Het grote wit en bevroren baarden

Tekst /// Laura Overheul Beeld /// Lesine Moricke

De Noord- en Zuidpool spreken bij velen tot de verbeelding. Zo omschrijft Melanie Windridge de Noordpool in haar boek Aurora (2016) als een plek van ‘glorieuze intensiteit en ‘bleke kalmte’. Ze beschrijft hoe ze een gevoel van vrede en rust ervaart dat ze thuis maar moeilijk kan vinden, een gevoel van perfecte kalmte. Deze eenentwintigste-eeuwse vrouwen gebruiken behoorlijk andere beschrijvingen dan hun mannelijke collega’s van enkele eeuwen eerder. Deze ‘ontdekkingsreizigers’ hielden er namelijk frequent een vrij seksistische kijk op na,  zowel wat betreft het poolreizen als het landschap op de polen. Dit is te zien is aan de manier waarop ze er over schrijven in het algemeen, maar ook welke metaforen ze gebruiken en hoe er verder over vrouwelijke reizigers gedacht wordt en werd. 

Veel poolreizigers bewegen zich naar de uiteinden van de wereld om iets te leren over zichzelf. Veel van hen omschrijven het dan ook als een tabula rasa: een schone lei en de uitgelezen mogelijkheid om opnieuw te beginnen met nieuwe inzichten. Dit toch behoorlijk idyllische plaatje wordt een beetje bijgesteld door een andere poolreiziger, Sara Wheeler, die het in eerste instantie omschrijft als ‘de grote bevriezing’ in haar boek Terra Incognita (1996) en zich vooral herinnert dat ze zonder uitzondering alleen kon denken aan hoe koud ze het had. Beide ervaringen klinken me persoonlijk logisch in de oren. 

Ook de eerste ‘ontdekkingsreizigers’ in de achttiende en negentiende eeuw hoopten wellicht om zichzelf te vinden in de vrieskou, hoewel dit anders dan Sara Wheeler en Melanie Windridge toch voornamelijk mannen waren. In het eerder genoemde boek Terra Incognita  van Wheeler, reflecteert de schrijfster hier veelvuldig op. Volgens haar hadden alle voorgangers een ding gemeen: het waren mannen. Nu denk ik niet dat ze hiermee bedoelt dat ze de eerste vrouw is die de reis heeft gemaakt; de eerste vrouw die voet aan wal zette op de Zuidpool was namelijk Maria Klenova in 1955, maar het staat buiten kijf dat het vooral mannelijke waaghalzen waren die Wheeler voorgingen. Volgens Wheeler werd de Noordpool gezien als ‘een proeftuin voor mannen met bevroren baarden om te zien hoe dood ze konden gaat’. 

Soms wordt de ‘onbetreden sneeuw’ beschreven als een maagd die ligt te wachten tot de ontdekkingsreizigers hun eerste stappen zetten en het landschap ‘penetreren’.

Hoewel veel mannen dat gelukt is, bijvoorbeeld S.A. Andrée, Knut Frænkel, en Nils Strindberg die hun poging in 1854 om de Noordpool te bereiken per luchtballon niet overleefden, zijn er ook genoeg verslagen overgebleven van mannen die de reis wel na wisten na te vertellen. Wat opvalt aan deze reisverhalen is de soms seksueel getinte personificaties van het beschreven landschap. Metaforen als ‘maagdelijke sneeuw’ zijn ons wellicht niet bepaald vreemd, maar voeren bij de mannelijke ontdekkingsreizigers de boventoon. Het landschap wordt vaak beschreven in vrouwelijke – en seksuele – termen. Wheeler bespreekt bijvoorbeeld de eerste man die in 1926 over de Zuidpool vloog, admiraal Byrd, die het continent beschreef als ‘sinister en mooi, [liggend] in een bevroren slaap’, alsof het een soort schone slaapster betreft. Soms wordt de ‘onbetreden sneeuw’ beschreven als een maagd die ligt te wachten tot de ontdekkingsreizigers hun eerste stappen zetten en het landschap ‘penetreren’. Een van de eerste poolreizigers, Roald Amundsen, schrijft in zijn reisverslag van zijn expeditie in 1910-1912 bijvoorbeeld dat hij de ‘kus’ van het landschap moet en zal hebben, ook als dat zou betekenen dat hij en zijn expeditiegenoten het zouden kunnen bekopen met hun leven. Alsof het landschap als Sneeuwwitje slapend op zijn kus ligt te wachten. Hij zegt: ‘de kus komt eraan, de kus die haar zal wekken’. Wat er zou moeten gebeuren als het landschap daadwerkelijk ontwaakt blijft in het midden. 

De maagd-personificaties worden nog een stukje doorgetrokken als we nogmaals kijken naar Amundsen. Zodra het landschap al door iemand anders is betreden, verliest het zijn aantrekkingskracht. Terwijl Amundsen zich aan het voorbereiden was op zijn eerste ontmoeting met de Noordpool was iemand hem voor, waarna hij zijn plannen omgooit en besluit de eerste persoon te worden die de Zuidpool betreedt. Wanneer hem dat lukt, beschrijft hij alsnog het gevoel een nederlaag te hebben geleden. 

