Over enge films gesproken

Tekst /// Lucas Gortemaker Beeld /// Fieke de Groot

In de heetste zomermaand van het jaar reisde ik met de nodige omwegen van Brussel naar Porto. Onderweg stopte ik in Zürich, Milaan, Bogliasco, Genua, Marseille, Montpellier, Barcelona, Madrid en Lissabon. Verreweg de engste ervaring deed ik op in de Spaanse hoofdstad, vanwege een Madrileen met controledwang en de film Breaking The Waves (1996) van Lars von Trier.

Het was voor een belangrijk deel mijn bedoeling om tijdens deze lange reis een aantal vrienden op te zoeken. In Madrid zou dat een goede vriend uit mijn middelbare schooltijd zijn, die daar tegenwoordig werkt. Hoewel ik hem van tevoren had ingelicht over mijn komst, lukte het mij eenmaal in Madrid vreemd genoeg niet meer om hem bereiken. Hierdoor moest ik last-minute een hostel zien te regelen en mezelf gedurende drie dagen zien te vermaken. Het regelen van een hostel was eigenlijk geen enkel probleem, het vermaken van mezelf bleek een stuk moeilijker. Vanwege een gemiddelde temperatuur van veertig graden leek het mij een goed idee de koelte van de airconditioning van kleine bioscopen op te zoeken. Het filmhuis Golem, in de buurt van het Koninklijk Paleis van Madrid, had deze zomer een speciaal programma boordevol films van Lars von Trier.

Lars von Trier is een Deense filmmaker, die in ruim veertig jaar meer dan twintig Deense en internationale films regisseerde. In 1995 schreef hij, samen met een aantal andere Deense filmmakers (onder wie Thomas Vinterberg, voornamelijk bekend van de films Festen (1998) en Jagten (2012)), het manifest ‘Dogma 95’. Kort gezegd pleitte dit manifest voor het maken van sobere films, zonder opsmuk, zonder toegevoegde muziek, zonder extra belichting, zonder effecten en vooral ook zonder statief. Hoewel von Trier geen klassieke horrorfilms maakt, kunnen zijn films niettemin angst aanjagen en andere hevige emoties aanboren. Zo was ik ooit bij een vertoning van Dancer in the Dark (een film uit 2000, met de IJslandse zangeres Björk in de hoofdrol), waarbij zo’n beetje iedereen – inclusief ikzelf – de zaal met betraande ogen verliet. 

Mijn eerste avond in Madrid speelde Breaking The Waves uit 1998 in de derde zaal van Golem, die redelijk klein was. Ik ging zitten op de middelste stoel van de voorste rij en stalde, zoals ik dat meestal doe, al mijn spullen uit op de stoel ernaast. De film begon meteen… met muziek van Mott the Hoople. Blijkbaar nam von Trier, die officieel trouwens gewoon Lars Trier heet, het destijds zelf niet zo nauw met de door hemzelf opgestelde regel in ‘Dogma 95’ die stelt dat er geen muziek mag worden toegevoegd. De film is namelijk verdeeld in meerdere hoofdstukken, die bijna allemaal beginnen met muziek uit de jaren 70. Het eerste hoofdstuk van de film werd bruut verstoord door een Madrileen, die claimde dat ik op zijn stoel zat. Hij wees mij erop dat op ieder ticket een willekeurig toegewezen rij- en stoelnummer stond en op de mijne was dat rij zes, stoel acht. Enigszins verbolgen, omdat deze man, ondanks dat er in de rest van de zaal nog meer dan genoeg vrije zitplaatsen waren, per se op deze stoel wilde zitten, verplaatste ik naar achteren. Aan het begin van de film vertelt het hoofdpersonage Bess McNeill in de calvinistische geloofsgemeenschap in een Schots dorp dat ze gaat trouwen met de ongelovige booreilandarbeider Jan. Hier wordt niet onverdeeld positief op gereageerd, omdat men in deze kerk niet gediend is van matrimony with outsiders. Jans vrienden hebben ook hun twijfels, omdat zij Bess nogal vreemd vinden. Ondertussen zag ik in mijn ooghoek de Madrileen, slechts een paar minuten nadat hij mij van mijn vorige plaats had verjaagd, de zaal zonder betraande ogen verlaten. Een nogal vreemde actie.     

