Overal hetzelfde, maar dan een beetje anders

Tekst door Sophie Meijer, beeld door Lesine Möricke

Soms wil je even ontsnappen aan de omgeving waarin je je al net iets te lang bevindt. En als je het zat bent en je het je kunt veroorloven, dan is een vakantie een goede manier om je te onttrekken aan het eindeloze bekende. Hier, in mijn huisje in Amsterdam, ben ik gewoon Sophie. In Zuid-Frankrijk, in een huisje op de hei, ben ik ook Sophie, maar dan net even iets anders. 

Op vakantie voel ik mij altijd een beetje een ander persoon. Ik heb het dan niet over mijn persoonlijkheid, het betreft echt een gevoel. Misschien komt dat omdat niemand je kent, of omdat je je in een andere (misschien wel vreemde) omgeving bevindt. Waar het precies aan ligt weet ik niet, maar wat ik wel weet is dat ik tijdens mijn reisjes naar Kopenhagen en Zuid-Frankrijk afgelopen zomer een beetje een andere Sophie was.

Mijn eerste trip van de zomer was een weekje naar Kopenhagen. Ik voelde me hier bijna een Deense, waarschijnlijk vanwege het feit dat mijn haar nog net niet wit is en ik de één meter tachtig bijna aantik: een perfecte omschrijving van een Deens meisje. Met mijn wijde broek, oversized blouse en koffie to go in de hand dwarrelde ik door de stad. Barista’s en winkeliers zagen mij blijkbaar ook vaak aan als local, want overal waar ik kwam werd in eerste instantie in het Deens tegen mij gesproken. 

De stad lijkt in veel aspecten enorm op Amsterdam: mensen nemen graag de fiets om zich van A naar B te verplaatsen, zoals ik als Nederlandse op Deense meisjes lijk, lijken Deense meisjes op mij en op elke hoek van elke straat zit wel een koffietentje met de juiste aesthetic. Ik genoot enorm, maar vanwege de overeenkomsten met Amsterdam verviel het vakantieganger-gevoel een beetje. Ik voelde me hier ‘Sophie, onderdeel van de mensen’, wat ik niet vaak ervaar als ik op vakantie ben in het buitenland. 

Ronde twee was een tripje naar Zuid-Frankrijk, de Provence om precies te zijn. Om zeven uur ‘s ochtends nam ik vanaf Amsterdam Centraal de Thalys naar Parijs. Aangezien de metrokaartjes in Parijs uitverkocht waren – want dat kan blijkbaar – moest ik een taxi nemen naar een ander station vanwaar mijn volgende trein zou vertrekken. Wanneer puntje bij paaltje komt en ik ineens een andere taal moet gaan spreken, verlaat mijn kennis van de desbetreffende taal vaak ineens mijn brein. Dit resulteerde in een ongemakkelijke taxirit van twintig minuten, waarin ik ook nog eens bijna in een aantal verkeersongelukken eindigde vanwege de… hoe zeg je dat aardig… rustieke rijstijl van de taxichauffeur. Eenmaal afgezet bij het station probeerde ik de ongemakkelijke sfeer van me af te schudden en bedankte ik de chauffeur voor de rit (en mijn leven). Ook hier vond er een soort van shift plaats in mijn Sophie-zijn. Ik was een verschrikkelijk ongemakkelijke toerist die zich geen houding wist te geven: iets wat mij in Nederland nauwelijks overkomt.

Mijn tweede trein bracht mij binnen drieënhalf uur naar Orange, waar mijn ouders mij stonden op te wachten. Orange is een bekend terrein voor mij, dus de ongemakkelijkheid van eerder werd vervangen door een gevoel van rust. Ik begroette mijn ouders, gooide mijn spullen in de kofferbak, benadrukte nog even dat ik mijn haar korter dan ooit had geknipt (wat ook resulteerde in een beetje een andere Sophie) en we reden samen in een heerlijk koele auto naar het huisje waar we de aankomende week zouden verblijven. Weer vond er een shift plaats: ik was nu niet meer de ongemakkelijke reiziger, maar de relaxte vakantieganger die genoot van de rit tussen de wijnvelden met uitzicht op de Mont Ventoux. 

Op de dagen die volgden, had ik een soort routine gecreëerd: croissantje eten en een kopje koffie drinken, tas inpakken, twintig minuten zowel heuvel op als heuvel af naar de rivier toe lopen om vervolgens een koude duik in het water af te wisselen met het lezen van een boek in de rivierbedding. Ik voelde me mega op vakantie en dus heel anders dan in Amsterdam. Ik ken de omgeving erg goed en na 23 jaar weet ik dat menig Fransman ‘s ochtends om tien uur al een biertje zit te drinken op het terras van de plaatselijke bistro. De Provence voelt altijd als thuiskomen en ik heb het idee dat ik nergens zo goed tot rust kom als daar. Ik voel me hier dus enorm op vakantie en ik voel me mezelf, maar dan de relaxte, betere versie. Je zou het Sophie+ kunnen noemen. 

Nu ik weer terug ben in Amsterdam, waar de realiteit al snel op mijn deur klopt, verdwijnt die plus achter mijn naam. Ik ben weer gewoon de alledaagse ik: soms heel relaxed, zo nu en dan gestrest, maar vooral erg blij. Blij dat ik eindelijk ben aangekomen bij mijn laatste jaar aan de UvA, alvast uitkijkend naar de volgende vakantie waar ik misschien nog een andere Sophie zal tegenkomen. 

Plaats een reactie