Hoger onderwijs op losse schroeven

Als vicevoorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) informeert Freya Chiappino (1997) Kamerleden over de belangen van studenten. Daarnaast voert ze het woord op radio en tv, volgt ze discussies omtrent het hoger onderwijs op de voet én is ze tussen de bedrijven door druk bezig met haar studie Filosofie.

Tekst /// Jens Rummens  Beeld /// Amanda Vlieger

Vorig jaar was Freya nog voorzitter van de Faculteit der Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Je ziet al gauw hoe groot haar affiniteit is voor het hoger onderwijs en de kwaliteit daarvan. Ik vraag haar naar de positie van de LSVb in de politiek en het gewicht van hun standpunten in de Tweede Kamer. Daarna tracht ik inzicht te verwerven in haar persoonlijke kijk op de heden daagse tendensen in het hoger onderwijs en de politiek die daaraan ten grondslag ligt.

Onafhankelijke organisatie

De Landelijke Studentenvakbond heeft een activistisch verleden. Dit begint in de jaren 70, wanneer studenten het Maagdenhuis bezetten en op andere plaatsen in het land protesteren. In deze landelijke ophef ontstaat een grote beweging van verschillende
studentenbonden, die in 1983 samen de Landelijke Studentenvakbond vormen. In de
opeenvolgende decennia versterkt de LSVb haar positie tot een onmisbaar onderdeel in het politieke discours. De LSVb wordt daarbij vaak bestempeld als linkse organisatie. Freya meent dat dit komt ‘doordat wij als landelijke studentenvakbond een redelijk activistisch karakter hebben. Om druk uit te voeren op de bestuurstafels is actievoeren een doorslaggevend middel.’ Ze vervolgt: ‘Het is trouwens niet zo dat rechts georiënteerde studenten niet welkom zijn bij ons, integendeel. Ik ver onderstel dat zij zich dan misschien minder thuis voelen bij het actievoeren op straat. Maar dat neemt niet weg dat het onmogelijk is. Een oud-bestuurslid van onze organisatie is nu Tweede Kamerlid bij de VVD. Zo zie je maar dat ook mensen met een niet-linkse gezindheid zich willen inzetten voor de studenten.’ Met deze zin concludeert Freya dat ‘het niet draait om je positie in het politieke spectrum. De LSVb is ermee gemoeid om alle studenten te vertegenwoordigen: een student is een student. Wij willen dat alle studenten in Nederland goed onderwijs kunnen krijgen en daar de kans toe hebben, opdat iedereen de mogelijkheid heeft zich te ontwikkelen. Want daar draait onderwijs om.’

De student wordt niet meer als mens gezien

Met z’n allen maken we het verschil

Medezeggenschap staat dus centraal bij de LSVb. Er behoort interactie te zijn tussen
student en onderwijsinstelling. Freya legt uit: ‘Wij vinden dat de stem van de studenten op alle verschillende plekken op hogescholen en universiteiten te horen moet zijn. Vaak zonder dat de student het direct door heeft, is het de student die de beleidskeuzes ervaart. Kijk bijvoorbeeld naar een verandering die de medezeggenschapsraad van de geesteswetenschappen heeft doorgevoerd. Zij hebben ervoor gezorgd dat studenten ook een voldoende kunnen herkansen. Dit lijkt wellicht op het eerste gezicht een kleine en misschien zinloze maatregel, maar dit helpt ambitieuze studenten en alle gedreven studenten in de toekomst hun gemiddelde op te krikken. Dit wordt nog belangrijker als je weet dat je voor research masters een bepaald quota moet behalen om te kunnen deelnemen. Het feit dat je door die maatregel een vak kan herkansen waar je een te laag cijfer voor had, stelt de student in staat alsnog de quota te halen.’

‘Maar tegenwoordig is de medezeggenschapsraad gedaald in bekendheid’, geeft Freya met veel spijt aan. Het gemeenschapsgevoel van de universiteit zou hierdoor gedaald zijn. Voor deze daling in populariteit was er volgens Freya een groter algemeen bewustzijn van wat er op de universiteit speelde. Freya gelooft dat het te maken heeft met het gevoel dat iedereen meer bezig is met zichzelf, en dan niet per se op een egoïstische manier. Dit is bijvoorbeeld het gevolg van dat iedere student een grotere studieschuld moet aangaan. Daarmee word je gedwongen om je alleen met de studie bezig te houden en deze goed en snel af te ronden.

