Een magische kus om middernacht in een met regen overgoten Parijs; verzonken in elkaars ogen aan een met kaarslicht gedekte tafel of een huwelijksaanzoek in het reuzenrad, zwevend boven de stad. Idealistische Hollywoodscènes en daverende romantiek worden vereenzelvigd met het hedendaagse idee van liefde. Echte liefde bestaat alleen nog maar in de gedaante van hartstochtelijke expressies, met een commercieel perspectief vastgeketend aan sociale verwachtingen. Bestaan waarachtigheid en eenvoudige menselijkheid nog in de wereld van de liefde, of hebben we deze onherroepelijk overhandigd aan de kunstmatige romantiek en de maakbaarheid?
Tekst /// Jens Rummens Beeld/// Katja Schraag
Bevend kijk je naar de moderne eis voor échte liefde en vraag je jezelf voor de zoveelste keer af wanneer jij spontaan en stuntelig tegen de liefde van je leven zal aanbotsen op een zwoele zomeravond in een afgelegen Italiaans dorpje. Is het nog te vroeg om te zeggen dat we onze eis voor de liefde volledig laten bepalen door de illusies uit films, reclame en briljante geschriften? Of reeds te laat? Diep vanbinnen zit er bij ons allen een zenit van een romantisch ideaal verborgen dat de maatstaf vormt voor onze benadering van de liefde. Gefrustreerd swipe je erop los, hunkerend naar een match voor je romantisch misverstand. Maar is dat zenit haalbaar of is het bedrog? Daadwerkelijk een romantisch misverstand? Voor we door fantaseren naar de romantiek, behoren we de existentiële startpositie te belichten. Om een uitweg uit dit chaotisch bestaan te bieden, ontstonden er sociale richtlijnen, hier ontbrak echter een element van authenticiteit. Een element dat later cruciaal blijkt te zijn voor de liefde.
De angst om achter te blijven
Duits filosoof en socioloog Erich Fromm begint in zijn werk The Art of Loving met de positie dat de mens zich moet bevrijden van een existentiële kwaal, namelijk dat hij onherroepelijk gedistantieerd is van het dierenrijk en nu zelf een soort harmonie in zijn leven moet voltrekken. Hij bevindt zich niet langer binnen het veilige domein van dierlijke instincten, maar wordt in een bestaan geworpen waar hij vrij is en de verantwoordelijkheid krijgt de welluidendheid ervan te vormen. Volgens Fromm resulteert deze taak van een harmonie te vinden in de drang om te verenigen. Een nog fundamentelere reden om te verenigen dan een welluidende bestaansharmonie is de angst om alleen achter te blijven. De vrees om in die eenzame existentiële kwelling achter te blijven, waar alle wegen leiden naar krankzinnigheid.
Fromm vertelt over de historische vormen van vereniging zoals stammen, religie, sektes en veel meer. Deze verenigingen hadden vaak een mythisch karakter en verwezen naar een hoger goed. Deze groeperingen hebben in het moderne tijdperk echter plaats moeten maken voor een sociaal conformisme. Zoals je weet heersen er sociale tendensen en normen. Nu ligt het probleem bij het lot dat je je noodgedwongen aan een sub-identiteit moet conformeren, omdat je anders in het existentiële limbo wegzakt. Je identiteit werkt zich niet langer uit tegen de achtergrond van je overtuigingen en passies, al zal dit wellicht wel zo worden gedacht. Vanwege een gebrek aan andere toelaatbare opties worden we gedwongen uitgetekende paden te bewandelen waarin onze ‘uitingen’ of ‘overtuigingen’ te openbaren zijn. In andere woorden behoor je een sociaal model te kiezen dat zich het dichtst bij jouw persoonlijkheid bevindt. Omwille van de dominantie van de sociale richtlijnen ga je hieronder gebukt, ofwel zet je je hier van af maar verlies je haast alle mogelijkheden tot waarachtige verbintenis.
