Een tocht door de psyche van complotdenkers

Vaccins, 5G, corrupte politici. Het afgelopen jaar lijken complottheorieën onontkoombaar te zijn. Waar komen ze vandaan en wat voor mensen geloven er nou eigenlijk in? Deze maand duikt Babel met Associate professor Jan-Willem van Prooijen in de hoofden van complotdenkers. Naast zijn werk op de afdeling van Experimentele en Toegepaste Psychologie aan de Vrije Universiteit is hij actief als senior researcher bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en als Bijzonder Hoogleraar Radicalizering, extremisme en complotdenken aan de afdeling Strafrecht aan de Universiteit van Maastricht.

Tekst /// Teske Wortman Beeld /// Juliëtte de Groot

Wat is de wetenschappelijke definitie van ‘samenzweringstheorie’?

”De wetenschappelijke definitie is een theorie over een groep mensen die in het geheim samenzweert met het plan om kwaadaardige doelen te bereiken. Je hebt natuurlijk de klassieke samenzweringstheorieën, zoals de theorie dat het coronavirus door mensen is gemaakt in een lab of allerlei theorieën over de 9/11-aanslagen, noem maar op. Maar het kan ook op veel kleinere schaal, zoals kinderen op school die denken dat leraren samenzweren om ze lage cijfers te geven. Dat is, op een ander niveau, ook een vorm van complotdenken.”

U heeft geschreven dat radicale theorieën vaak aan kracht winnen door schrijnende maatschappelijke gebeurtenissen. Is de pandemie ook zo’n soort maatschappelijke gebeurtenis?

”De pandemie versterkt het wij- versus zij denken. Het zet mensen tegen elkaar op en
dat werkt radicalisering en dus polarisering in de hand. We zagen dat ook na de 9/11-aanslagen bijvoorbeeld. Toen zag je ook in de samenleving tegenstellingen toenemen. Kort daarna volgde natuurlijk de moord op Pim Fortuyn en kwam het rechtspopulisme op. Dus ja, dat is wel inherent aan dat soort situaties. En ook op grotere schaal. Er zijn wetenschappers die hebben gekeken naar hoe radicale regimes aan de macht komen. Wat ze dan eigenlijk concluderen is dat crisissituaties een grote rol spelen. Het gaat dan vooral eerst even heel erg goed in de vorm economische voorspoed of territoriale uitbreiding, waarna het dan vaak in elkaar stort. Op dat soort momenten zijn samenlevingen extra gevoelig voor radicale leiders.”

‘De maatschappij is heel intolerant voor complotdenkers geworden en dat merken ze’

Denkt u ook dat er een link is tussen complotdenken en de mate waarin mensen zich aan de coronaregels houden?

“Er is inderdaad te zien dat complotdenken samenhangt met de mate waarin mensen van plan zijn zich aan de coronamaatregelen te houden. We hebben vorig jaar in april
bij een grote steekproef gevraagd in welke mate mensen geloofden in allerlei complot theorieën over het coronavirus. Acht maanden later, in december, bekeken we hoe hun
leven er toen uitzag. We zagen dat het geloof in complottheorieën in april goed kon voor spellen of mensen zich hadden laten testen op corona en als ze zich hadden laten testen of die test ook positief was, of dat mensen zich aan de maatregelen hadden gehouden. De maatschappij is heel intolerant voor complotdenkers geworden en dat merken ze, ze raken ook eerder hun baan kwijt.”

Hoe ga je het gesprek aan met iemand die in complotten gelooft?

