Tekst /// Kevin Hoogeveen Beeld /// Winonah van den Bosch
‘Zijn onze sterrenbeelden een match?’ Ik zat met de Ierse jongen die ik toendertijd datete op zijn bed. Hij wees me op een handige app, Co-Star, waarmee je je geboortehoroscopen aan elkaar kunt koppelen en de compatibiliteit kunt inschatten. Staat er werkelijk in de sterren geschreven wie voor jou een kandidaat-soulmate is? Wat als je ervaring botst met de voorspelling? Ik heb toen toch maar die app gedownloaded. Opende ik toen mijn ogen voor een werkelijkheid waarin de sterren over mijn lot bepalen, of onderwierp ik mij aan hen?
Astrologie gold vanaf ongeveer de dertiende eeuw als wetenschap aan Europese universiteiten. Ze was gekoppeld aan astronomie, wat kort door de bocht inhoudt: het door middel van wiskunde bestuderen van het heelal. Astronomie hield zich bezig met de ‘wetten’ (nomoi) of het ‘gedrag’ van de hemellichamen, terwijl astrologie zich bezighield met iedere andere vorm van kennis die uit de sterren af te leiden zou zijn, om bijvoorbeeld een natuurramp te voorspellen. Aan de wieg van deze wetenschappelijke discipline, de combi astrologie-astronomie, stond de bedelmonnik Albertus Magnus. In deze tijd was het aristotelische wereldbeeld dominant, waarin de hemellichamen in het bovenmaanse in perfecte cirkels om de aarde draaiden.
De eeuwen erna groeide de scepsis over de voorspellende eigenschap van astrologie. Vooral de kerk vond veel soorten voorspellingen aan de hand van sterren maar wat schimmig. Astronomie werd van astrologie ontkoppeld, want inmiddels waren knappe koppen als Brahe en Kepler dankzij de toepassing van wiskunde tot allerlei nieuwe inzichten gekomen. Astrologie verdween als wetenschappelijke discipline met de introductie van het Newtoniaanse wereldbeeld, waarin de invloed van planeten op de aarde een ander karakter kreeg, bijvoorbeeld in de zwaartekrachttheorie.
In de tweede helft van de negentiende eeuw blies de Britse theosoof Alan Leo de astrologie nieuw leven in. Het voorspellen van de toekomst was verboden in het christelijke Britse Rijk, dus astrologie ontwikkelde zich tot een soort kunst van het lezen van menselijke karakters. Leo beperkte zich wel tot de zonnetekens. Het zonneteken is het sterrenbeeld dat bij je verjaardag hoort. Inmiddels is astrologie wijdverbreid als vorm van spiritualiteit. Er zijn professionele astrologen die bijvoorbeeld werken met behulp van een boek met tabellen van de posities van de hemellichamen. Ook zijn er vandaag de dag veel amateur-astrologen. De ene horoscoop is van een betere kwaliteit dan de andere.
Als de combinatie van Venussen je vertelt dat de seks vrij gewoontjes gaat zijn vervliegt alle hoop.
Lange tijd wist ik niet veel meer dan mijn zonneteken. Ik hechtte er ook niet veel waarde aan. Een goede vriend van me liet tijdens een vakantie op Kreta een esthetisch verantwoorde weegschaal op zijn arm zetten. Ik geef toe, ik heb toen even getwijfeld of ik niet ook een leuk plaatje moest uitkiezen. Hij bood zelfs aan de inktkunst te financieren. Vanwege het vrij permanente karakter van een dergelijke afbeelding heb ik het aanbod destijds afgeslagen. Gedeeltelijk speelde mee dat ik mij niet zo uitdrukkelijk wilde vereenzelvigen met ‘mijn’ teken uit de dierenriem, het venijnige woestijndier de schorpioen.
Op bed met de Ierse jongen uit de inleiding kwam er wat verdieping in mijn tot nu toe redelijk oppervlakkige kennis over astrologie. Ik had weleens gehoord over maantekens en rijzende tekens, maar hoe dat bij mij zat was mij onduidelijk. Met wat aanmoediging heb ik toen maar de enige gebeld die antwoord op die alles bepalende vraag zou kunnen hebben: hoe laat ben ik nou precies geboren? Uiteindelijk was het mijn vader die de vraag beantwoordde, mijn moeder wist het niet meer precies. Met mijn geboortedag, -plaats en -tijd rolde uit de vers gedownloadede app Co-Star mijn hele chart.
