Het leven van pecan

Tekst door Rinke van der Veen, beeld door Romy Veeken

Hoe verbonden zijn we nog met de producten in de supermarkt? Als consument komen we steeds minder in contact met het proces dat ons eten ondergaat voordat het in de schappen belandt. In haar boek Braiding Sweetgrass uit 2013 vertelt botanica Robin Wall Kimmerer over de geschiedenis van de pecannoot. Dankzij haar verhalen kwam ik weer iets dichter tot mijn eten.

De hoeveelheid noten in de supermarkt kan soms wat overweldigend zijn. Pinda’s, cashews, macadamia’s, (on)gezout, (on)gebrand en voor degenen die geen keuze kunnen maken is er altijd nog de ‘partymix’. Terwijl ik een keuze probeer te maken, staar ik lang naar het zakje pecannoten in mijn hand en voel ik een afstand tot de noten. Niet fysiek, maar mentaal. Afstandelijk tot de geschiedenis ervan, zie ik alleen nog maar het eindproduct met het prijskaartje eraan. In het hoofdstuk ‘The Council of Pecans’ van het boek Braiding Sweetgrass beschrijft Robin Wall Kimmerer uitgebreid wat de pecannoot bijzonder maakt en hoe hij aan zijn naam is gekomen. Gebaseerd op dit hoofdstuk, vertel ik graag wat meer over de geschiedenis van de pecannoot en het belang van de verhalen achter ons eten.

De pecannoot vindt zijn oorsprong in het zuiden van de Verenigde Staten en Mexico. Al voordat het land bewoond werd door mensen, stonden er bomen die tot wel vijftig meter boven de grond uitstaken, volhangend met ovale vruchten. Net zoals bij andere noten, beschermt de vrucht (ook wel notendop) de pecannoot die het zaadje is voor een volgende boom. Voor ons gemak worden veel noten tegenwoordig verkocht zonder dop, maar deze vruchten hebben een erg belangrijke functie binnen het ecosysteem. De boom heeft de vrucht zo ontworpen dat deze niet gelijk kan worden opgegeten. Knaagdieren en vogels verzamelen de vruchten voor hun wintervoorraad op een plek waar ze uit het zicht van roofdieren kunnen worden opgegeten. Zo verspreiden de vruchten zich en krijgt het zaadje bij vergetelheid de kans om uit te groeien tot nieuwe boom.

In haar boek beschrijft Kimmerer hoe de Inheems-Amerikaanse Potawatomi in contact kwamen met de pecanboom. De Potawatomi werden meermaals met hevig geweld van hun land verdreven door kolonisten. Op het nieuwe land dat de Potawatomi werd toegewezen, stonden notenbomen die ze ‘pigan’ noemden. Het woord ‘pigan’ gebruikten de Potawatomi voor elke notensoort die ze tegenkwamen. Toen de Engelse kolonisten de piganbomen ‘ontdekten’, namen ze de benaming van de Potawatomi over en noemden ze de boom pecan.

Pecanbomen dragen niet elk jaar evenveel vruchten. Na een jaar waarin de boom energie stopt in het groeien van noten, volgen enkele jaren waarin de boom de voedingsstoffen uit de grond zelf nodig heeft en dus minder noten kan groeien. Planten die dit doen worden ‘meerjarige gewassen’ genoemd.

Het aantal noten dat een boom produceert, hangt af van de hoeveelheid voedingsstoffen die hij binnenkrijgt. Doordat natuurlijke omstandigheden zoals regenval en de grondsamenstelling overal anders zijn, zou je verwachten dat elke boom zijn eigen cyclus ontwikkelt. Maar het blijkt dat niet alleen bomen in hetzelfde gebied overeenkomende cyclussen hebben – zelfs op landelijk niveau hebben bomen in hetzelfde jaar allemáál een hoge of lage productie. Dit eerste wordt ook wel een ‘mastjaar’ genoemd en wetenschappers zijn er nog niet over uit hoe dit mogelijk is. Om de zoveel jaar produceren de pecanbomen veel noten in een gezamenlijke cyclus, waarmee ze zowel voor hun eigen voortbestaan als voor het collectieve voortbestaan van de soort zorgen. In plaats van survival of the fittest, suggereert dit juist een saamhorigheidsgevoel onder de bomen waar de mens nog veel van kan leren. Voor Robin Wall Kimmerer staat deze cyclus bovenal in het teken van de kracht van het collectief. De cyclus toont namelijk aan dat er een enorme kracht uit kan voortkomen als men zichzelf als onderdeel beschouwt van iets groters.

Als een ritmische golf die door de natuur gonst, heeft deze gezamenlijke cyclus ook invloed op andere diersoorten. Een overvloed aan noten zorgt bijvoorbeeld voor meer eekhoorns overleven, waardoor ook het aantal vossen en roofvogels toe kan nemen. De kringloop van het leven wordt aangestuurd door de gebundelde kracht van de bomen. Het idee dat bomen zouden communiceren om deze mastjaren tot stand te brengen, bestond onder de Potawatomi al langere tijd. Maar vanuit de wetenschap werd lang niet erkend dat communicatie tussen planten of bomen onderling mogelijk was. De gedachte was dat alleen de mens en tot op bepaalde hoogte ook dieren hiertoe in staat zouden zijn. Tegenwoordig is er ook in de wetenschappelijke gemeenschap steeds meer overeenstemming over de communicatie tussen bomen, sinds Suzanne Simard, gerenommeerd professor in Forest and Conservation Sciences, in haar theorie over ‘de moederboom’ heeft bewezen dat bomen voedingsstoffen met elkaar delen en elkaar waarschuwen bij gevaar. 

Dit is een van de verhalen die de bijzondere wereld achter ons eten onthult. Verhalen die steeds meer verdwijnen, naarmate ons eten steeds verder van ons vandaan komt te staan. Tegenwoordig staat ruim tachtig procent van de pecannootplantages in de zuidelijke staten in de VS. Grote kans dus dat de pecannoten in jouw lokale supermarkt daarvandaan komen. Om te zorgen dat er op constante basis een voorraad noten beschikbaar is voor mensen, wordt veel gebruikgemaakt van gecultiveerde notenbomen die elk jaar noten produceren, zonder deze rustperiode en mastjaren. Dat is misschien gunstig voor ons, maar door het groeiproces aan te passen aan onze eigen behoeftes, lijken we te vergeten wat het betekent om aan het seizoen gebonden te leven. Hoewel ik meer te weten ben gekomen over de pecannoot, voel ik nog steeds een grote afstand tot de herkomst ervan. Om de afstand te overbruggen ben ik nu zelf in mijn kamer begonnen met het planten van noten, waarmee ik hopelijk de wijsheid van de pecannoot van dichtbij leer kennen.  

Plaats een reactie