Tekst /// Jens van der Weide Beeld /// Romy Veeken
Elke dag weer een paar minuten langer, elke dag weer een nieuwe vogelsymfonie, elke dag weer een tikkeltje warmer: de voorjaarszon is hier om onze levens beter te maken. Of, poëtischer uitgedrukt: HET IS WEER LENTUUUH!! Goed, ik mag dan wel aan het winterdipje-spreaden zijn, ik weet ook dat ik niet de enige ben met een voorkeur voor meer zonlicht en minder kou. April is de maand van opbloeien, van huppelen door de wei, van weer verliefd worden, van per ongeluk op kleine krokussen gaan staan, van pasgeboren lammetjes aaien. Kortom, het is de maand van… kritiek?
Babel pluist deze maand het thema kritiek uit, geheel tegen de voorjaarspositiviteit in. Althans, is dat wel zo? Is kritiek altijd negatief? Bestaat er ook iets als positieve kritiek? De redactievergadering barstte uit haar voegen van de verschillende invalshoeken op het thema. In dit nummer vind je een bloemlezing.
Onze huisslavist Edgar wist al snel welke kant hij op wilde gaan. Hij neemt de onconventionele moraalkritiek van de Russische filosoof Lev Sjestov onder de loep. Loïs neemt weer een duik in de modewereld. Ditmaal gaat ze kijken hoe deze wereld omgaat met kritiek. Voor Kevins essay dient de eerste zin van zijn stuk als beste introductie: ‘Kan een culinair recensent eigenlijk zelf wel koken?’
In haar columndebuut rekent Sophie voor eens en voor altijd af met de misvattingen over de studie Filosofie. Teuntje schreef een poëtisch tweeluik over liefde in kritieke toestand. In een nummer over kritiek maken we natuurlijk ook een plekje voor Santi’s beknopte analyse van cancel culture. We vervolgen met het debuut van onze nieuwe redacteur Rinke. Hij schrijft een ‘Mokum’ over de breed bekritiseerde hoogbouwafslag die de stad Amsterdam lijkt te nemen. Eline wil de lezer laten zien dat roddelen veel meer betekent dan wat beppen en theeleuten.
Na wat vaag geroep van buiten te hebben gehoord, stak de redactie haar hoofd uit de Babeltoren: daar stond Thymo met een gastessay over de terugkeer van de exemplarische geschiedenis dankzij de historicus Reinhart Koselleck. Loïs schrijft in haar column over een van de manifestaties van zelfkritiek: perfectionisme. Jens schudt ons vervolgens wakker uit onze collectieve technodroom over kunstmatige intelligentie. Dieuke schrijft over de oorsprong van de o zo Hollandse fietscultuur. Riccardo leidt ons binnen in de debatvorm die zijn kritisch denken ten goede is gekomen: ‘British Parliamentary Debate’.
Mocht je na het lezen van deze Babel nog wat metakritische jeuk hebben: we horen het graag!