Historische momenten van omwenteling

Tekst /// Afra van Ooijen Beeld /// Bert Slenders

In de geschiedenis kan je af en toe een moment of ontwikkeling aanwijzen die de gang van zaken heeft opgeschud. De Franse Revolutie en de Industriële Revolutie die zo bepalend zijn geweest voor de vorming van modern Europa zijn hier bekende voorbeelden van. Toch zijn er meer van zulke momenten terug te vinden die minder bekend zijn, waarvan de impact in vergetelheid is geraakt, of waarvan er door een bepaalde vanzelfsprekendheid is vergeten waarom het zo een baanbrekende ontwikkeling was in die tijd. In deze volgorde zullen er drie historische gebeurtenissen en ontwikkelingen die iets teweeg hebben gebracht in het zonnetje worden gezet, want zonder grensverleggende gebeurtenissen uit het verleden zou ons heden er heel anders uitzien.

  1. Geen Franse Revolutie in de Franse koloniën, dan maar de Haïtiaanse revolutie. 

Veel historici zijn het erover eens dat de huidige Europese grenzen hun vorm kregen in de achttiende en negentiende eeuw. In deze periode vonden er veel (rechts)filosofische debatten plaats over hoe deze nieuwe naties het beste grondwettelijk ingericht konden worden. In deze context ontstonden befaamde codificaties, zoals de Franse Code Civil en de Amerikaanse Declaration of Independence, die sindsdien als prototype hebben gefungeerd voor Westerse naties. Deze twee invloedrijke codificaties zijn allebei beïnvloed door het geloof in ‘natuurrechten’. Natuurrecht gaat uit van de zienswijze dat er iets bestaat als een menselijke natuur met een inherent morele standaard die door middel van ongeschreven regels orde en harmonie binnen samenlevingen in stand kan houden. Rechtsfilosofen die de theorie van het natuurrecht aanhingen geloofden dat ondanks de vanzelfsprekendheid van het bestaan van ongeschreven regels, deze situatie toch vastgelegd diende te worden in een codificatie. Hier tegenover staan de aanhangers van het positief recht, dat juist uitgaat van het idee dat wetgeving geformuleerd wordt door wetgevers en het bestaan van recht dus niet vanzelfsprekend is. Paradoxaal genoeg toonden de op natuurrechten gebaseerde codificaties aan dat uiteindelijk alle geschreven codificaties onderling van elkaar verschilden. De problematiek van het natuurrecht is gelegen in dat het een eenduidig, normatief en universeel karakter van normen en waarden indiceert, terwijl historisch is gebleken dat niet alle mensen altijd gelijk worden beschouwd.

Een codificatie die sterk gebaseerd is op ‘natuurrechten’ blijkt niet adequaat om de rechten van alle mensen te beschermen. Zo hebben de Fransen onder de Code Civil toch met andere maten gemeten ten opzichte van de inheemse bevolking in hun koloniale rijk en bleek de Amerikaanse Declaration of Independence met haar bekende speerpunt ‘that all men are created equal’ ook onvoldoende om een einde te maken aan slavernij en segregatie. Daar staat dan weer tegenover dat de natuurrechtelijke denkbeelden uit de Franse en Amerikaanse revolutie, een bruikbaar raamwerk konden bieden voor onafhankelijkheidsbewegingen in de koloniën. Vlak na de Franse Revolutie vond er nog een succesvolle revolutie plaats die veelal in vergetelheid is geraakt, namelijk in de toenmalige Franse kolonie Saint-Domingue. De revolutionaire leider Toussaint de l’Ouverture, geïnspireerd door La Déclaration des droits de l’homme et du citoyen, maakte een einde aan slavernij in Haïti door algemene mensenrechten op vrijheid en burgerschap uit te roepen. Deze revolutie zou wellicht zelfs als indrukwekkender gezien kunnen worden vanwege het grote machtsverschil tussen de koloniale gezaghebbers onder leiding van Napoleon, en de revolutionairen die afkomstig waren van een klein eiland en voor een groot deel bestonden uit slaafgemaakten. Uiteindelijk zou de revolutie uitmonden in de onafhankelijkheid van Haïti en de afschaffing van slavernij in Franse koloniën. De impact die de Haïtiaanse revolutie heeft gehad op gekoloniseerde volkeren wereldwijd valt niet te onderschatten. Ten eerste toonde de revolutie aan dat een ongeorganiseerde kleine groep kon winnen van een materieel sterker bevoorraad en goed georganiseerd leger. Haïti zou de eerste vrije zwarte republiek zijn in het koloniale tijdperk. Ten tweede toonde het aan dat afschaffing van slavernij ook zonder goedkeuring van het koloniale moederland voltrokken kon worden. Tot slot zette het de eerste nodige vraagtekens bij de universaliteit van de rechten van mensen die de bekende Westerse codificaties uit deze tijd zo hoog in het vaandel hadden staan. Historici schreven dat er geen land is geweest dat zoveel verwachtingen schiep als Haïti. Wat volgde was een aaneenschakeling van dictatoriaal leiderschap en heftige armoede die de reden zouden kunnen zijn dat Haïtiaanse Revolutie  in vergetelheid is geraakt. 

