Tekst /// Dorus Asselbergs Beeld /// Bob Foulidis
Vrees voor vaccinaties, The Great Reset en de inmiddels verwijderde podcasts van Lange Frans. De complotdenker wordt vaak weggezet als een tomeloze gek, weggetrokken naar de verre uithoeken van de maatschappij, om daar verder op te gaan in een collectieve psychose. Desondanks eisen theorieën over pedofielennetwerken, door de overheid geïnstigeerde volksvergiftigingen en reptielmensen een steeds grotere plek op in het publieke debat. Sinds de coronacrisis, het bestormen van het Capitool in Washington, en de oraculeuze verschijning van Qanon, is de complottheorie langzamerhand niet meer weg te denken. Met haar paradoxale karakter en steevaste gebrek aan bewijs, resteert de vraag echter hoe al die ongegronde verhalen toch zoveel mensen blijven trekken.
The Crosshair Collection
Laatst stond ik op de bus te wachten. En terwijl ik reikhalzend uitkeek naar het duo koplampen dat ieder moment de hoek om gereden komen kon, viel mijn oog plots op een olijfgroene sticker die op een lantaarnpaal geplakt zat. In witte, dikgedrukte Times New Roman letters stond er The Crosshair Collection, met daaronder een QR-code die me naar een net zo olijfgroene webpagina doorverwees. Eenmaal aangekomen op de desbetreffende webpagina werd ik weer doorverbonden naar een versleuteld Telegramkanaal, waarop afbeelding na afbeelding werd vertoond, van onder meer anti-NATO-leuzen, aan vaccinatienaalden geregen silhouetten en machinegeweren die een kogelregen aan YouTube-logo’s, Twittervogeltjes en Facebookduimpjes afvuurden – The Media is our Weapon.
What you don’t see stond erbij, voor de kinderlijk naïeve zielen die het allemaal nog niet doorhadden.
De groep ging gehuld in een soort vaagheid. Het was onduidelijk uit wie ‘we’ bestond, en verder, buiten de alomvattende tendens van ‘we zijn anti alles’, leek er ook geen daadwerkelijke rode draad te zitten in de onderwerpen die werden aangesneden. Zo was Kamala Harris een dictator, had Bill Gates nu ook het apenpokkenvirus uit zijn duim gezogen, en, zo werd mij door één van de afbeeldingen verteld, spelt de naam ‘Mickey’, als je het, geschreven in het Disney lettertype, horizontaal omdraait eigenlijk het woord ‘Wicked’. What you don’t see stond erbij, voor de kinderlijk naïeve zielen die het allemaal nog niet doorhadden. In de eerste instantie deed het eclectische samenraapsel van met name zwart-witte telegram-stickers me denken aan een met posters volgeplakt zolderkamertje van een of andere puberjongen, die na het zien van de film Trainspotting besloten heeft alleen nog pikzwarte T-shirts te dragen, ook te gaan roken, en zich bij iedere vorm van huiswerk luidkeels af te vragen ‘wat hij daar nu écht aan heeft’. Maar zodra ik iets dieper groef in zowel de chat zelf als de diverse links naar andere kanalen, ontwaarde ik al snel een netwerk dat verderging dan alleen hormonale disbalans en de frustratie die komt kijken bij het uit je hoofd moeten leren van het periodiek systeem: ik werd doorverwezen naar webshops waar je merchandise kon kopen, naar groepen vol zelfbenoemde zorgmedewerkers die het gebrek aan daadwerkelijke coronagevallen in ziekenhuizen nog eens aankaartten, naar blogposts met daarop waslijsten van allerlei alternatieve geneesmiddelen die dienen om zowel radiatie als het hoogst giftige fluoride in drinkwater tegen te gaan… Maar wat nergens te bekennen viel was een bronvermelding.