Dit moderne tijdperk wekt wellicht de illusie een uitweg te bieden uit de existentiële kwelling. Een vereenzelvigbaar model dat jou een lege zekerheid biedt waardoor je ontlast wordt van de gedoemde verantwoordelijkheid die als het zwaard van Damocles boven jouw bestaan hangt. Maar het is juist binnen deze modellen of levensschema’s waar het gif van de hedendaagse maakbaarheid sluimert en vervolgens ook de romantische misverstanden.
De maakbaarheid en ik
Menig Babel-lezer hoef ik wellicht niet meer te overtuigen van de gigantische invloed die de sociale structuur uitoefent op de mensen. De structuur die nu de identiteitsmodellen boetseert lijkt duidelijk het vrijemarktdenken te zijn: we identificeren ons middels consumptiegoederen, alles is vervangbaar of kent een prijs en de deugd van succes heeft een perverse draai gekregen. Er wordt bij de meeste mensen zelfs een hele bestaansdynamiek gevormd rond dit laatste. Succes uit zich in dit moderne tijdperk in totalitaire zin: je behoort sportief te zijn, populair, spontaan en, tja, rijk uiteraard. Het complete plaatje bestaat uit een egocentrisch gedreven zelfontwikkeling binnen dit kader van maakbaarheid. Uit deze sociale structuur die een extreme nadruk legt op het individu volgen ook logischerwijs modellen die niet verder reiken dan de maakbaarheid van het zelf. Voor een voorbeeld van een uitwerking hiervan hoeven we niet verder te zoeken dan onze favoriete app: Instagram. Je ziet direct hoe haast elk individu zodanig aan zijn profiel sleutelt om maar zo dicht mogelijk te komen bij de perfectie van zijn gekozen identiteitsmodel. Uiteindelijk zijn deze individuen niet meer aan het doen dan zichzelf aanprijzen als een gewild product. Jijzelf, als persoon, wordt als het ware een consumptiegoed, gedwongen jezelf te verkopen.
Beminnen en beminnelijkheid
De net besproken bestaanswijze heeft niet onverwachts een schadelijke invloed op onze benadering van de liefde. Binnen de focus op het bouwen van een zelf ontbreekt de ruimte om de ander geestelijk te benaderen. Het betreft het verschil tussen wat Fromm ‘to love’ en ‘being loveable’ noemt. In zijn werk voert hij vanzelfsprekend een pleidooi voor het eerste: beminnen. Maar de problematiek in kwestie betreft het tweede: een (ziekelijke) obsessie met ‘beminnelijkheid’. Hierbij verwijs ik dan terug naar het eerder vernoemde sociale maakbaarheidsperspectief van onze horizon. Het verkrijgen van aantrekkelijke kwaliteiten is de illusoire noodzakelijkheid geworden om liefde te bereiken. Het betreft niet langer een verstandhouding maar de liefde voltrekt zich op een haast vulgair niveau. Je partner wordt een doel in de verwezenlijking van jezelf: een symbool voor de geslaagdheid van jouw identiteitsmodel. Zeker wanneer we ons bevinden binnen het domein van de liefde stuiten we op een contradictie wanneer het bereiken van liefde gaat middels de maakbaarheid van het individu.
Het verkrijgen van aantrekkelijke kwaliteiten is de illusoire noodzakelijkheid geworden om liefde te bereiken
Als individu kijk je enkel naar jouw eigen persona wanneer je bezig bent met je beminnelijkheid. Het verkrijgen van een partner wordt onderdeel van die blik op het persona. Tegenwoordig ben je bezig met de opdracht je zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Aan de hand van de sociale maatstaven kan je dus op een schematische wijze tot de liefde komen. Het verkrijgen van een relatie is dus niets meer dan een simpele rekensom geworden. Want binnen deze illusie is de regel dat een geslaagde zelfverwezenlijking beloond moet worden met een symbool voor die geslaagdheid: een partner. Dit is vergelijkbaar met de Amerikaanse werkethiek: als je hard werkt dan zul je beloond worden: werk je hard genoeg aan je identiteitsontwikkeling dan zul je een partner weten te strikken. Zo is een partner een soort van materiële beloning geworden. Maar daarnaast ook een schild tegen het existentiële limbo.