In principe waren de beschrijvingen best treffend; niet alleen de karaktertrekken die bij zonne- en maanteken horen, maar ook de eigenschappen die verwacht worden bij Mars in het zoveelste huis van een bepaald sterrenbeeld. Ik ben wat spaarzaam in het delen van de persoonlijke details. Een docent Renaissance-esoterie vertelde namelijk ooit over hoe gevaarlijk het kan zijn je hele sterrenbeeld op het plafond van je eetzaal te schilderen. Niet alleen kunnen je vrienden dan checken of je echt zo’n Vissen met een vleugje Kreeft bent, maar ook je vijanden kunnen inschatten waar je zwakheden liggen. Ik heb geen echt geloof in astrologie, maar de beschrijvingen kloppen soms net iets te goed. Voorzichtigheid kan geen kwaad.
Terug naar de Ier. Over het algemeen waren we best een prima match – dacht ik toen. Een van de belangrijkste zaken die echter op het tegendeel wees was de manier waarop onze Venussen interacteerden. Venus zou invloed hebben op de seks. Soms date je iemand en denk je ‘Ja, hij is wel leuk. De seks is oké, maar kan beter. Misschien moet ik gewoon even geduld hebben’ of ‘Seks is niet het belangrijkste als je iemand datet met een langetermijnvisie’. Als de combinatie van Venussen je dan vertelt dat de seks vrij gewoontjes en tamelijk saai gaat zijn, vervliegt alle hoop. Ik heb geprobeerd deze ‘kennis’ over onze compatibiliteit niet van invloed te laten zijn, maar het speelde toch steeds in mijn achterhoofd. Uiteindelijk is het niks geworden. Dit lag niet alleen aan Venus.
De heerschappij van de sterren over mijn leven is afhankelijk van of ik mij aan hen onderwerp op niet.
Mijn geboortehoroscoop en de combinatie van onze charts hadden van alles te vertellen over hoe ik omging met conflicten, hoe de seksuele dimensie van een relatie zou zijn en wat ik zocht in een relatie met een ander. Het lezen van zulke voorspellingen heeft een zekere aantrekkingskracht, omdat de onzekerheid van de toekomst beangstigt. Ik vraag me hierbij wel af in hoeverre de voorspellingen zelfvervullend zijn. Als ik geen betere seks verwacht, ga ik dan mijn best doen om alles naar een hoger niveau te tillen? Als in de sterren geschreven staat hoe ik reageer in bepaalde situaties, neem ik die verwachting dan mee in hoe ik me opstel?
Zonder dat ik al te veel in ga op hoe het überhaupt mogelijk is dat sterren, soms al lichtjaren uitgedoofd, invloed hebben op mijn leven, is er bij mij dus enige scepsis. Ik geef hier dan ook wel gelijk toe dat ik met mijn christelijke achtergrond mijn bedenkingen heb bij alles dat als ‘occult’ geldt. Toen dezelfde Ier tarotkaarten voor me ging neerleggen voelde ik me al helemaal medeplichtig aan duivelse spelletjes. De uitkomst was vrij deprimerend, maar dat kon volgens de Ier liggen aan het feit dat ik me afsloot voor de energie die nodig was voor een waarachtige tarotlezing.
Wellicht kan iemand die bekwaam is in de astrologie aan de hand van mijn persoonlijke belevenissen en de uiting van mijn mening destilleren waar de planeten zich in mijn horoscoop bevinden. Desalniettemin vind ik het moeilijk blind te vertrouwen op astrologie. In mijn beleving is er welhaast een soort ‘geloofssprong’ à la Kierkegaard nodig om écht te geloven in astrologie. De overeenkomsten tussen voorspelling en karakterbeschrijvingen met de werkelijkheid is soms opvallend. Toch rest de vraag hoe hoog de mate van zelfvervulling bij zulke voorspellingen is, en hoe groot de invloed van karakterbeschrijving op je rolbepaling. Ik betrap me er wel eens op dat ik bij het formuleren van mijn ‘type’ rekening houd met wat er in mijn chart staat over de ideale partner. De heerschappij van de sterren over mijn leven is afhankelijk van of ik mij aan hen onderwerp op niet.
Zoals gezegd, het avontuur met Ier was al gauw ten einde. Ik heb nog niet uitgevogeld hoe ik onze charts kan ontkoppelen op Co-Star. Ondanks mijn scepsis is er een gevoel van kwetsbaarheid bij het idee dat iemand gewoon mijn chart kan bekijken. Door alle lichtvervuiling valt er in Amsterdam nauwelijks een ster te zien. Toch houden ze me bezig.