‘Waarom verder de medezeggenschapsraad minder bekend is dan vroeger’, besluit
Freya nog, ‘lijkt me omwille van de overvloed aan informatie. Daar hebben wij als individu in deze maatschappij al last van, maar voor de student van de universiteit en hogeschool is dat ook erg lastig, en zo ook voor de medezeggenschapsraad. Wat wij zien als LSVb is dat het voor de gemiddelde student veel makkelijker is om voor grote problemen de straat op te komen da de “kleinere” individuele kwesties. Je wordt ineens geconfronteerd met allerlei verschillende grote problemen uit verschillende landen waardoor je jouw eigen dingen waar je tegenaan loopt als minder belangrijk gaat ervaren.’ Hierdoor dreigen studenten de kracht te verliezen om voor zichzelf op te komen. Dat brengt grotere gevolgen met zich mee dan je zou denken. Want wat voor de student persoonlijk een probleem kan zijn, zou ook voor anderen kunnen gelden. Enkel zijn die problemen wellicht minder zichtbaar, door het massale aanbod aan informatie.

Informatie in overvloed

Het feit dat de berg aan informatie zo snel circuleert heeft voor de LSVB voor- en nadelen, aldus Freya: ‘Die overvloed aan informatie leidt tot de vraag hoe wij, als LSVb, daar nog tussen kunnen komen. Maar ik denk dat het op sommige vlakken juist in ons voordeel werkt. Het feit dat er sociale media en een berg aan nieuwssites zijn zorgt ervoor dat wij, door middel van acties, bepaalde problemen aan de kaak kunnen stellen. ‘Zo stonden we laatst met vijftien tot twintig studenten actie te voeren voor het ministerie van Binnenlandse Zaken voor een huisjesmelkersboete. Dat zijn verhuurders die veel te veel geld vragen voor huur en zo misbruik maken van de student die geen andere optie heeft.’ De LSVb heeft toen op allerlei nieuwssites gestaan zoals de NOS en het AD. Omdat het nieuws over de betogers als een lopend vuurtje het internet rondging, kwam bij veel mensen het besef dat huisjesmelkers inderdaad een ernstig probleem zijn. Het is dus in principe niet echt meer nodig om de straat op te gaan en misschien is het zelfs niet meer van deze tijd. ‘Ondanks dat geloof ik niet dat protest zijn kracht verloren heeft. De politiek speelt heel erg in op wat actueel is. Als wij dan met koeienletters in de actualiteit verschijnen dan krijgt die discussie voorrang op
politieke agenda’s.’

Het gevaar van rendementsdenken

Deze aanpassing aan het digitale tijdperk verloopt moeiteloos voor de LSVb, maar er zijn andere globale tendensen waartegen de LSVb minder gewapend is. Fenomenen zoals rendementsdenken hebben wel degelijk zorgwekkende gevolgen voor het hoger onderwijs en vervolgens ook voor de maatschappij in het algemeen. Dit erkent Freya: ‘Wat wij zien is dat het rendementsdenken naar boven komt met de bekostiging van het hoger onderwijs. Universiteiten worden bekostigd voor een student die nominaal afstudeert. Toch heeft iedereen heeft zijn eigen tempo, om het zo maar te zeggen. Je ziet dat sommige studenten voor een bestuursjaar kiezen en fysieke of mentale obstakels moeten overbruggen, waardoor zij studievertraging oplopen. Het huidige bekostigingssysteem laat daar niet veel ruimte voor. Maar omdat het voor de onderwijsinstelling voordelig is als je zo snel mogelijk afstudeert, krijg je een soort perverse prikkels die ervoor zorgen dat de student niet meer als een mens wordt gezien, maar nog louter als cijfer.

Het rendementsdenken lijkt dus een verkeerde perceptie te genereren van hoe een studentenloopbaan eruit hoort te zien. Volgens Freya zou het moeten gaan om Bildung, de vorming tot zelfstandige, vrije en goede persoonlijkheden. ‘Hoger onderwijs behoort de plek te zijn waarin je jezelf ontwikkelt, en ook de plek waar je zelfstandiger wordt en je afzet van je ouders, je jeugd, en je echt je eigen weg gaat inslaan. Je kiest de studie die je graag wilt doen en daarmee komen er zoveel dingen op je pad waarin je jezelf als mens ontwikkelt. Je ontdekt je “ik”. Hiervoor is het belangrijk dat je door de universiteit niet als een cijfertje gezien wordt. Jij bent een mens vol in ontwikkeling, en dat moet erkend worden. An sich is het niet verkeerd dat je je studie wilt afmaken in die periode die ervoor dient. Maar dat zou niet de norm moeten zijn voor iedereen. Het rendementsdenken zorgt ervoor dat je belemmerd wordt in wat je eigenlijk kan doen, want je gaat keuzes maken op basis van geld en niet op basis van wat jij nodig hebt.’

