De inspanning, de vervoering en de vereniging

Tekst /// Maartje Stam Beeld /// Jolan Lammertink 

Sinds lange tijd geloven mensen in iets bovennatuurlijks: de donder en bliksem die de jagers en verzamelaars spotten en de overstromingen die de vroegste boeren meemaakten, was voor hen een teken van iemand die boven de schepping stond. Later zal men gaan geloven in één of meer goden, zoals terug te zien is in het christendom en het hindoeïsme. Elke religie heeft haar eigen kenmerken, inzichten en historisch verhaal. Desondanks zijn er ook veel overeenkomsten, en één van deze gelijkenissen ligt bij de mystiek: volgens een groep deskundigen de fundamentele bouwsteen van elke religie. 

Dat mystiek de basis van religies is, beweren onder andere godsdienstpsycholoog William James en religieus geleerde Rudolf Otto. Volgens hen is iedere religie voorafgegaan door het primitieve religieuze gevoel van elk individu en de trance die wordt bereikt tijdens mystieke bezigheden. Maar wat houdt deze basis voor iedere religie nu precies in? Wat is de definitie? Mystiek is een overkoepelend begrip voor twee omschrijvingen: ten eerste beschrijft het alle inspanningen die grenzen voor mystici vervagen. Hierbij zou je kunnen denken aan de vervaging van ruimtelijke grenzen. Wanneer mystici die vervaging hebben bereikt, ontstaat het gevoel van het zijn in het oneindige, oftewel het goddelijke. Hierdoor zal het doel  – het overstijgen van de schepping – makkelijker bereikt worden. Ten tweede verwijst mystiek naar alle middelen die de extase-ervaringen delen, zoals literatuur. Nu we de betekenis weten, kaneel  meteen een kanttekening worden gemaakt dat de definitie betwist is. Dit komt doordat er enorm veel activiteiten onder het kopje ‘mystiek’ vallen. Algemene overeenkomsten van mystieke bezigheden zijn: volledige concentratie tijdens mystieke handelingen, pogingen het ego los te laten en het hedendaagse overtroeven. De mystieke tradities in het jodendom en de islam zullen een iets beter beeld geven over hun specifieke historie, inzichten, ideeën, maar ook over de gelijkenissen tussen de mystieke tradities in beide religies.

Volgens hen is iedere religie voorafgegaan door het primitieve religieuze gevoel van elk individu en de trance die wordt bereikt tijdens mystieke bezigheden.

Jodendom en mystiek

De uitspraak ‘in de zevende hemel zijn’ is alom bekend, maar waar de gebruikers zich niet bewust van zijn, is dat het afkomstig is van de oudste joodse mystieke traditie. Deze traditie wordt merkawa (‘wagen’), ook wel troonmystiek, genoemd. De naam is gebaseerd op een visioen van de profeet Ezechiël, die de goddelijke troon in de zevende hemel op een wagen waarnam. In de zevende hemel zou men in volledige extase zijn en één zijn met het bovennatuurlijke. De eenwording met God vindt echter niet zomaar plaats. Dat komt doordat de innerlijke reis naar de zevende hemel lastig is. Voor het doorkruisen van de hemelen moet er namelijk gevast worden. Ook is het tijdens de reis noodzakelijk om de juiste magische spreuken op het juiste moment te noemen om zo de vijandige engelachtige poortwachters van elke hemel te kalmeren. De merkawa kende zijn hoogtijdagen in de eerste eeuw van de algemene jaartelling. De troonmystiek werd opgevolgd door een tweede mystieke traditie: de kabbala ‘overlevering’. De kabbala is ontstaan in de vroege Middeleeuwen en kende haar hoogtepunt rond 1200. In deze traditie draait het om Ein Sof. Ein Sof wordt in het algemeen vertaald met ‘het Oneindige’ en verwijst naar God voordat hij besloot God te worden zoals wij hem vandaag de dag kennen. Ein Sof wordt in deze mystieke traditie omschreven aan de hand van tien aspecten, sefirot (‘uitstralingen’) genoemd. Sefirot zijn karakteristieke eigenschappen van Ein Sof die in contact staan met elkaar en de wereld. Eén van de tien is bijvoorbeeld Binah (begrip). Zolang de tien attributen met elkaar in contact zijn en harmoniëren, blijft de schepping draaiende. Dit was het geval totdat een obscuur ongeluk plaatsvond en de vijfde sefirot verbrijzelde. De verbrijzeling heeft geleid tot duisternis in de wereld. Ook zorgde het ervoor dat de splinters van het goddelijke licht in alles wat bestaat terechtgekomen zijn. De kabbalisten proberen middels mystieke inspanningen zoals individueel gebed, meditatie en studie van de Thora in trance te komen en één te worden met deze goddelijke delen in hen. Deze eenwording zal de duisternis kunnen opheffen.  

Islam en mystiek

In het Arabisch is de collectieve naam voor mystiek in de islam taṣawwoef, wat letterlijk ‘het worden van een soefi’ betekent. Een soefi is een beoefenaar van de islamitische mystiek. Mystieke tendensen in de islam hebben altijd al bestaan: profeet Mohammed en zijn metgezellen hebben zich bijvoorbeeld gefocust op persoonlijk contact leggen met God en meditatie. Tussen 661 en 750 reageerden de Omayyaden, een dynastie die over het islamitische kalifaat heerste, en nam het soefisme sterk toe. Dit kwam doordat de rijke cultuur aan het hof van Damascus resulteerde in afkeer van rijkdom en de behoefte om sober te leven. Men vond dat er gefocust moest worden op ascese, vergankelijkheid van de wereld, het hiernamaals en persoonlijke overgave aan God. In het begin van de populariteit van het soefisme stond vooral de ascese centraal, maar later komt liefde voor God als tweede belangrijke element erbij.         Een belangrijk deel van de theorie van het soefisme is geleverd door de filosoof muḥyi al-dīn ibn  ͑arabi. Deze filosoof kwam met het concept wahdat al-wudjūd ‘eenheid van het bestaande’, wat inhoudt dat God in alles aanwezig is en zo één is met zijn schepping. Een soefi kan één worden met God in hem, door een mystiek pad af te leggen, waarbij het belangrijk is het ego ‘het ik’ af te schaffen. Pas dan kan de eenwording werkelijkheid worden. Een bekende soefibeweging is de mevlevi-orde in Turkije. De deelnemers voeren een ceremonie uit, waarbij ze ronddraaien op muziek om zo in een trance te komen. Dit ritueel wordt samā genoemd. Tijdens de ceremonie is dhikr, ook een ritueel, belangrijk. Tijdens het ritueel denken de deelnemers aan God en reciteren zij zijn naam, waarbij het doel is om éénte worden met God.

De mystieke tradities van het jodendom en de islam kennen hun eigen verhaal en geschiedenis, maar overlappingen zijn er zeker.

De mystieke tradities van het jodendom en de islam kennen hun eigen verhaal en geschiedenis, maar overlap is er zeker. De gedachtegang is soortgelijk en ook de rituelen kennen een aantal gelijkenissen. Zo wil iedere mysticus de schepping overstijgen en is tijdens de mystieke handelingen volledige concentratie van belang. Deze gelijke mystieke tendensen in, bijvoorbeeld het jodendom en de islam, maar ook de andere wereldreligies, zijn al vanaf een vroege periode van de geloven bekend. Dat laat het lijken alsof Otto En James gelijk hebben over de fundamentele rol van mystiek. Desalniettemin, zijn er ook tegenargumenten op hun beweringen, maar dat verandert verder niks aan mystiek en de gelijkenissen ervan tussen religies. 

Plaats een reactie