Tekst /// Kevin Hoogeveen Beeld /// Bob Foulidis
Wie ‘traditioneel gezin’ zegt, zegt eigenlijk niks. Conservatieve en reactionaire bewegingen beweren op de bres te springen voor ‘traditionele waarden’. Zo plaatst de Italiaanse premier Giorgia Meloni ‘het traditionele gezin’ tegenover ‘genderideologie’, waarmee ze eigenlijk bedoelt dat iedere gezinssamenstelling buiten die van vader, moeder en kind ongewenst is. Is ‘traditioneel’ wel het juiste woord voor wat zij en de haren bedoelen? Ik betoog van niet. Spreken van een ‘traditioneel gezin’ is meegaan in het discours dat er één ideale gezinssamenstelling bestaat waartoe de rest zich verhoudt als minderwaardig. Woorden hebben effect. Wie voorstander is van een inclusieve samenleving moet weigeren mee te gaan in het misleidende taalgebruik van de uitsluiting.
Definiëren is onmogelijk
Wat is nu eigenlijk een ‘traditioneel gezin’? ‘Gezin’ is al een begrip dat een andere invulling krijgt naargelang de ervaringen en relaties van een individu. Je kunt tot het gezin van je biologische ouders behoren terwijl je al lang je ouderlijk nest verlaten hebt. Je gezin kan bestaan uit je pleegouders en pleegzussen wanneer je biologische ouders niet voor je konden zorgen. Je kunt uit een eenoudergezin afkomstig zijn. De opties zijn legio. Vaak hangt het Nederlandse ‘gezin’ samen met waar en met wie je je jeugd hebt doorgebracht, terwijl het Engelse ‘family’ nog breder is – om maar een voorbeeld uit een andere taal te noemen. Hét gezin bestaat niet, wel bestaan er vele gezinnen.
Nu we dit vastgesteld hebben, moeten we ons nog met ‘traditioneel’ uiteenzetten. Wat is eigenlijk traditioneel? ‘Traditie’ heeft een knuffelige klank, vooral wanneer je het geluk hebt een warme, veilige jeugd te hebben gehad. Ik denk aan de magische pakjesavonden, het gezamenlijk optuigen van de kerstboom en het paaseitjes zoeken. Deze opsomming toont gelijk de problematiek van ‘traditioneel’, want mensen groeien in verschillende tradities op. Je kunt het begrip niet universeel gebruiken zonder jouw subjectieve beleving boven die van anderen te stellen. Iemand zou ook aan het vieren van Chanoeka, het Suikerfeest of de Dag van de Arbeid kunnen denken. ‘Traditie’ in samenhang met ‘gezin’ appelleert vaak aan fijne herinneringen, waarbij de gezinssamenstelling er eigenlijk niet toe doet. ‘Traditioneel gezin’ kan door die prettige associatie een emotionele reactie losmaken die je tot instemming met het concept doet neigen. Wezenlijk is het een ijskoude term, die gevoelens van warmte, veiligheid en verbondenheid niet in acht neemt.
Welke traditie?
Tegenstanders van de openstelling van het huwelijk voor mensen van het gelijke geslacht, adoptie door koppels van hetzelfde geslacht en nog een hele berg andere progressieve ideeën schermen met het ideaalbeeld van het ‘traditionele gezin’. We hebben al vastgesteld dat een definitie die recht doet aan de veelzijdige werkelijkheid onmogelijk is, maar áls we meegaan in het idee dat een traditioneel gezin kan bestaan rijst toch de vraag: over welke traditie hebben we het?
Historisch-demografisch gezien kunnen we een lijn op de kaart van Europa trekken van Sint-Petersburg naar Triëst. Ten westen van die lijn lag volgens demograaf John Hajnal de huwelijksleeftijd van vrouwen vanaf in ieder geval de veertiende eeuw hoger (boven de 25) dan ten oosten van de lijn. Bovendien bleef altijd een deel van de mensen ongehuwd. Breed genomen huwden mensen in Azië relatief jong. In Noord-West Europa leefden mensen in de vroegmoderne tijd in kerngezinnen: ouders en hun kinderen, mogelijk met bedienden. Dit verschilde van zogeheten extended families in andere delen van Europa, waar mensen in grotere familieverbanden samenwoonden. In de negentiende eeuw raakte het in zwang een scherpe binaire verdeling van de ruimte te maken: op basis van je sekse was je plaats achter het aanrecht of niet. Nu we een aantal seksuele revoluties achter de rug hebben, denken we (meestal) heel anders over genderrollen en gender überhaupt.
Het voelt voor een historicus als ik onwennig in zevenmijlslaarzen door het verleden te gaan om een punt te maken. Hier blijkt het echter voldoende. Een historisering van ‘gezin’ in grote lijnen is al voldoende om te tonen dat spreken van één universeel ‘traditioneel gezin’ volledig ahistorisch is. Tellen de grootouders en tantes mee die in hetzelfde huis wonen? Meer dan historisch is ‘traditioneel gezin’ een normatief begrip. Geldt de norm ten westen of ten oosten van St-Petersburg-Triëstlijn? Wat is ‘de norm’?
