld met simpele feestnummers, maar ook funk en de nog relatief nieuwe hiphop was geliefd. Hoewel de RoXY haar identiteit nog niet helemaal had gevonden – het was te chic voor underground en te underground voor chic – was de directie tevreden over de resultaten. Toen vervolgens de schaarse houseplaten voorzichtig tussen andere stijlen door werden gemixt waren de dj’s nog onwennig. De onhandige overgang van een Italiaans disconummer naar een ruige housebeat moest worden verbloemd met geluidseffecten op een cassettebandje. De moeite was tevergeefs. Het publiek begreep de muziek niet en de dansvloer stroomde snel leeg. Tot ongenoegen van de directie zette de Clercq door, want hij zag dat in Engeland de house-bom ook was geëxplodeerd. De RoXY zat nog diep in de schulden en de directie stelde een ultimatum voor het house-experiment. De Clercq kreeg in de zomer van 1988 nog een maand om het tij te keren. De Clercq wist zeker dat ook hier de bom zou ontploffen, het moest gewoon nog even klikken.
Die klik kwam er. In ’88 werd de EK-winst binnengesleept door het Nederlands elftal en de zomer stond in het teken van feest. Een groep Britse dj’s genaamd ‘Soho Connection’ kwamen als house-evangelisten de eerste acid house weekender op het NDSM-werf organiseren: ‘London Comes to Amsterdam’. Engelse feestvierders kwamen overgevlogen om te feesten en de Nederlanders werden nieuwsgierig. Het housefeest werd een daverend succes. Mensen kropen via alle gaten en kieren de bomvolle loods in om een glimp op te vangen van de met rook en stroboscoopflitsen gevulde ruimte. Wat ze zagen was een feest zoals nooit eerder gezien. Mensen waren uitgedost in de meest uiteenlopende outfits en dansten tot de zon op kwam. Geen dansje-en-drankje ritueel meer, maar een nacht lang onafgebroken uit je dak gaan, volledig losgezongen van de realiteit. Een nieuwe drug, ecstasy, liet de gelukzaligheid golven door de loods. Die nacht werd house gevoeld tot in de diepste vezel. Kranten schreven uitgebreid over de overgevlogen muziekhype. De Clercq en zijn collega Joost van Bellen zagen het perfecte moment om de RoXY in het teken te zetten van house. De directie, net terug van vakantie, zag hoe Amsterdam housemuziek binnen een weekend had omarmd. De opeenvolgende RoXY-avonden waren bomvol met elke avond een rij tot aan de Munt. House had zichzelf bewezen en de second summer of love was begonnen.
Geen dansje-en-drankje ritueel meer, maar een nacht lang onafgebroken uit je dak gaan, volledig losgezongen van de realiteit
In de tien jaar die volgde groeide de RoXY uit tot een van de meest toonaangevende nachtclubs in Amsterdam. Het housepaleis werd een vrijplaats voor feestvierders, kunstenaars en iedereen die wilde proeven van het nieuwe hedonisme en deed zo recht aan de door Giele bedachte backroniem Radical Outlet for the Xenomaniac in You. Binnen werd het grenzeloze karakter van de RoXY volop tentoongesteld. Op de uitbundige, en vooral dure, decors werden de meest extravagante shows georganiseerd. Drag, sex of mode, alles kwam voorbij. Regelmatig werden speciale avonden georganiseerd. De ‘Pussy Lounge’ was een avond voor alleen vrouwen. ‘RoXY is Gay every Wednesday’ was een initiatief van DJ Steve Malenka om te vechten tegen stigma’s en een uitlaatklep te bieden midden in een aidsepidemie. De fijne sfeer in de RoXY werd mede mogelijk gemaakt door een notoir streng deurbeleid. Leden konden zo doorlopen, de overige gasten kregen te maken met de portiers die op basis van vlugge inschattingen het kaf van het koren scheidden. Het werkte: de populaire RoXY was voor de gelukkigen die wel een nachtje in de club hadden veiliggesteld de perfecte omgeving om je af te sluiten van de wereld.
Acid house was in de jaren negentig alweer over zijn hoogtepunt heen, maar heeft een onmiskenbare invloed gehad op andere dance-genres zoals trance, hardcore en drum and bass. Ook de in Amsterdam eindeloos populaire techno vindt zijn wortels in de housemuziek: de synthesizers, het hoge tempo en de vrije structuur. De invloeden van house zijn op een gemiddelde uitgaansavond in Amsterdam duidelijk te horen. De RoXY was de plek waar deze muziek voet aan de grond kreeg in Nederland.
Na ruim twaalf jaar was het afgelopen met het feest. Peter Giele, het creatieve brein achter de nachtclub, overleed plotseling in 1999. In lijn met zijn persoonlijkheid werd de uitvaart een grootse vaartocht door de Amsterdamse kanalen, afgesloten met een afscheidsfeest in de RoXY. Het bleek ook meteen het laatste feest. De vuurspuwende klok boven de dansvloer zette het pand in lichterlaaie. Eenmaal veilig gevlucht moest men toekijken hoe de RoXY, volledig in zijn eigen extravagante stijl, binnen een nacht van de aardbodem verdween.