Bewijs
Het beste bewijs voor wat voor complottheorie dan ook is wellicht de geschiedenis. Complotten bestaan, dat staat vast. Er was Watergate, er waren Caesar en zijn vermeende zoon Brutus. Er was Edward Snowden, een zaak die na tien jaar nog steeds niet geheel is afgesloten. Het verleden is doordrenkt van diverse samenzweringen en de klokkenluiders die ze ooit aan het licht brachten. In die zin heeft de gemiddelde complotdenker niet geheel ongelijk: een complot is altijd mogelijk, en gaat daarbij, per definitie, zonder bewijs. Zij die complotten smeden wissen hun sporen sneller uit dan iemand met negen kilo kneedgum en een ontiegelijke hekel aan zijn eigen potloodtekeningen. En zo niet, dan verandert de samenzwering in een simpele samenwerking. Je zou zelfs kunnen stellen dat iemand die níet in complotten gelooft evenveel recht van spreken heeft als iemand die dat wel doet. Natuurlijk siert het een mens om zo goedgelovig te zijn dat hij/zij er gewoon van uitgaat dat Hillary Clinton niet daadwerkelijk het bloed van kinderen drinkt, en dat haar man, zelfs in het geheim, geen reptiel is, maar 100% zeker weet je dat eigenlijk nooit. Het bewijs voor een complottheorie is dus dat er geen bewijs is. Het werkt op eenzelfde manier als dan wel, of dan niet, in buitenaards leven geloven, in het hiernamaals, of in de werking van horoscopen. Het fundament voor een complottheorie is een gapend groot zwart gat, dat fungeert als een diascherm waar je, in feite, van alles op kunt projecteren; een onoverbrugbare kloof tussen wat de wereld je laat zien en wat je daarvan maken moet.
Zij die complotten smeden wissen hun sporen sneller uit dan iemand met negen kilo kneedgum en een ontiegelijke hekel aan zijn eigen potloodtekeningen.
Op een bepaalde manier is de gemiddelde complotdenker moedig. Hij timmert steevast door aan zijn brug, en iedere keer dat zijn zojuist aan elkaar gespijkerde rij met planken het ravijn in stort begint hij gewoon opnieuw. Maar op diezelfde wijze is zijn aanpak onderhevig aan wanhoop en een behoefte aan zwaarder geschut. Wat begon met een simpele, houten touwbrug verandert al snel in een verlangen voor een massief stalen ophangsysteem met daartussen een driebaansweg, en waar mogelijk nog een treinrails. Hoe verder de overkant, des te dieper de wens om er te geraken. Volgens Jaron Harambam, die een proefschrift schreef over de opkomst van complotten, 21 respondenten volgde, en daar een interview over gaf in Sociologie Magazine (1, 2017), heeft de groeiende interesse voor samenzweringen vooral te maken met vier zaken: het wegvallen van religie, de mogelijkheid van nepnieuws en de daaruit ontstane paranoia, democratisering, en globalisering, oftewel de uitwisseling van verschillende culturen en de mogelijke zelfkritiek die daarop volgt. Ironisch genoeg, gezien de losbandigheid waarmee termen als ‘dictatuur’ en ‘onderdrukking’ tussen haar aanhangers worden rondgegooid, ontstaat de complottheorie dus vooral uit vrijheid. Door de groeiende mogelijkheden om te gaan en staan waar men wil, om te geloven in wat voor entiteit dan ook, en te stemmen op iedere politicus die een spreektafel weet te bereiken, groeien ook de argwaan, de twijfel en de onzekerheid die bij een keuze maken horen. Misschien is de complottheorie dan ook niets meer dan dat: een onderbuikgevoel, een paar trillende handen, een genadeloos perfectionisme dat streeft naar de meest onmogelijke scenario’s, een klein en geniepig stemmetje dat maar blijft herhalen: ‘Wat als ik het niet bij het juiste eind heb?’
Internationale stickerdag
Op 1 juni was het internationale stickerdag voor de deelnemers van The Crosshair Collection. De oprichter van de groep, @American_Bandit, had in de afgelopen paar maanden meerdere ontwerpen verzameld die waren ingestuurd door andere leden, en die nu verkrijgbaar waren op zijn website, met de bedoeling om ze wereldwijd op allerlei lantaarnpalen en overheidsgebouwen te plakken. In de dagen die volgden kwamen er meerdere foto’s voorbij van plakplaatjes, glanzend in de zon, ergens tegen het onverschillige staal of het gedesinteresseerde steen van een verkeersbord of muur aangedrukt. Gezien de totale toevalligheid waarmee mijn oog weken eerder op de olijfgroene sticker viel, vraag ik me af of het, buiten de luttele vierhonderd leden van de Telegramgroep, veel mensen is opgevallen dat hun leefwereld ietwat verrijkt is geworden met een zoveelste vorm van sluikreclame. Desalniettemin hoop ik, een heel klein beetje, dat het voor de enthousiastelingen van The Crosshair Collection toch een geslaagde stickerdag was.