Tekst /// Jens van der Weide Beeld /// Dorota Dabrowska
Voor mij is naar de supermarkt gaan soms hogere wiskunde. Zo realiseer ik me steevast dat ik m’n mandje ben vergeten op het moment dat ik nét door de twee poortjes ben gelopen. Als ik dan al jonglerend met mijn lunch aan kom zetten bij de kassa is er nog de sociale puzzel wie de laatste zelfscankassa weet te claimen. Toch zit er tussen die twee zaken de grootste uitdaging: het navigeren van de eindeloze schappen met eindeloze keuzes. Elke keer als ik van de supermarkt naar huis loop, leg ik mezelf op om de volgende keer mét een lijstje naar de supermarkt te gaan. Elke keer als ik van huis naar de supermarkt loop, maak ik mezelf wijs dat ik wel wat avondeten bij elkaar kan freestylen. Stom, want voorbereidingen helpen een superkmarkttragedie te voorkomen.
Eén supermarkttripje spande de kroon. Ik stond rustig de zes quick-fix recepten in mijn arsenaal te overwegen tijdens mijn slecht voorbereide queeste voor avondeten. Na twintig minuten zigzaggen door de paden waren mijn mandloze handen nog steeds leeg. Nog eens een kwartier wikken en wegen en ik raakte in lichte paniek. Ik kon simpelweg niet kiezen wat ik wilde eten. De keuze was reuze. Te reuze. Oké, het was mijn dag niet, maar ik had niet verwacht dat ik zo overweldigd zou worden door de opties dat ik verlamd tussen het fruit zou staan. Zelfs mijn snelle recepten konden me niet redden. Dit keer even geen snelle pasta of couscous. Nee, dit keer een genadeloze houdgreep van de banale Keuze. Ja, met een hoofdletter K.
De trek was inmiddels weggezakt en ik maakte de keuze om naar huis te gaan. Al sjokkend was het tijd voor wat filosofische reflectie op mijn gefaalde avontuur. Ik moest namelijk denken aan een paradox over de vrije wil die ik een tijdje terug was tegengekomen. De hoofdrolspeler in deze paradox is Buridans ezel. De ezel heeft honger, zoveel honger dat hij op sterven na dood is. Gelukkig staat hij midden tussen twee identieke hooibalen. Helaas heeft de ezel, onder het juk van zijn feilloze ratio, geen grond meer om te kiezen tussen de twee hooibalen. Je raadt het al, hij sterft van de honger.
Nou ben ik niet op sterven na dood en eet ik geen hooi, maar toch sprak de paradox de ezel in mij aan. In het echte leven is het soms ingewikkeld om te kiezen tussen verschillende opties die qua nut niet veel van elkaar verschillen. De pasta of de couscous zijn weliswaar niet identiek, maar bepalen welke optie meer kortstondige vreugde geeft is daarmee niet makkelijker. Zeker als je een slechte dag achter de rug hebt kan zo’n kleine keuze uit een onverwachte hoek komen. Dan heb ik het nog niet eens over de iets grotere keuzes in het leven.
Tuurlijk was de supermarktcatastrofe een resultaat van een brein dat op dat moment zo vol zat dat er geen farfalle meer bij kon. Ik realiseerde me op dat moment wel dat het leven gevuld is met keuzes bestaande uit meerdere gelijkwaardige alternatieven, groot of klein. Het ene moment moet je kiezen tussen twee droomstudies, het andere moment tussen twee avondmaaltijden. Hoewel ze uitdagend kunnen zijn, gaat het vaak goed. Een voorzichtig onderbuikgevoel laat dan zien dat de alternatieven minder gelijkwaardig zijn dan je in eerste instantie dacht. Of je dwingt jezelf gewoon om blind een keuze te maken. Hoe dan ook, het lot van de ezel staat ons niet te wachten. Althans, niet op die manier. Hiervoor mogen we ons brein, of onze onderbuik, best een schouderklopje geven.
Toen na dit inzicht de rust was teruggekeerd, had ik langzaamaan weer trek gekregen. De supermarkt liet ik maar even voor wat zij was en ik gunde mezelf een bezorgmaaltijd. ‘Het wordt een burrito’, sprak ik mezelf stevig toe om duidelijk te maken dat de keuze gemaakt was. Tijdens het laden van de Deliveroo-app op mijn telefoon flitste een gedachte door m’n hoofd: ‘Of toch Uber Eats?’
[Einde kopij]