”Dat is een vraag die ik vaak krijg. Ik ontvang regelmatig mailtjes van mensen wiens familie of vrienden helemaal wegzakken in complotdenken. Laat ik vooropstellen dat het niet makkelijk is. In elk geval is het van belang dat je in gesprek blijft met zo’n persoon. We vinden op sociaal vlak dat mensen die niet in complottheorieën geloven eerder een vriendschap verbreken met een complotdenker, dan vice versa. Als je een complotdenker de deur wijst dan ben je hem kwijt. Het is belangrijk om die persoon serieus te nemen, dus ga niet doen alsof jij het allemaal beter weet. Probeer niet op ze neer te kijken. Probeer oprecht geïnteresseerd in de denkbeelden van die persoon te zijn, maar laat wel weten dat je het er niet mee eens bent. Lees je ook in in de complottheorieën waar ze in geloven, zodat je goed weet wat de tegenargumenten zijn. Vaak kennen die mensen de tegenargumenten veel minder goed dan dat je je realiseert. Dat zijn de dingen die je kan doen, maar nogmaals, het is lastig. Je moet je eigenlijk ook afvragen wat voor relatie je wilt met deze persoon. Soms wil je gewoon met iemand door een deur kunnen blijven gaan omdat het een goede vriend of vriendin van je is. Of misschien is het zelfs je zoon of dochter. Als je uiteindelijk onderling begrip krijgt, is dit niet per se een slechte uitkomst, want dan blijf je wel met die persoon in gesprek en blijf je wel gewoon vrienden. Dan heb je tenminste nog een toekomst met die persoon. Uiteindelijk is er maar één iemand die uit het konijnenhol kan klimmen en dat is die persoon zelf. Je kan wel helpen, maar er is ook een grens aan wat je kan doen.”

Is complotdenken eerder gegrond in emotie of eerder in iets rationeels, zoals de drang om kritisch te willen denken?

Er is inderdaad een aardig discrepantie tussen wat complotdenkers zeggen en wat we in onze data zien. Wat we in onze data zien is dat complotdenken heel emotioneel is;
het hangt heel nauw samen met gevoelens van angst en woede. Complotdenkers vinden zichzelf vaak juist enorm kritische denkers. Het probleem daarmee is dat het helemaal geen kritische denkers zijn. Rutte en De Jonge zijn bij wijze van spreken nog niet uitgesproken en je hebt het al terzijde geschoven omdat je denkt dat het allemaal een grote leugen is. Dat is niet kritisch denken. Het is juist heel makkelijk om dingen al bij voorbaat terzijde te schuiven en achter van die internetprofeten aan te hollen.”

Wat zou de regering kunnen doen tegen complotdenken?

“Wat de Nederlandse regering nu doet is vrij goed. Er zijn heel veel persconferenties, er wordt uitgelegd waarom maatregelen genomen worden en alle vragen van journalisten worden netjes beantwoord. Ik weet niet perse of het hieraan ligt maar complotdenken is in Nederland vele malen lager dan in heel veel andere landen. In mei was er een representatieve steekproef onder de Nederlandse bevolking waarbij onder andere werd gekeken naar hoeveel mensen dachten dat het coronavirus in een lab gemaakt was. Dat was op zich wel grappig want uit de resultaten kwam een percentage van vijftien. Ik was in een radioprogramma en daar vroegen ze of ik ervan schrok dat het zo hoog was. Toen was mijn antwoord: ‘Nee, eigenlijk ben ik verbaasd dat het zo laag is.’ Want in bijvoorbeeld de Verenigde Staten was exact hetzelfde ook getoetst en daar was het bijna dertig procent en in Canada idem dito. In Australië was het bijna veertig procent. Eigenlijk valt het in Nederland wel mee. We hebben ook data waarbij we gekeken hebben naar complotten binnen de veertien EU-landen. Daar hebben we gekeken naar conspiracy mentality, dat is gewoon een hele algemene neiging om in complottheorieën te geloven. We hadden stellingen zoals ‘Er gebeuren veel dingen
achter de schermen waar burgers geen weet van hebben.’ Ook daar deed Nederland het eigenlijk heel erg goed in vergelijking met veel andere landen. ”

‘Eigenlijk valt het in Nederland wel mee’

Zijn er manieren waarop complotdenken in Nederland afwijkt van andere landen?