  1. De woelige jaren zestig. De hippiebeweging en jongerenactivisme vinden hun oorsprong in ons eigen Amsterdam.

Als we denken aan hippies in de Swinging Sixties denken we al snel aan iconische momenten zoals de studentenprotesten in Parijs van mei ’68, het ongeorganiseerde legendarische festival Woodstock ’69, en John Lennon en Yoko Ono’s Bed-In protest in het Amsterdamse Hilton in ’69. Wat we hierbij soms vergeten is dat de oorsprong van deze vernieuwende jeugdcultuur misschien wel te vinden is in ons eigen Amsterdam. Toegegeven, we hebben er een handje van om onze impact te overschatten. Zo benadrukken we maar al te graag ons unicum om als minuscuul landje een groot deel van de wereld te koloniseren, ja zelfs New York hebben we uitgevonden en we waren natuurlijk ook het eerste land ter wereld met godsdienstvrijheid.

Het is niet voor niets dat Yoko Ono en John Lennon uitgerekend Amsterdam uitkozen voor hun Bed-In.

Toch heeft er ook een ontwikkeling plaatsgevonden in het Nederland van de jaren zestig waar we best trots op mogen zijn en dat is Provo. Op basis van anarchistische denkbeelden werd in 1965 vanuit een bolwerk van studenten, activisten en kunstenaars Provo opgericht. Het doel was om de gevestigde orde op een geweldloze manier wakker te schudden en te provoceren. De provobeweging beweerde in haar beginselverklaring enkel te kunnen kiezen tussen ‘desperaat verzet of lijdzame ondergang’ waarbij ze inzag dat ze hoogstwaarschijnlijk zou verliezen van de gevestigde orde, maar desalniettemin de kans wilde grijpen om nog eenmaal de boel te provoceren. Dit deden de provo’s door middel van ludieke acties die op pientere wijze de werking van de Nederlandse rechtsstaat en de vrijheid van burgers aan de tand voelden. Gezaghebbers wisten niet wat hen overkwam en reageerden fel op hun ludieke acties. Zo verbood de Amsterdamse burgemeester het gebruik van leuzen zoals ‘voor vrijheid van meningsuiting’ op spandoeken tijdens demonstraties. In reactie besloot Provo hierop te demonstreren met blanco spandoeken. Door te laten zien dat zij alsnog werden gearresteerd konden ze aantonen dat de vrijheid om te demonstreren helemaal niet evident was. Ze waren daarnaast vernieuwend in het samenbrengen van utopische denkbeelden zoals emancipatie, het promoten van seksuele vrijheid, democratisering, en voor de bescherming van het milieu. Veel van hun ideeën hebben een blijvende impact gehad op vernieuwende en utopische oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Zo zouden we het experimentele idee van een basisinkomen kunnen zien als geïnspireerd op Thomas Mores Utopia, maar zouden zulke ideeën ook kunnen voortkomen uit de ‘witte plannen’ van Provo. Die hielden bijvoorbeeld  in dat er overal gratis witte fietsen beschikbaar zouden zijn voor iedereen. Of het wittewijvenplan dat uitging van gratis voorbehoedsmiddelen voor vrouwen. Zoals Provo zelf al voorspelde zou zij uiteindelijk ‘mislukken’. Het anarchistische karakter van beweging zorgde voor continue machtsstrijd van binnenuit die uiteindelijk zorgde voor opheffing. Door de korte duur van het bestaan is de blijvende impact die zij heeft gehad op vreedzame protestcultuur en de jeugdcultuur van de jaren zestig wereldwijd vaak onderschat. Het is niet voor niets dat Yoko Ono en John Lennon uitgerekend Amsterdam kozen voor hun Bed-In.