Een normatief begrip
De norm die het begrip ‘traditioneel gezin’ aanduidt is een moralistische versie van de meest eenvoudige vorm van menselijke voortplanting. Een mannelijk persoon bevrucht een vrouwelijk persoon en vervolgens blijft het paar samen om het nageslacht op te voeden. Afhankelijk van wie je het vraagt heet dit ‘de natuurlijke orde’, ‘Gods plan met de Schepping’ of iets anders dat gezag ontleent aan een hogere autoriteit.
Zodra je binnen de perken van de heteronormativiteit blijft, blijkt al snel veel mogelijk op de conservatieve flank van het politieke spectrum. Geboortebeperking door anticonceptie, ongehuwd samenwonen, hertrouwen na een scheiding; al gauw blijkt dat het voor veel voorstanders van een ‘traditioneel gezin’ niet om de christelijke moraal gaat. We moeten een christelijke kijk op huwelijk en gezin (voor zover er één is) dan ook niet verwarren met het ‘traditionele gezin’ van conservatievelingen en reactionairen die zich alleen door het christendom laten inspireren voor zover hen dat (vooral electoraal) voordeel brengt. Ze zijn gescheiden en hertrouwd (Donald Trump), hebben kinderen zonder getrouwd te zijn (Giorgia Meloni), of kinderen bij verschillende vrouwen (Matteo Salvini) – om maar een paar voorbeelden te noemen.
Het is geenszins mijn bedoeling mensen aan te spreken op hun privéleven of hier een oordeel over te hebben. Wel lijkt het me van belang de privésituaties aan te halen om te tonen dat het normatieve ‘traditionele gezin’ niet eens als normatief genoeg wordt ervaren door zijn voorstanders om het daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Gaat het dan om de norm die zij als nastrevenswaardig beschouwen of om het verketteren van al diegenen van wie je in een oogopslag kunt zien dat zij niet aan de gestelde norm voldoen?
Uitsluiting is het doel, haat de bron
Welk doel dient de term nu eigenlijk? ‘Traditioneel gezin’ is een heteronormatief begrip dat aantoont ‘wat er niet deugt’. Het dient ter uitsluiting. Uitgesproken voorstanders in conservatieve kringen meten met twee maten. Je kunt als man kinderen hebben bij twee vrouwen en verloofd zijn met een derde, maar wee de twee mannen die samen een kind opvoeden. Al werkt een drie-oudergezin (samenstelling naar believen) voor alle betrokkenen goed, volgens de ideologie van het traditionele gezin is het een verwording van het (diffuse) ideaal. Niettegenstaande de ambiguïteit van de norm verstikt zij de zelfbeschikking van het individu.
Voorstanders van het ‘traditionele gezin’ zijn vaak niet ergens voor, maar vooral ergens tegen
Een geveinsd begaand-zijn met kinderen uit gezinnen die niet aan het heteronormatieve ideaal voldoen vervolmaakt de huichelarij die de hele beweging van het ‘traditionele gezin’ tentoonspreidt. Het is volledig ongefundeerd aan te nemen dat een kind zich niet kan ontwikkelen in een gezin met twee papa’s, twee mama’s of een andere samenstelling. Het zou te ver voeren hier nu uitgebreid op in te gaan. Hier zij slechts aangestipt dat je moet uitgaan van een sekseafhankelijke gedetermineerdheid tot een genderrol om het ‘traditionele gezin’-standpunt werkelijk te snappen. Biologie wordt op een ideologische wijze aan binaire opvattingen over man-vrouwverhoudingen gekoppeld: man en vrouw vervullen dan een vaste rol met eigen taken en invloeden die samenhangen met hun geboortegeslacht.
Laten we het begrip vermijden
Ieder gezin mag er zijn. In een ideaal gezin komt ieder individu tot zijn recht. Helaas zijn er krachten in de samenleving die hun haat maskeren als bezorgdheid en hun uitsluiten van anderen verwoorden als het behoeden van een eerbiedwaardige overlevering. Er is nooit één vorm van gezin-zijn geweest. Voorstanders van het ‘traditionele gezin’ zijn vaak niet ergens voor, maar vooral ergens tegen.
Het diffuse ‘traditionele gezin’ als schild voor je (intolerante) opvattingen gebruiken helpt het gesprek niet op gang. Het trekt een rookgordijn op waarachter onverdraagzaamheid kan gedijen
Het gebruik van traditie als argument is een drogreden, want ‘we hebben het altijd zo gedaan’ is nooit een redelijk argument voor iets. Laat iedereen duidelijk zijn mening verwoorden. Ben je tegen de openstelling van het huwelijk of adoptie door koppels van gelijk geslacht? Zeg dát dan, en probeer je mening met redelijke argumenten te onderbouwen. Het diffuse ‘traditionele gezin’ als schild voor je (intolerante) opvattingen gebruiken helpt het gesprek niet op gang. Het trekt een rookgordijn op waarachter onverdraagzaamheid kan gedijen.
Het best kunnen we het begrip geheel vermijden. Sommige media zetten het al tussen aanhalingstekens. Het is niet zo onschuldig als het op het eerste gezicht lijkt. Let wel, het gaat hier om gezinnen; het thuis van mensen, hun havens van geborgenheid en liefde. ‘Traditioneel gezin’ trekt een lijn tussen ‘goede’ en ‘slechte’ gezinnen op basis van haat. Daar kan toch niemand voorstander van zijn?