In februari wordt ieder jaar de Super Bowl gespeeld, dé wedstrijd die bepaalt welk American footballteam nu echt de beste is van de competitie. Uitgedoste supporters, meterslange touchdowns, maar voornamelijk: feest. Achter deze uitbundigheid gaat echter iets lelijks schuil: een institutionele ongelijkheid die tekenend is voor een land dat het ideaal van gelijkheid maar niet voor elkaar krijgt.
Tekst: Danielle Kliwon // Beeld: Bob Foulidis
Amerika is het land van dromen. The American Dream. Het land van mogelijkheden waar alles kan. The land of the free. Maar het is ook het land van extreme ongelijkheid. Ongelijkheid tussen rijk en arm, de Oostkust en de Westkust, maar ook ongelijkheid in kleur. Ongelijkheid tussen zwart en wit. Het is het land met een pijnlijke geschiedenis van slavernij, waar de gedwongen scheiding tussen zwart en wit de norm was. Maar, zo wordt er geroepen, het is ook het land dat een zwarte president had. Dus met die ongelijkheid zal het thans wel meevallen. Was het maar waar.
De scheiding tussen zwart en wit is weliswaar verwijderd uit de wetboeken en het juridisch systeem, met prangende vinger verwezen naar de geschiedenisboeken, maar in de maatschappij is deze nog vol aanwezig. En hoe kan het ook anders? Amerika is een land dat is gebouwd en groot is geworden op de fundering dat níét alle mensen gelijk zijn. Het land is doordesemd van ongelijkheid en racisme. Verborgen racisme, systematisch racisme, dat in eerste oogopslag niet altijd opvalt. Witte Amerikanen hebben tien keer zoveel bezit als zwarte Amerikanen. Zwarte kinderen hebben een grotere kans gestraft te worden op school dan witte kinderen. En zwarte Amerikanen worden vaker opgepakt en veroordeeld dan witte Amerikanen. Uiteraard draagt niet alleen de kleur van de huid, maar ook omgeving, opvoeding en mogelijkheden bij aan deze feiten. Toch valt niet te ontkennen dat er achter het idee van de American dream, het ideaal van vrijheid en gelijkheid, een structurele ongelijkheid schuilgaat. Zo ook in de National Football League (NFL).
De gekleurde feiten op een rij
Van de ruim 1800 spelers in de NFL, is meer dan 70% zwart. Een kleine 1% is Latino, 3% is afkomstig uit Azië. De overige 25% van de spelers bestaat uit witte Amerikanen. Van de tweeëndertig head coaches die de competitie telt, zijn er twee zwart: Mike Tomlin van de Pittsburgh Steelers en Anthony Lynn van de Los Angeles Chargers. Ron Rivera van de Carolina Panthers is de enige Latino. De overige 29 coaches zijn wit. Die 32 coaches staan overigens onder leiding van één zwarte general manager (GM), Chris Grier van de Miami Dolphins. De andere andere 31 GM’s zijn ‘gewoon’ blank. Ook bij de 37 eigenaren van de NFL-teams is het overgrote deel blank. Uitzonderingen zijn de Pakistaans-Amerikaanse Shahid Kan van de Jacksonville Jaguars en de Koreaanse Kim Pegula die samen met haar (witte) man Terry Pagula eigenaar is van de Buffalo Bills.
Een overdosis aan cijfertjes en getallen, maar de feiten liegen niet. Zwarte Amerikanen zijn welkom in de NFL, zolang ze maar niet te hoge posities bekleden. Het concept van een kleine groep witte mannen die een grotere en etnisch meer diverse groep domineert en controleert, lijkt in te gaan tegen de socio-economische vooruitgang die de Verenigde Staten sinds de jaren 60 van de vorige eeuw heeft geboekt. Toch is het een model dat binnen de NFL in stand wordt gehouden, en erger nog, lijkt te werken. Ruim 1500 zwarte NFL-spelers die het ‘eigendom’ zijn van 37 teameigenaren, waarvan 35 blank, en worden gecoacht door 32 head coaches, waarvan 29 wit… Een op z’n minst onevenredige verhouding.