Freya vervolgt: ‘Het is niet zo dat het vluchtig behalen van diploma’s moedwillig door de universiteiten gebeurt. Het ligt niet alleen aan de universiteitsbesturen, maar aan het gegeven dat dit systeem niet werkt.’ Als we dit proces van economisering van het hoger onderwijs aanhouden, belanden we in een vicieuze cirkel, als we daar nog niet in zitten. ‘Wat daar dan nog bovenop komt’, vult Freya aan, ‘is dat niet alleen studenten, maar ook docenten de dupe hiervan zijn. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met de onderbesteding in het hoger onderwijs. Dat zorgt namelijk voor docenten die ook een te grote werkdruk hebben en te veel werk hebben voor de uren die ze draaien. Hierdoor kunnen zowel studenten als docenten niet meer goed voor zichzelf opkomen. Wat blijft er over als de medewerkers van de universiteit geen ruimte hebben om hun perspectief te delen?’ Hier voegt Freya hoopvol aan toe dat de LSVb een stijging in waardering ziet voor het onderwijs wegens de huidige pandemie. ‘Niet enkel de zorg maar ook het onderwijs wordt weer op waarde geschat. Een waardeschatting die gewaarborgd behoort te worden voor een fundering van een welvarende maatschappij. Natuurlijk is waardering alleen niet genoeg, want zonder daadwerkelijke veranderingen zijn die praatjes van waardering van weinig nut.

Het probleem van macrodoelmatigheid

Rendementsdenken kent vele gezichten en uitingen, en verschillende niveaus. Het kan merkbaar zijn op individueel niveau, maar ook op het niveau van de maatschappij. Zo heb je bijvoorbeeld het recente principe van macrodoelmatigheid. ‘Het voorgaande voorbeeld van rendements denken gaat inderdaad om een relatief kleine schaal, student en de universiteit. Maar je ziet het ook op een hoger niveau plaatsvinden, bijvoorbeeld bij de macrodoelmatigheidstoets. Bij nieuwe opleidingen heb je een macrodoelmatigheidstoets die de drie even zwaar doorwegende factoren arbeidsmarkt, wetenschap en maatschappelijke relevantie gaan beoordelen. Dit om te kijken of de nieuwe opleiding ‘nuttig’ is. Een paar jaar geleden is in de Tweede Kamer hiervoor een motie geaccepteerd, waardoor nu heel het onderwijs die macrodoelmatigheidstoets toepast’, aldus Freya. ‘Maar wat wij nu uiteindelijk zien gebeuren, is dat de nadruk niet meer ligt op wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie, maar voor-namelijk op de factor arbeidsmarkt. Zo wordt het rendementsdenken ook onderdeel van het beoordelen van opleidingen.’ Freya waarschuwt dat ‘als we niet uitkijken met z’n allen, dat rendementsdenken ten koste zal gaan van ons onderwijs. Een land waar dat nu gebeurt is Denemarken. Hier wordt enorm naar het arbeidsmarktperspectief gekeken. Zo kunnen studenten geen enkel diploma behalen wanneer ze geen praktijkleerplaats hebben gehad.

Het is niet wenselijk om het onderwijs aan te moeten passen op de arbeidsmarkt en de trends die zich daar voordoen

Er zijn echter niet veel praktijkleerplaatsen op de markt voor bepaalde studierichtingen, zoals richtingen binnen de geesteswetenschappen, want werkgevers moeten deze studenten tevens vergoeden als volwaardig werknemer. Dit beperkt bepaalde studenten daarom in hun studiekeuze en het behalen van hun gewenste diploma.’ ‘Het is eigenlijk niet alleen het onderwijsaanbod, maar het is ook het sturen van de student in zijn keuze’, besluit Freya. Bij de studievoorlichting wordt al aangegeven wat het arbeidsmarktperspectief van de studie is, maar daar zou niet de grote nadruk op moeten liggen. Als je dat te ver doortrekt, dan kom je tot een (studenten)tekort bij bepaalde opleidingen, omdat er te veel gestuurd wordt richting andere opleidingen. Bovendien is wat nu populair is op de markt aan verandering onderhevig. Het is niet wenselijk om het onderwijs aan te moeten passen op de arbeidsmarkt en de trends die zich daar voordoen. Komen nieuwe trends nu niet juist
voort uit frisse inzichten van studenten uit het hoger onderwijs?’


Meer weten over de Landelijke Studentenvakbond? Kijk dan op http://www.LSVb.nl of mail naar lsvb@lsvb.nl.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s