”In Nederland vind je een U-curve. Complotdenken is dus eigenlijk sterker onder SP-stemmers en PVV- en FvD-stemmers, dan de meeste gematigde partijen. In de Verenigde Staten is het echt wel anders, daar heb je een tweepartijenstelsel en daar is complotdenken echt wel sterker onder Republikeinen dan onder Democraten. In Oost-Europa zijn er ook een aantal landen waar het juist weer sterker is aan de linkerkant. Hetzelfde geldt voor Spanje, waar je wel een radicaal linkse partij hebt maar niet echt een Wildersachtige rechtse partij. Dus het hangt ook af van de politieke cultuur van een land. Wat Nederland wel uniek maakt is dat er twee hele duidelijke rechts-populistische partijen zijn die het meestal heel goed doen in de peilingen, maar dat er ook een heel duidelijke links-populistische partij is, de SP, die het ook goed doet in de peilingen. Heel veel andere landen hebben dat niet. Dat maakt Nederland wel interessant voor onderzoek.”

Hoe denkt u dat de ontwikkeling van de media bijdraagt aan de mate waarin mensen in complottheorieën geloven?

”De media hebben daar natuurlijk veel invloed op. Laat ik het zo zeggen, wat de media natuurlijk kunnen doen zijn een aantal dingen. Ten eerste, wat ik in het verleden veel gezien heb en wat echt heel verkeerd is, is complotdenkers een gelijkwaardig podium geven als een expert. Ik heb een keer een talkshow gezien en aan de ene kant van de tafel zat een anti-vaxxer en aan de andere kant een viroloog en die gingen met elkaar in gesprek. Dat is echt een totaal verkeerde setting. Goede wetenschap gaat uit van twijfel, wetenschappers zijn vaak heel twijfelachtig en hebben allemaal mitsen en maren, terwijl die antivaxxer het allemaal heel goed denkt te weten omdat hij een paar websites heeft gelezen, dus die geeft heel zelfverzekerde antwoorden van ‘zo en zo zit het en ik heb gewoon gelijk.’ In een gesprek tussen een anti-vaxxer en een viroloog heeft de viroloog gewoon 99 van de 100 keer gelijk en die anti-vaxxer heeft dan ongelijk. Het zijn geen gelijkwaardige meningen dus zo moeten ze ook niet gepresenteerd worden. Ik zou complotdenkers met heel ongefundeerde meningen gewoon niet al te veel een podium geven.”

Waren er honderden jaren geleden ook al mensen die in complotten geloofden? Is complotdenken iets van alle tijden?

”Het is een vergissing om te denken dat dit allemaal maar door het internet komt. Ook zonder internet was Lange Frans een complotdenker geweest, dat weet ik helemaal zeker. Ik denk wel dat het internet een nieuwe dynamiek heeft gebracht. Ik weet niet of het per se het geval is dat mensen er meer in zijn gaan geloven door het internet. Misschien een aantal specifieke complottheorieën wel hoor. Bij bijvoorbeeld anti-vax denk ik wel echt dat het internet het een boost heeft gegeven. Ik denk dat door echokamers de complottheorieën extremer worden en dat ze een beetje gekker worden eigenlijk, omdat het om veel minder bewijs vraagt. Om twee historische voorbeelden te geven: de moord en Kennedy of 9/11. Hierbij gingen mensen nog op zoek naar bewijs om te proberen een theorie te construeren. Tegenwoordig is de redenering: ‘We zijn het niet eens met de bewindvoerders, want die mensen zijn allemaal satanistische bloeddrinkende pedofielen,’ en dat is het dan. Dit wordt volop rondgeschreeuwd in die echokamers waardoor langzamerhand de consensus ook het bewijs vormt. Dynamieken als deze zijn wel nieuw maar tegelijkertijd werd er in de middeleeuwen waarschijnlijk veel meer in complottheorieën geloofd dan nu. Ik bedoel, heksen bestonden en die werden verbrand omdat ze samenzwoeren met de duivel. Ik heb recent een boek van een historicus gelezen en zijn theorie is dat complottheorieën juist sinds de jaren vijftig zijn afgenomen en nu door de pandemie weer een klein beetje opleven. Ik denk dat het altijd bij de menselijke natuur zal horen, het zit echt in de mens ingebakken. Het is menseigen om een groep die ze niet zo goed kennen te wantrouwen en dan ook het zekere voor het onzekere te nemen door er theorieën over te bedenken. Ik heb geen glazen bol, maar ik vermoed dat complotdenken in de toekomst eerder minder dan meer wordt, maar dan heb ik het niet over de eerstkomende vijf jaar maar over de eerstkomende honderd jaar.”

