De quarantaine heeft iets manisch. De dagen vliegen voorbij en hebben tegelijkertijd iets stroperigs. Als een bij die met haar pootjes vast komt te zitten in wat zoets en zich vervolgens, teruggeslagen door het gewicht, al wachtend overgeeft aan de loomheid van de dag. Een ander moment kan je opeens de dwingende behoefte voelen op en neer te sprinten in een trappenhuis. Een neiging die je je hele leven niet eerder gehad hebt. Je vraagt jezelf af hoeveel trappen je moet beklimmen om het gevoel dat je opgesloten zit kwijt te raken.
Om niet stil te hoeven vallen, lezen, kijken en luisteren we ons een slag in de rondte. We zoeken naar een structuur die onze week vorm kan geven. Onze repetitieve replica’s van dagen. Stiekem vind ik die momenten wanneer er helemaal niks meer gebeurt, wanneer alles gezegd is en niks meer te doen is, wel lekker. Wanneer we volledig gewezen zijn op onszelf en leren wat echt niks doen betekent. Zonder overschreeuwen, gebabbel of ander vullend geluid. Met een stilte, die nu echt stil mag zijn. Het daaropvolgende moment stoor ik me aan die stilte.
Ik schrijf deze column, niet wetende of het een maand na vandaag nog zal resoneren met ons gedachteleven. Dat intrigeert me: de mogelijkheid te worden ingehaald door de tijd. De vraag die nu op mijn tong ligt: wisten onze voorgangers ook wanneer ze in een ‘historische’, gememoreerde tijd leefden? Gingen ze zich er ook zo krampachtig door gedragen? Uit de veelvoud van stemmen die opborrelen tijdens deze crisis blijkt toch vooral dat we het niet weten. Daarbij, kun je de geschiedenis van je eigen tijd wel schrijven?
En toch blijven we schrijven, definiëren en interpreteren. We zijn nou eenmaal gewend geraakt aan het bliksemsnel duiden van onze omgeving, omdat zij normaal gesproken ook niet stilstaat. Het geeft ons rust, die interpretatie. Omdat we, verbonden door tekst en beeld, die gesprekjes die we normaal voerden op werk of school enigszins kunnen imiteren. Het is wat ons nog rest in onze afgezonderde kamers. En toch hoor je vanuit je raam het geruis van de wind door het struikgewas en het gekwetter van de vogels die hevig flirtend dartelen door de stad. Plots rukt een klokkenspel je uit je droomwereld… In de stilte ontdek je telkens weer nieuwe geluiden.
Tekst: Rosa Uijtewaal // Beeld: Winonah van den Bosch
Stadsgeluiden verwoordt obv muziekL https://www.youtube.com/watch?v=ymQnQENat_A&list=PL32fwGn8P8DpQl4xtFEzJ99JJP0pOk6cd&index=4
LikeLike