De reizigers

Tekst: Rosa Uijtewaal // Beeld: Katja Schraag

Vaak botsen we bijna. Mijn medereizigers en ik. Veelal dansen we om elkaar heen, in strijd met de klok, en af en toe kijken we op door een bijna fatale kruising. Eenmaal onze stoel gevonden, verzinken we collectief in onze gedachten in dat verloren uurtje tussen verplichting en vrije tijd. De metro vult zich met to-do lijstjes die worden afgestreept en gesloten ogen die secondenlang de vermoeidheid buitensluiten. Tevreden, voldane gezichten, gezichten die nog vertrokken zijn van spanning en gezichten die hun aankomst thuis vrezen. Enkele verliefde gezichten.

De forenzen pik je er snel uit. Zij hebben die ‘wereld-afstotende’ vaardigheid geperfectioneerd en volledig eigen gemaakt. Sommigen luisteren met een half oor naar een podcast. De podcast dient meer voor het meerstemmige gezelschap dan de inhoud ervan. De woorden vormen het achtergrondgeluid voor de verwerking van de dag. Anderen zoeken hun heil in het al lezend vergeten van de nieuwsberichten op NOS.nl. Bij het verlaten van de trein worden de persoonlijke eigendommen niet achtergelaten, maar de podcast en de compacte lapjes tekst wel.

Het reizen vervult voor mij een meditatieve functie. Vaak is het een zeldzaam moment in de dag wanneer het hoofd even stuurloos mag zijn. Het verplaatsen op zich is de enige echte functie van dat moment. Onoplettendheid is je vergeven. Hoewel we in een publieke ruimte verkeren treden we samen geestelijk uit. In de meeste openbare plekken, zoals een café, is absolute stilte wat verontrustend. In de trein wordt de rust uitermate gewaardeerd. Neemt u vooral het stiltegebod in acht.

Soms wordt de zwijgzaamheid doorbroken. Veelal door mensen die de voorgaande uren vrij hebben kunnen besteden en vrolijk het cafégesprek voortzetten. Met een mengeling van irritatie en afgunst trekt menig wenkbrauw van de werkende reiziger dan op. Ziet u dan niet dat wij hier stilte beoefenen? lijkt er in gedachten geschreeuwd te worden. Meestal temperen de sprekenden dan hun toon. En toch voelt het niet goed om elkaar de lach te ontnemen.

Vaak praten we bijna. Mijn medereizigers en ik. Na het sprintje voor de trein of bus, dat tevergeefs bleek, en mijn blik die van een andere reiziger kruist. De man met wandelstok die je moeite erkent en haast glimlacht. Wanneer je je in een overvolle coupé stouwt en pas kan zitten nadat iedereen zijn spullen op zijn schoot tot de nek aan, naar zich toe heeft getrokken. ‘Ah, bedankt, sorry, dankje’. Enkelen glimlachen, vaak een zombie-ëske staar. Bijna een gesprek… bijna. Dan maar weer de oortjes in. Dat ontspant toch gemakkelijker. En ogen dicht.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s