  1. Paradigmawisseling in de kunst. 

Schilderijen van de kunstenaar Édouard Manet worden vandaag de dag net zo gerespecteerd als grote kunstenaars zoals Titiaan, Rembrandt, van Gogh en Malevich. We kunnen ons tegenwoordig niet meer voorstellen dat een schilderij van Manet ooit enorm veel onbegrip, schrik en zelfs woede veroorzaakte. Wij waarderen Manet als een voorloper van de impressionisten en weten dat de grenzen van de moderne kunst na hem steeds verder werden verlegd. Dit is een vrij lineaire zienswijze van kunstontwikkeling, want als we kritisch kijken kunnen we al eerder abstracte vormen herkennen in kunst. Toch zien we vanaf het midden van de negentiende eeuw een duidelijke overgang in de schilderkunst van klassiek naar modern. Dit begon bij het ideaal zoals gepredikt door de machtige Parijse Salon, die bepaalde welke kunstwerken er werden tentoongesteld in de Salons. Tijdens de jaarlijkse Salons, die later om het jaar plaatsvonden, werd een selectie van kunstwerken tentoongesteld aan het grote publiek. Vandaag de dag gaan we om hedendaagse kunst te bezichtigen naar een museum, of zien we op online platforms de laatste projecten van kunstenaars, maar in de negentiende eeuw was een museum voornamelijk een plek waar de werken van kunstenaars pas werden tentoongesteld post mortem. De Salon was als jaarlijkse tentoonstelling het meest invloedrijke platform om bekendheid te verkrijgen voor contemporaine kunstenaars en Parijs was toentertijd het kloppend hart van de kunstnijverheid. Dit fenomeen is misschien het beste vergelijkbaar met hoe we tegenwoordig de Fashion Weeks ervaren. 

Alsof het niet schandalig genoeg was om een stadsgezicht te schilderen besloot Manet niet alleen de mooie kanten van Parijs te kiezen als thema, maar ook de rafelranden van het arbeidersleven

De Salon stond bekend als conservatief in hun richtlijnen en streng in het uitsluiten van kunstenaars die graag een andere stijl of thema wilden hanteren. Zij prefereerden schildertechnisch een zo realistisch mogelijke weergave van de werkelijkheid door een illusie te wekken van driedimensionaliteit. Daarnaast hadden ze een enorme voorkeur voor het schilderen van historische taferelen, het liefst uit de Oudheid. Langzaamaan werd vanuit de Romantiek het schilderen van landschappen ook een geaccepteerd thema. Manet was in veel facetten vernieuwend en baanbrekend. Hij had namelijk de voorkeur om het stadsleven uit zijn eigen tijd te vereeuwigen. Hoewel Gustave Courbet al eerder dan Manet het heden vastlegde, werd Coubert nog enigszins geaccepteerd omdat hij het geromantiseerde boerenleven vastlegde. Alsof het niet schandalig genoeg was om een stadsgezicht te schilderen koos Manet niet alleen de mooie kanten van Parijs als thema, maar ook de rafelranden van het arbeidersleven. Zijn werk Olympia uit 1863 is hier een bekend voorbeeld van. Vrouwelijke naakten waren al eerder geschilderd, maar altijd verkapt als bijvoorbeeld Griekse godinnen. Ondanks de historische symboliek die Manet in Olympia verwerkt had, was het meteen duidelijk dat hij een Parijse prostituee had vastgelegd. Dit werk zorgde daarom voor grote ophef en gruwel binnen de Salon en bij het brede publiek. Naast de thematiek hadden de salonschilders een sterke voorkeur voor het zo realistisch en gedetailleerd mogelijk schilderen van een geïdealiseerde werkelijkheid, waarbij de penseelstreken amper zichtbaar dienden te zijn. Het naschilderen van de realiteit werd voor de nieuwe generatie steeds minder interessant door de komst van fotografie. Daarom waren de impressionisten eerder overtuigd van het belang van het overbrengen van een gevoel en van beweging. Olympia was geschilderd in grove penseelstreken en werd met onbegrip ontvangen als een onvoltooid, slecht werk. 

Doordat in zijn tijd Manets kunst door de gevestigde met zoveel minachting en afschuw en minachting werd ontvangen, kon hij amper grond vinden om zijn werk tentoon te stellen of te verkopen. Vergeleken met de ontwikkeling van abstracte kunst die enkele decennia later zou volgen kunnen we ons niet meer voorstellen dat Manets werken, die nog sterk leken op de objectieve werkelijkheid, zo veel ophef en afschuw zou veroorzaken. Toch zou hij een inspiratiebron zijn voor latere impressionisten en postimpressionisten. Manet wordt daarom aangezien als een van de grondleggers van de Avant-Garde kunst.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s