Maar liefde draait om het beminnen. Haar expressie ligt in het geven van jezelf aan de ander. En wanneer dan consumptiedenken die wereld van menselijkheid en verbintenis koloniseert, word je vervolgens gedwongen authenticiteit te zoeken binnen het sociale conformisme. Nu is het jammer genoeg zo dat ook geestelijke authenticiteit met uitsterven bedreigd is. Want niet alleen op niveau van carrière of uiterlijk heersen er aantrekkingsnormen maar ook op niveau van karaktereigenschappen. We zitten in een tendens waarbij we onze uniciteit weg disciplineren omwille van de angst voor eenzaamheid die rondspookt in het achterhoofd. Het lijkt om een paradoxaal gegeven te gaan wanneer bij de noodzaak van geestelijke verbintenis een wereld aanwezig is waar sociaal conformisme de bovenhand heeft: hoe kan men in een wereld van afgevlakte personaliteiten komen tot een waarachtige verstandhouding?
Liefde is meer dan het pronken met je kersverse aanwinst op de partnermarkt, en meer dan alleen een mooie verschijning zijn.
Is het niet zo dat diep van binnen juist de unica van een persoon jou aantrekken, zij het de perfecte imperfectie? Maar wanneer men zelf geconformeerd gaat denken en populaire principes hanteert, hoe kan je dan ooit nog een diepgaand gesprek voeren met je partner? Fysiek aantrekkelijk ben je maar even, maar de geest zal bijna voor altijd blijven. Liefde is meer dan het pronken met je kersverse aanwinst op de partnermarkt, en meer dan alleen een mooie verschijning zijn. Het draait om een verbintenis, een begrip. Iemand waarvan je niets verwacht en toch respecteert, een persoon waar je de rest van je dagen mee wilt slijten. En met deze insteek kan je maar beter even nadenken over het kiezen tegen welke persoon je, of misschien nog beter, welke persoon tegen jou een heel leven zal lopen aan lullen. In essentie ligt dan ook een pure vriendschap niet ver verwijderd van liefde, minus het seksuele aspect wellicht. In een relátie, en zeker in een liefdesrelatie, ligt de kern in de interpersoonlijke afhankelijkheid. Als twee personen uit zijn op het geven van zichzelf aan de ander, zullen beiden ook altijd ontvangen.
Elementen van de liefde
Om nu terug te komen bij waar we vertrokken waren: het lijkt erop dat we er niet in geslaagd zijn − bewust of onbewust − een uitweg te vinden uit de existentiële put. De oplossing van het vrijemarktdenken en de sociale structuur schiet tekort. Het identiteitsmodel dat met zijn maakbaarheid de liefde op het oog heeft, struikelt over zijn eigen individualisering. De nadruk op beminnelijkheid, die gebonden is aan sociaal conformisme, resulteert in het steeds meer verwijderd raken van authenticiteit en geestelijke verbintenis. Uiteindelijk leidt dit pad ons terug naar af: de begeerte naar beminnelijkheid kan geen liefde garanderen en hierdoor dreigt de existentiële verdoemenis terug aan ons bewustzijn te knagen. Is daarbij niet elke poging van Hollywood om een romantisch verhaal te poneren de expressie van een innerlijke drang zo ver mogelijk van die existentiële dreiging te geraken?
Hoe dan ook zal beminnen altijd het antwoord zijn. De wereld wordt stelselmatig een koudere plek, door een gebrek aan verbintenis die we simpelweg kunnen bereiken door wat meer te houden van elkaar. Liefde is niet eendimensionaal: verbroedering, verbintenis, vergevingsgezindheid en basale menselijkheid zijn hier de uitingen van. Laten we proberen meer te geven en bij de ander op zoek te gaan in de plaats van die kille obsessie met onszelf. Want waar de wereld nu meer dan ooit behoefte aan heeft, is liefde.