Tijdens de bruiloft van Bess en Jan, begon er iets te knagen: heb ik al mijn spullen eigenlijk nog wel? Tastend in de semi-duisternis, ging ik dat, zoals ik dat tijdens deze reis al zo vaak had gedaan, even snel na. Mijn schoudertas had ik in ieder geval nog en mijn paspoort, portemonnee, reserve-Nokia en powerbank zaten daar gelukkig allemaal in. Mijn minirugzak had ik ook, met daarin mijn notitieboek, Homage to Catalonia (1938) van George Orwell en twee Granny Smiths. De noten die ik bij Mercado de San Miguel had gekocht was ik tijdens de film aan aan het eten en mijn gebutste grijze aluminium waterfles stond in de bekerhouder naast me. Toen ik een slok nam, besefte ik opeens dat iets essentieels miste… mijn smartphone. Gelukkig raakte ik hiervan maar een heel klein beetje in paniek, omdat ik al snel bedacht dat ik ‘m waarschijnlijk gewoon op mijn vorige plaats had laten liggen. 

Zo onopvallend mogelijk sloop ik er tijdens het begin van hoofdstuk twee, met muziek van T-Rex op de achtergrond, naartoe. Onder de stoel vond ik mijn brillenkoker, waarvan ik nog niet eens doorhad dat ik die ook kwijt was. Mijn smartphone lag er niet naast en omdat omringende toeschouwers kenbaar maakten dat ik nogal storend bezig was, sloop ik maar terug. Waar zou die kunnen zijn? Ik weet zeker dat ik ‘m voor de film nog in bezit had. Had de Madrileen mijn smartphone gevonden en deze daarom naar de balie gebracht als gevonden voorwerp? Of had deze man een ingenieuze manier gevonden om telefoons te ontvreemden? Zonder mijn smartphone zou ik nergens zijn. Al mijn bustickets stonden erop, zowel mijn betaalrekening als e-mailadres waren eraan gekoppeld en ik kende niet één telefoonnummer uit mijn hoofd. Daarbij vroeg ik me af of ik de weg naar het hostel terug zou kunnen vinden, waarvan ik de naam en het adres allang vergeten was. Het werd me pijnlijk duidelijk hoezeer ik afhankelijk was geworden van mijn telefoon en hoe ik hier dringend verandering in aan zou moeten brengen, mocht ik ‘m ooit nog terugvinden. Waar zou die kunnen zijn?

Bovenstaande gedachten spookten voortdurend door mijn hoofd, terwijl ik tegelijkertijd de rest van de film aandachtig probeerde te volgen. Bess is ondertussen emotioneel afhankelijk geworden van Jan en mist hem enorm wanneer hij op het booreiland aan het werk is. In gesprekken met God smeekt ze om een spoedige thuiskomst. Haar gebeden worden verhoord: Jan raakt betrokken bij een ernstig bedrijfsongeval en wordt met spoed per helikopter teruggevlogen naar het vasteland. In het ziekenhuis blijkt dat hij verlamd is geraakt. Als gevolg van deze verlamming kunnen hij en Bess geen seks meer hebben. Omdat Jan hier moeilijk mee kan leven, vraagt hij aan Bess om seksuele ervaringen met andere mannen op te doen en hem hierover te vertellen. Aanvankelijk weigert Bess dit, maar omdat ze later begint te geloven dat dit Jan zou kunnen genezen, doet ze dit daarom toch. In de streng-calvinistische gemeente is men geschokt, Bess wordt geëxcommuniceerd. En ondanks dat haar schoonzus en Jan’s dokter hun best doen Bess’ waanideeën uit haar hoofd te praten, gaat Bess hier stug mee door. Het einde van de film vond ik zowel beangstigend als ontroerend, maar omdat niet iedereen deze film gezien zal hebben, zal ik daarover mijn mond houden. Als ik niet onophoudelijk met mijn gedachten bij de gevolgen van het kwijtraken van mijn telefoon was geweest, zou ik de zaal ongetwijfeld met betraande ogen hebben verlaten.

Na de credits, waarin ik ontdekte dat de Nederlander Robby Müller het handheld camerawerk had verricht, sprongen de lichten aan. En toen pas ontdekte ik dat mijn smartphone al die tijd gewoon in een andere bekerhouder had gezeten. Ik had zowaar een gemiste oproep van de vriend van de middelbare school. Hij was zijn telefoon met zijn Nederlandse nummer een tijdje kwijt geweest en had mijn berichtjes nu pas gezien.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s