Zelfs de posities binnen een footballteam correleren aan etniciteit. Over het algemeen geniet de aanvallende linie (offensive line) van een team meer populariteit en glorie dan de verdedigende linie (defensive line). Degene met het meeste aanzien binnen een team is de quarterback. In de afgelopen decennia werd het zwarte spelers verboden om op de positie van quarterback te spelen. De quarterback is de ‘golden boy’. Dat kon en mocht geen zwarte zijn. De eerste zwarte quarterback die de Super Bowl won, was Doug Williams. Met de Washington Redskins verpulverde hij in 1988 het idee dat een zwarte footballspeler geen succesvolle quarterback kon zijn. Nu, ruim drie decennia later, lijkt de verandering die Williams heeft ingezet eindelijk door te zetten met de opkomst van zwarte quarterbacks als Cam Newton, Dak Prescott en Patrick Mahomes. Toch is de quarterback nog steeds een ‘witte’ positie: meer dan tachtig procent van alle quarterbacks in de NFL is blank. Ook de center, de speler die de bal snapt naar de quarterback, is in meer dan tachtig procent van de gevallen blank. Dit positiespel werkt twee kanten op. Waar de offensive line voornamelijk bestaat uit blanke spelers, is de defensive line overwegend zwart. Zo is er geen enkele blanke cornerback (een defensieve positie) te bespeuren in de NFL. Ook zijn witte defensive tackles zeldzaam.
Blijf stil en gehoorzaam
De NFL zorgt ervoor dat niemand buiten de pas loopt. Om de systematische ongelijkheid in stand te houden, dient eenieder zich tenslotte te conformeren. Met spelers die dit niet doen, wordt snel korte metten gemaakt. Het staan en kijken naar de Amerikaanse vlag terwijl het volkslied speelt, bijvoorbeeld, is een patriottische traditie die in de NFL voor iedere wedstrijd wordt gebruikt en waar alle spelers zich aan dienen te houden. In het seizoen 2016/2017 liet de NFL zich van haar lelijkste kant zien en maakte zowel de competitie als het Amerikaanse volk duidelijk wat de gevolgen waren van het niet conformeren aan de bestaande orde.
‘I am not going to stand up to show pride in a flag for a country that oppresses black people and people of color’, zo stelde San Francisco 49’ers quarterback Colin Kaepernick, toen hij besloot te knielen in plaats van te staan tijdens het spelen van het volkslied. Hij wilde aandacht vragen voor politiegeweld tegen zwarte mensen. Hij protesteerde niet tegen racisme binnen de NFL, protesteerde niet tegen de blanke teameigenaren of de schokkende afwezigheid van zwarte coaches, al leek het alsof zijn protest zo wel werd geïnterpreteerd. De NFL en footballminnend Amerika toonden hierop hun ware gezicht. Een zwarte quarterback, ongekend, die ook nog tegen de gevestigde orde inging. Ze zagen Kaepernicks protest als een aanval op hun land, hun vlag, hun sport. Een aanval op de Amerikaanse normen en waarden, een aanval op patriottisme en de Amerikaanse droom. President Trump bemoeide zich ermee en noemde Kaepernick en alle andere spelers die in de weken die volgden met hem knielden ‘sons of bitches’. Hij leek verontwaardigder over een zwarte speler die protesteerde tegen racisme dan door het feit dat er in zijn land racisme was en is. ‘We can’t have inmates running the prison’, zo sprak Houstan Texans eigenaar Bob McNair over de knielende, zwarte spelers. De blanke eigenaren verboden hun spelers te knielen. ‘Stay silent and obey. Stand up and honor the flag. Otherwise, you will be punished.’ Alsof de slavernij niet al afgeschaft was. Kaepernick werd verguisd door Amerikanen uit het hele land. Ook door fans van zijn eigen team. Hij heeft sindsdien geen bal meer gespeeld.
In de kern is de NFL een cultuur waarin voornamelijk rijke, blanke mannen profiteren van de inspanningen van een grote groep, voornamelijk zwarte mensen. Het is een cultuur vol misbruik, een waarin spelers worden opgevouwen en rondgegooid als papieren vliegtuigjes, aldus oud-speler Trevor Price. Want zoveel waarde hebben ze. Dat is de relatie tussen speler en eigenaar. Een plantage-dynamiek die menselijkheid en welzijn naast zich neerlegt. De witte man boven de zwarte. Geld boven alles. Het is een bedorven eerbetoon aan Amerika’s institutionele ongelijkheid.
Ieder jaar weer worden de beste American footballspelers geselecteerd uit het zuiden. Alabama State, LSU, Florida State en Texas: ze hebben allemaal de beste college footballteams. De Southeastern Conference Football, de zuidelijke divisie van Amerikaans college football, staat bekend om de grote, fysieke plays. Waarom? Omdat het zuiden de sterkste, snelste en grootste slaven had, zo zei een coach ooit. Atleticisme dat zich van de slavenvelden naar de footballvelden heeft verplaatst.
Deo vindice.