Tekst /// Riccardo Tosellini Beeld /// Lesine Möricke
Een chihuahuapuppy met dwerggroei en een minuscule Yorkshireterriër met een hondenkapje liggen versuft in de wachtkamer van de dierenkliniek. Een elegant geklede vrouw treedt met een catwalkloop de wachtkamer in en de hondjes staan opgetogen op. De elegante vrouw gaat naast een vrolijk omaatje zitten, die haar knikkend met een glimlach begroet, en legt haar krokodillenleren tas op de grond. Tegenover de twee vrouwen kijkt een achteroverleunende jongen even op van zijn telefoon. Alledrie kennen elkaar van eerdere bezoeken en de twee vrouwen beginnen elkaar bij te praten. De krokodillenleren tas is het mobiele appartementje van het pomeriaanse schoothondje Fufi. Het heeft ludiek behang met een kauwbotpatroontje, een lege voerbak en een mandje waar ze liggend haar zere voorpootje likt. Haar achterpootjes worden gesteund door een vertrapt hondenrolstoeltje. Gezien haar verleden heeft Fufi een rationele angst voor de buitenwereld, maar omdat ze de bekende geur ruikt van haar chihuahuavriendje Piepje en terriermaatje Megafoontje, steekt ze toch voorzichtig haar hoofdje uit de rits van haar appartement. ‘Diva!’ roept Megafoontje. ‘De club is weer compleet!’ Piepje en Megafoontje hinkelen naar Diva. ‘Ze heeft het weer gedaan jongens, alweer,’ zegt Diva snikkend. Het is even stil. ‘Dat meen je niet,’ piept Piepje verontwaardigd. ‘Heeft ze je weer in een winkel-’ ‘Dit keer bij Balenciaga,’ zegt Diva, terwijl piepkleine traantjes van haar snoetje vallen. ‘Ze trok me zo, hup, onder de hak van de winkelbediende!’ ‘Onder een hak nog wel!’ roept Megafoontje geschrokken. ‘Die zijn de ergste.’ ‘Zo heeft ze weer korting in de winkel gekregen, je kan het etiket van het jurkje nog bij haar zien hangen,’ zegt Diva. ‘Deze sadistisch scam wordt je dood, Diva!’ roept Megafoontje. ‘Dat ze die jurk hier ook nog eens durft te dragen!’ piept Piepje. ‘Ik ga dit niet lang meer volhouden,’ zegt Diva wanhopig. Piepje keft tegen de elegante vrouw. Het vrolijke omaatje geeft Piepje een corrigerend tikje met de punt van haar instapper en verontschuldigt zich voor zijn gedrag. Piepje hinkelt jankend weg met zijn staartje tussen zijn beentjes. ‘Gruwelijke wereld,’ piept Piepje huilend, ‘wij bestaan alleen voor menselijk genot!’ ‘Kom kom jongens,’ zegt Megafoontje. ‘Diva, de arts zal nu mishandeling vermoeden en je wegnemen bij dat monster.’ ‘Dan ga ik alleen van de schoot naar de schroot!’ zegt Diva, ‘en dan is een volgend slachtoffer aan de beurt.’ De honden huilen in koor. Geïrriteerd stampt de jongen met zijn rechtervoet en ze stoppen. ‘Piepje, wat is jou overkomen?’ vraagt Diva. ‘Mijn baasje is in het donker op me gaan staan,’ piept Piepje, ‘maar het valt deze keer reuze mee, ze droeg haar Mickey Mouse pantoffels.’ ‘Mazzelaar!’ roept Megafoontje. ‘Voor mij was het deze keer wel mijn eigen schuld. Ik lette niet op.’ ‘Was het weer die lompe labrador?’ piept Piepje vragend. ‘Nee nee,’ zegt Megafoontje, ‘ik speelde met de kinders voetbal in het park. In mijn achtervolging zag ik de schop van de kleine over het hoofd, die mijn voorpoten raakte… de gewoonlijke rubberen sneakers.’ ‘Ach jongen,’ zegt Diva, ‘je bent inderdaad lelijk geraakt.’ De deur naar de patiëntenkamer gaat open. De aanwezigen in de wachtkamer wenden hun blik naar de deur en verlagen hun blik synchroon. Een aandoenlijk klein mannetje met een kinderbrilletje en een middelgroot overhemd als doktersjas verschijnt vanachter de deur. ‘Goedenavond dames en heer, excuses voor het wachten. Dokter Slager is vandaag ziek, dus ik zal haar voor vandaag vervangen. Ik ben dokter Mol,’ zegt hij en hij kijkt naar zijn klembord. ‘Als eerste is Fufi aan de beurt.’ De vrouwen schieten in de lach. ‘Ze heten alledrie Fufi, dokter,’ zegt het vrolijke omaatje. ‘Ah,’ antwoordt hij, ‘wie is dan mevrouw Boezemdaal?’ ‘C’est moi!’ roept het vrolijke omaatje en ze neemt Piepje mee naar de patiëntenkamer. ‘Zo te zien komt mijn baasje er vandaag ook mee weg,’ zegt Diva. ‘Nee joh,’ antwoordt Megafoontje, ‘hij leest toch je dossier? Dan ziet hij hoe vaak je hier bent.’ ‘Tsja, als je er zo naar kijkt, is elk baasje hier een verdachte,’ antwoordt Diva. Megafoontje gaat teneergeslagen liggen. Beide hondjes houden één oor gespitst richting de patiëntenkamer. Wanneer de jongen zodanig achterover is gezakt dat hij met zijn rug op de stoelzit ligt, gaat de deur van de patiëntenkamer weer voorzichtig open en horen ze een piepend rubbergeluid vanachter de deur komen. Piepje komt ongemakkelijk wandelend tevoorschijn met een herstelmouw om een poot en vier kleine rubberen schoentjes die bij elke stap piepen. Dokter Mol en het vrolijke omaatje stappen de wachtkamer in. ‘Zo mevrouw,’ zegt de arts met omhoog geheven blik naar haar, ‘‘s nachts kunt u nu gerust in de gang lopen. Waar Fufi is, hoort u wel.’ ‘Dit zit verschrikkelijk,’ piept Piepje, ‘maar ik voel voor de eerste keer hoop!’ Diva en Megafoontje houden hun lach in en groeten Piepje. Megafoontje en zijn baasje volgen dokter Mol de patiëntenkamer in. Diva en haar baasje zijn alleen in de wachtkamer gebleven. Ze maken even oogcontact en Diva begint te grommen. ‘Schat,’ zegt de elegante vrouw geërgerd, ‘het was niet mijn bedoeling dat je onder de hak kwam. Als je slim genoeg was geweest om opzij te springen en te piepen was dat genoeg geweest.’ De oogjes van Diva tonen geen vergeving. Een aantal minuten later gaat de deur van de patiëntenkamer weer open. Megafoontje rolt in een hamsterbal de wachtkamer in. ‘Deze dokter is geweldig!’ zegt Megafoontje. ‘Hij haalde mijn hondenkapje weg en in deze bal kan niemand mij meer vertrappen!’ ‘Zo zo,’ antwoordt Diva verbluft, ‘hopelijk dan niet tot volgende week!’ De jongen loopt Megafoontje filmend achterna. ‘Ouwe, check hoe hilarisch,’ zegt hij tegen zijn telefoon en hij bedankt dokter Mol. De arts nodigt de elegante vrouw uit naar de patiëntenkamer. Ze stapt binnen en legt de tas met Diva erin op de behandeltafel. Dokter Mol gaat op een krukje staan en ritst de tas met chirurgische precisie open. ‘Mijn vrouw heeft dezelfde tas,’ zegt hij. ‘We passen er met de hele familie in!’ De elegante vrouw lacht beleefd. Dokter Mol inspecteert Diva en begint verband om haar zere voorpootje te wikkelen. ‘Ik heb gelezen dat dit regelmatig gebeurt,’ zegt hij. ‘Mensen letten niet op op straat,’ antwoordt ze zuchtend. ‘U moet zelf ook opletten mevrouw,’ antwoordt hij ernstig. ‘Bij herhaling zou dit als verwaarlozing opgevat kunnen worden, als u snapt wat ik bedoel.’ De elegante vrouw zwijgt. De arts opent een lade en een zak ballonnen komt tevoorschijn. ‘Door het rolstoeltje kan ik uw Fufi geen hamsterballetje geven, dus ze krijgt een ballonnetje voor een verhoogde zichtbaarheid, wilt u een kleur kiezen?’ vraagt de arts. Vermaakt kiest de elegante vrouw een kleur die bij haar jurk past. De arts vult de ballon met helium en Diva kijkt vol ongeloof hoe hij de ballon met een touwtje aan haar rolstoeltje vastbindt. ‘Heel geestig,’ zegt de elegante vrouw, ‘maar moet dit bij elke uitstapje?’ ‘Wanneer u naar drukke locaties gaat,’ antwoordt de arts. ‘Een vrolijke oplossing en voor ballonnetjes is geen recept nodig.’ De arts tilt Diva voorzichtig weer in de tas. De elegante vrouw bedankt de arts en neemt Diva mee door de inmiddels lege wachtkamer naar haar auto. Ze legt Diva achterin de auto en gaat achter het stuur zitten. Ze wordt gebeld en neemt op; de discussie raakt snel verhit. Diva kruipt voorzichtig uit haar appartementje en kijkt uit het raam richting de dierenkliniek. Wat een aparte dokter, denkt ze. Ze ziet de deur van de dierenkliniek opengaan en hoort er een piepend geluid uit komen. Dokter Mol stapt naar buiten met zijn rubberen, piepende schoenen en draait zich om om de deur te sluiten. Een zwevend touwtje zit vast aan zijn tas en blijft haken achter de deur. Hij geeft een ruk aan het touwtje en een ballon verschijnt vanuit de vestibule. Diva’s bekje valt open van verbazing. De arts sluit de deur en loopt achter de dierenkliniek. Even later verschijnt hij rollend in een enorme hamsterbal en rolt nonchalant de stoep op.