De hobbelige weg naar het begrijpen

Sommige straten geven me een gevoel van geborgenheid waar geen enkel levend wezen tegenop kan boksen. Deze straten vormen het fundament van mijn bestaan buiten de weinige vierkante meters van mijn kamer. Als de mens weer eens in iets tekortkomt, is er altijd nog de onvoorwaardelijke liefde, die genoeg houvast biedt in onzekere tijden. Een enkele keer worden ze door mensenhanden opgebroken, wat van de straten niet zo nodig hoeft, maar hun stem wordt niet gehoord. Alsof er niets schuilgaat onder steentjes of asfalt. 

Als ik afwijk van de gebruikelijke wegen, zie ik pas werkelijk de waarde in van mijn onbaatzuchtige kameraden. Die andere weggetjes befiets ik wel eens, alleen geven ze mij het gevoel dat ik me op het privéterrein bevind van een brommende, oude man. Elk moment kan hij me toesnauwen: ‘Scheer je weg, rotjong!’ Met een rood hoofd zal ik afdruipen, denkend aan de lompheid van mijn actie. De oude man heeft uiteindelijk volkomen het recht om te klagen; hij woont namelijk wel gewoon in die straat, een gegeven dat gepaard gaat met exclusieve bevoegdheden.  

Op de gebaande wegen voel ik me echter nooit een indringer. Samen vormen ze een netwerk van potentiële routes, die mij het snelst naar mijn bestemmingen brengen. Op zich een efficiënt systeem, echter zijn de gevolgen ervan op mijn bewegingsvrijheid niet mals. De snelste route is namelijk de enige aanvaardbare route. Alleen dan heb je het volste recht om van een weg gebruik te maken, anders ben je maar wat aan het lanterfanten in het onproductieve buitengebied. 

Een tijdje terug, in een periode van wankelende kaders, maakte ik dagelijks een fietstocht door het stadscentrum. Ik vertrok telkens met een enigszins willekeurige locatie als eindbestemming, want nergens naartoe fietsen maakt de mens onrustig en leidt tot een crisis van existentiële aard. Het achterliggende idee was om het perspectief op de stad een nieuwe dimensie te geven en zo het geheel beter te kunnen begrijpen. Deze toenadering betrof vooral het levenloze geraamte van de stad, het gedeelte dat een natuurlijke afstand bewaart van het actuele, het menselijke. 

Nadat ik de meest prominente grachten meerdere keren had afgewerkt, bleef het alsnog onmogelijk om ze van elkaar te onderscheiden. Toen ik de Prinsengracht uit fietste, me omdraaide, en vervolgens de Keizersgracht inging, was het toch vooral meer van hetzelfde. De onrust sloeg toe, want ondanks de gelijkenissen, lukte het me niet iets fundamenteel anders te vinden, terwijl ik me wel degelijk in een andere omgeving bevond. Wanhopig ging ik op zoek naar verschillen in bijvoorbeeld de breedte van de gracht, of de architectuur, maar deze opdracht bleek van te grote omvang. Na enkele minuten gaf ik op, zodat mijn oververhitte hersenen weer op adem konden komen. 

Na de laatste fietstocht verscheen ik met mijn opgedane kennis aan de tekentafel. De nieuwe bevindingen moesten gevisualiseerd worden, mijn mentale weergave van de stad moest op papier. Hoewel er nog veel losse eindjes waren, had ik het idee dat er wel al sprake was van een rond verhaal, tenminste, dat signaal kreeg ik. Toen het potlood het papier voor het eerst raakte, merkte ik onmiddellijk dat ik was voorgelogen. Mijn beeld van het stadscentrum kwam niet eens in de buurt van de realiteit, geen enkel puzzelstukje viel ook maar een beetje op zijn plaats. Met man en macht probeerde ik het geheel te begrijpen, wat mijn gedachten nog verder verwarde. Ook hier gaf ik de strijd tegen het begrijpen gefrustreerd op, het was onmogelijk om te winnen. Het mechanisme dat streeft naar begrijpelijkheid, zit namelijk niet te wachten op weerstand.

Tekst: Vincent Kupers // Beeld: Benjamin Schoonenberg

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s