Ook in latere periodes werden poolexpedities nog steeds gezien als een vooral mannelijke aangelegenheid. Zo ook in 1850-1935, de periode die historica Silke Reeploeg beschrijft in haar artikel The Far Islands and Other Cold Places. Het werd gezien als een manier om je mannelijkheid te bewijzen en te benadrukken, en soms zelfs als een manier om een beschadigde reputatie in ere te herstellen. Dit doet dan ook denken aan het schadelijke koloniaal gedachtegoed: alsof land wat door Europese ogen gezien nog niet ‘gebruikt’ wordt, maar door Europeanen ‘ontdekt’ en in beslag genomen moet worden. Wheeler ziet deze instelling nog steeds terug bij haar mannelijke expeditiegenoten, het landschap wordt gezien als ‘een beest dat tot onderwerping moet worden geslagen’. In het verleden zagen mannen het als ‘een trofee’, en ‘een bijzonder vlezig beest om buiten de grot doodgeknuppeld te worden’, zo citeert Windridge in haar boek Aurora

Het werd gezien als een manier om diens mannelijkheid te bewijzen en te benadrukken, en soms zelfs als een manier om een beschadigde reputatie in ere te herstellen.

Aangezien reizen in het algemeen en poolexpedities in het bijzonder een mannelijke zaak was, konden vrouwen maar beter thuisblijven en voor het huis zorgen. In de negentiende eeuw ontstond er echter ook een beweging van vrouwen die richting de poolregio’s wilden trekken. Reeploeg beschrijft in haar artikel over Noordpool reizigers hoe vrouwen in de negentiende eeuw uitdrukking gaven aan hun vrouwelijkheid. Ze gingen tegen stereotypering in juist door naar afgelegen gebieden te reizen. Dat schept wellicht de verwachting dat ze zich vervolgens zouden afzetten tegen hun vrouwelijkheid om te bewijzen dat ze bestand waren tegen de barre omstandigheden. Dit blijkt in de praktijk niet te gebeuren. Ze beschrijven juist hoe hun vrouw-zijn ze juist geschikter maakte voor het ondernemen van deze reizen dan hun mannelijke tijdgenoten. Zo is volgens een vrouwelijke schrijver een jurk uitermate geschikte kleding als je je over ruig terrein wil bewegen. Ze doen dus juist hun uiterste best om hun vrouwelijkheid te performen. Daarnaast benadrukken deze vrouwen hun sociale status in hun reisverslagen, door uitgebreid te beschrijven van welke materialen hun kleding gemaakt is. Door hun eigen vrouwelijkheid zo te benadrukken, creëren deze vrouwen een soort gefeminiseerd Noorden. Ze beargumenteren niet dat ze als gelijkwaardig gezien moeten worden, of gelijk moeten worden gesteld aan mannen, ze beargumenteren juist dat hun vrouw-zijn voordeliger is op reis, en dat deze afgelegen gebieden wel degelijk geschikte plekken zijn voor vrouwen om naartoe te reizen. Deze vrouwen kregen echter wel te maken met vijandigheid. Ze waren onderdeel van de kleine groep reizende  vrouwen en riepen dan ook achterdocht op bij hun mannelijke collega’s. 

In tegenstelling tot vrouwen van voor de eenentwintigste eeuw, krijgen Windridge en Wheeler niet zozeer te maken met vijandigheid, maar ze zijn als niet-man nog steeds in de minderheid. Wheeler en Windridge reflecteren veelvuldig op hun vrouwelijkheid in relatie tot hun toch veelal mannelijke reisgenoten. Vooral Wheeler, die meegaat op een expeditie naar de Zuidpool, krijgt hier veel mee te maken. Ze beschrijft in Terra Incognita bijvoorbeeld dat ze de enige vrouw is in een hele groep poolreizigers, en dat man zijn ook de norm lijkt. Zo wordt tijdens de standaard introductierondes aan de hele groep gevraagd of ze blondines of brunettes prefereren, een vraag waarbij Wheeler zich niet perse aangesproken voelt. Hoewel overt seksisme wellicht verminderd is, toont deze situatie het nonchalante seksisme dat nog steeds aanwezig is bij poolreizen.

Een echte vergelijking is moeilijk te maken met het besproken bronmateriaal, aangezien er naast een verschil in sekse ook een flink verschil in tijd bestaat tussen de besproken teksten. Maar wat wel vaststaat is dat gender een duidelijke rol speelt in reisverslagen, in het bijzonder die over de poolgebieden. Met name de metaforen die gebruikt worden door vroege mannelijke reizigers doen mijn wenkbrauwen optrekken, maar ook vooral het feit dat men er nog niet helemaal aan gewend lijkt te zijn dat ook vrouwen een interesse hebben in het temmen van de ijzige wildernis. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s