U zegt dat het zit ingebakken in de menselijke natuur. Is er een evolutionaire reden waarom we zo denken?

Eigenlijk moet je het zo zien: wat is in de evolutionaire geschiedenis van de mensen nou een van de grootste bedreigingen geweest om het leven van mensen vroegtijdigte beëindigen? Een van de grootste bedreigingen is altijd groepen andere mensen. Oorlogen, stammenstrijd, noem maar op. Onze theorie is dus dat in zo’n gevaarlijke periode als de prehistorie – vergis je niet het was in de prehistorie veel gevaarlijker dan het nu is – het veel gebruikelijker was om vroeg dood te gaan, omdat je vermoord werd door anderen. In zo’n situatie is het best adaptief om andere groepen niet zomaar te vertrouwen. Om te denken ‘Hé, de stam die daar zit, wat zijn die van plan?’ Als je snel complotten ziet dan verhuis je ergens naartoe waar het wel veilig is en als dat niet zo is dan blijf je zitten en kun je dus inderdaad slachtoffer worden van genocide. Dus we denken wel dat het evolutionair nut heeft. Je ziet het ook terug bij jager-verzamelaarsamenlevingen. Natuurlijk denken ze niet dat corona in een lab is gemaakt, maar wel zoiets als: ‘Iemand in onze stam is doodgegaan en dat kunnen wij niet goed verklaren. Dat andere dorp daar heeft vast tovenarij gebruikt.’ Dit soort denkwijzen kunnen ook echt aanleiding zijn voor oorlogen.”

U zei net dat gemarginaliseerde groepen vaak vatbaar zijn voor complotdenken, maar ik had eerder verwacht dat het andersom zou zijn. Dat complotdenkers een verklaring zoeken om hun discriminatie te verantwoorden.

”Dat is een heel goed punt. Dat is inderdaad een wisselwerking. Want complotdenken komt vaker voor onder gestigmatiseerde minderheidsgroepen, maar tegelijkertijd zijn er ook heel veel complottheorieën over die groepen, met name in extreemrechtse kringen. Denk bijvoorbeeld aan Anders Breivik die een enorm manifest op het internet publiceerde voordat hij die jongeren op Utøya vermoordde. Het manifest stond vol met Eurabia-theorieën, dus dat er een complot is tussen linkse politici en moslimleiders om een moslimstaat van Europa te maken. Dus ja, in extreemrechtse kringen zijn dit gangbare complottheorieën. ”

Het lijkt alsof iets in ons ertoe leidt dat we het gevoel hebben dat we om iets goeds
te bereiken een ander onder de bus moeten gooien.

”Naarmate mensen sterker overtuigd zijn van hun morele gelijk, naarmate ze ook minder tolerant worden jegens mensen met andere opvattingen. Sterk overtuigd zijn van je morele gelijk komt ook vaker voor bij radicale groepen. Dat is ook het gevaar van polarisering, dat mensen eigenlijk een beetje lijken te vergeten wat het ideaalbeeld eigenlijk moet zijn, namelijk een democratie waar mensen het met elkaar oneens mogen zijn en dat dat juist iets goeds is. Die andere groep die moet gewoon hun mond houden of ze moeten de gevangenis in. Wat wij vinden is de ultieme objectieve waarheid en is hoe de maatschappij eruit moet zien. Het geloof dat er simpele oplossingen zijn voor complexe problemen is iets wat samenhangt met radicalisering.”

