Tekst: Max Rensink /// Beeld: Dorota Dabrowska
Eindelijk heb ik beet. Na wekenlang tevergeefs op Marktplaats te hebben gezocht, heb ik een mooie houten kast voor een goede prijs gevonden. Hij is aan de grote kant, maar zal zeker mooi staan in ons nieuwe huis.
Mijn vriendin en ik halen de kast samen op. De aardige verkoopster laat hem aan ons zien: hij is groot, maar niet ál te zwaar als de vier grote lades eruit zijn. De kast moet naar beneden vanaf de eerste verdieping. We moeten twee keer terug omhoog om de kast onder een andere hoek de trap af te krijgen. Toch staan we na een kwartier buiten en halen we opgelucht adem, niet wetende dat het avontuur dan pas echt begint.
Wanneer we de achterbak van de grote stationwagen namelijk openklappen, blijkt de kast te hoog te zijn. Dan maar op zijn zij? Past niet. Schuin? Past niet. Via de zijdeur? Past met geen mo- gelijkheid. We kijken elkaar geschrokken aan. Het zal toch niet? Ondertussen staat de vrouw ongerust door het raam naar ons te turen. We besluiten het nogmaals te proberen op de zijkant. De uitstekende poten zijn duidelijk de beperkende factor. Wat als we harder duwen? De poten kraken, maar de kast gaat niet voorbij het smalste stuk van de achterbak.
De vrouw komt naar buiten met haar hond en vertelt ons dat Marktplaats een bezorgservice heeft. Ze leeft duidelijk met ons mee. We bedanken haar voor de tip, maar hebben daar nu weinig aan. We besluiten het nog één keer te proberen en duwen keihard tegen de kast, met het risico dat de poten het begeven. Met een luide kraak schiet de kast de auto in. Gelukt!
Nu de lades nog. Maar… die passen ook niet. De moed zakt ons in de schoenen. Met veel geschuif, geduw, beperkt ruimtelijk inzicht, wat gevloek en een hele hoop geluk zitten alle lades na een uur eindelijk in de auto. De vrouw is inmiddels teruggekomen en geeft ons een deel van het geld terug. ‘Voor de benzine,’ zegt ze. ‘Uit medelijden,’ denk ik. De achterklep kan niet dicht, dus die maken we met een touw provisorisch vast aan de trekhaak. We besluiten over B-wegen terug naar huis te rijden, want zo over de snelweg voelt niet geheel veilig. In de auto vervloek ik mezelf: waarom heb ik niet beter naar de afmetingen gekeken?
Wanneer we eindelijk bij ons huis zijn, moet de kast alleen nog drie trappen op. Op de tweede, smallere trap komen we natuurlijk muurvast te zitten. Weer zijn het de poten die ons dwarszitten! Na wanhopig overleg besluiten we de poten eraf te slopen. Het kan echt niet anders. Wanneer dat eindelijk gelukt is, krijgen we de kast naar de derde verdieping en ploffen we uitgeput neer op de bank. De hele exercitie heeft meer dan vier uur gekost. We kijken elkaar aan en ik zeg: ‘Vind je de kast eigenlijk mooi?’