Het gaat over het gevoel van het beter weten. Is er een soort intellectuele arrogantie, omdat mensen het beter denken te weten dan experts?

”Laat ik het omdraaien. Intellectuele bescheidenheid, dus het besef dat je het niet goed weet, is volgens mij een hele goede voorspeller of je een goede wetenschapper wordt of niet. Socrates zei het al: ‘Het enige wat ik weet is dat ik niets weet.’ Terwijl het juist een van de meest wijze mensen van zijn tijd was. We zien dat ook inderdaad bij complotdenkers terug, zelfoverschatting. En ook bij radicale groepen, ze zijn overconfident. Het hangt ook samen met het KrugerDunning-effect: hoe zelfverzekerd ben je over je kunnen en hoe goed ben je echt? Bij de meest incompetente mensen is dat verschil juist het grootst. Incompetente mensen zijn juist heel zelfverzekerd. Terwijl als je ergens heel veel van weet, als je een expert bent op een bepaald gebied, en je leert er steeds meer en meer over dan ga je ook steeds beter zien dat het allemaal complex is en word je behoedzamer in je uitspraken. Maar mensen met van die hele stellige rechtlijnige uitspraken van zo zit het en niet anders, dat zijn vaak waarheidsprofeten die je juist moet mijden.”

‘Mensen met van die hele stellige rechtlijnige uitspraken van zo zit het en niet anders, dat zijn vaak waarheidsprofeten die je juist moet mijden’

Wat zou een complotdenker denken wanneer ze uw werk lezen?

”Er zijn wel wat complotdenkers die volgen wat ik doe. Ik denk niet dat ik ze echt op andere gedachten breng. Ik heb in ieder geval nog nooit een mailtje gehad met de boodschap ‘Dank u wel, dankzij u ben ik van mijn complottheorieën af.’ Zo werkt het ook volgens mij ook niet. Mijn onderzoek gaat niet over de vraag ‘Heeft het coronavirus iets met 5G te maken?’ Het gaat om de vraag ‘Wie gelooft er wel in en wie gelooft er niet in? En hoe komt dat?’ Desalniettemin, complotdenkers worden weleens kwaad. Alleen al de termen ‘complotdenken’ of ‘complotgeloof’ zijn al voldoende, want dat zien ze als laat-dunkend en ze voelen ze zich in een hoekje gestopt.”

Wat ik zelf veel opmerk is dat mensen die in complottheorieën geloven zichzelf vaak in een slachtofferrol plaatsen.

”Klopt. Eigenlijk hangt dat samen met stigmatisering. Op het moment dat je het gevoel hebt dat je onderdrukt wordt, dat je eigenlijk een tweederangsburger bent, dan stimuleert dat complotdenken. Mensen die coronavaccins niet willen, zullen dat nu toch wel voelen. Dat neemt niet weg dat een vaccin nodig kan zijn. Ik vond eigenlijk wel dat Hugo de Jonge dat laatst heel aardig zei: ‘In welke mate moet onze vrijheid beperkt worden om jou vrij te laten zijn om geen vaccin te nemen?’ Dat is best een discussie die je mag voeren. Onbeperkte vrijheid bestaat niet. Ik ben ook niet vrij om iemand te bestelen of om iemand te vermoorden. Je ontneemt iemand anders daar zijn vrijheid mee. Ik denk dat die kwestie van vrijheid op een andere manier nu ook
de discussie is. Je kan mensen niet dwingen een naald in hun lichaam te steken, maar mag je dan wel andere eisen stellen om het verspreiden van het virus tegen te gaan? Ik vind van wel.”

Plaats een reactie