Sun Ra & His Arkestra in twee delen

Tekst /// Lucas Gortemaker Beeld /// Jolan Lammertink

Deel 1: Herinneringen aan een vreemde zondagmorgen op planeet aarde

In de maand augustus van het jaar 1984 kwam Herman in een hotel in zijn gemeente Boechout oog in oog te staan met de legendarische jazzmuzikant Sun Ra. Recentelijk heeft hij alle gebeurtenissen die hieraan voorafgingen intens herbeleefd. Vervolgens heeft hij deze – speciaal voor ons – zorgvuldig opgetekend. Dankjewel, Herman.

Het was een warme zondagmorgen in de late zomer van 1984. Wat ik mij haarscherp herinner is het trage ontwaken, rechtstreeks starend in de grote, felle ogen van de zon. De gravitatie trok meedogenloos aan mijn zware, bonzende hoofd. De dag hiervoor versierde ik – zoals iedere jongeman uit mijn streek dat destijds gedaan zou hebben – een meisje met de naam Suzy. Ze lag, zachtjes snurkend, naast me te slapen met haar linkerhand rustend op mijn klamme borstkas. Een afdruk van verdord gras sierde haar doezelige hoofd. En hoewel het mijne aanvoelde alsof het op ieder moment had kunnen barsten, genoot ik intens van ieder moment. Deze vreugde was helaas van korte duur, omdat een boze boer met het gezicht van een droge dadel ons dringend verzocht zijn akker spoedig te verlaten. Opeens besefte ik dat er niet zomaar een nacht aan deze warme zondagmorgen vooraf was gegaan.

Het was namelijk de nacht waarop de enige echte Sun Ra – ook wel bekend als brenger van licht, Lord of the Sun en profeet uit het land van Morgen – het plaatselijke jazzfestival in Boechout zou zegenen met de eindeloze klanken van zijn Arkestra. Maar vreemd genoeg leek ik helemaal niets te hebben onthouden van dit optreden, dat plaats moet hebben gevonden nadat de laatste zonnestralen achter de horizon waren verdwenen. Alles wat overbleef, waren gapende leegtes waar ik nog vele weken in zou zweven. Gedurende deze weken zou ik de ontstane rusteloosheid tevergeefs proberen te sussen met de wetenschap dat ik ze, ondanks een gebrek aan welke herinnering dan ook, sowieso live heb zien spelen.

Nadat we de akker hadden verlaten, nodigde ik Suzy uit voor een kop koffie. Een lichte bries bracht haar haar lichtjes in de war, toen ze glunderend antwoordde dat ze niets liever zou willen. We bereikten de rand van de stad, nog voordat de zon haar hoogste punt had bereikt. Een vleugje surrealisme deinde over de anders zo vertrouwde kasseien. Alle terrassen waren overladen met allerlei mensen van buiten de stad, die volop genoten van wat later de warmste dag van de zomer zou blijken. Omdat we beiden het gevoel hadden dat we onze lichamen deze dag al overvloedig aan zonlicht hadden blootgesteld, nestelden we ons in een rustig hoekje van een schemerig café, dat onderdeel uitmaakte van een vervallen hotel.

Onze koffie arriveerde lauwwarm. Suzy sprak gepassioneerd over hoe de transit van Saturnus haar gedrag beïnvloedde en ik luisterde aandachtig. Aandachtig… ‘ja’. Ik luisterde. ‘Hmmm…’ aandachtig… of belangstellend. Ik denk beide. ‘Hm-hm’.

Man, wat heb ik geluisterd.

Een ongewenste zonnestraal kroop langzaam het café binnen. Bij het ophalen van onze lege kopjes, wierp de gestalte van de ober een schaduw op Suzy’s stralende aanwezigheid. Ondertussen slopen verdrongen gedachten terug naar mijn hoofd. Hier overschaduwden zij iedere andere gedachte.

‘En ik? Elke tafel’, elke tafel een humdrum. ‘Een humdrum?’ Onze gesprekken vloeiden en raakten verstrikt in een droom. ‘Dreaming!’ Mijn lievelings. ‘Jouw lievelings?’ ‘Nee, de show.’ ‘Hoe was de show?’ ‘Jij was mijn eerste.’

O, nee toch.

Glinsterende ogen, die van mij, die van haar… verwikkeld in een felle strijd. Haar bonzende hart, mijn bonzende… hart.

‘Zullen we? We zullen.’

‘Een kamer voor twee, alstublieft.’

‘We hebben er één voor vier.’

Die namen we.

Hoe je kan weten dat ik echt ben? Dat ben ik niet. Ik ben zoals jij, jij bestaat helemaal niet. Ik kom dan ook niet tot je als een realiteit, ik kom tot je als een mythe

Vol ongeloof dacht ik aan de complete reeks gebeurtenissen die ertoe had geleid dat onze naakte lichamen op deze zondagavond als één op een versleten matras in een stoffige hotelkamer lagen. Vierentwintig uur… Een reeks gebeurtenissen in een tijdsbestek van vierentwintig uur, die de schepping van het universum had geïmiteerd. Uit het kolossale niets was een evolutie ontstaan met een planeet waarop Suzy en ik één lichaam deelden… vier bedden. Onze hotelkamer draaide. De aarde was onze hotelkamer en de aarde draait rond de zon, niet andersom. De zon ging onder, behalve dat ze bleef waar ze al die tijd was geweest en altijd zal zijn. 

Toen, zijn schoenen, naast het bed. En daar was hij, naast het bed waarin ik had gelegen. Ik, het bed, draaide rond hem, Sun.

‘Gegroet, jongeman. Mijn naam is Sun Ra, en ik ben een ambassadeur uit de intergalactische regionen.’

Mijn gedachten tuimelden en woorden lieten zich niet meer vormen. Hij ging verder.

“Hoe je kan weten dat ik echt ben? Dat ben ik niet. Ik ben zoals jij, jij bestaat helemaal niet. Ik kom dan ook niet tot je als een realiteit, ik kom tot je als een mythe.”

Ik knikte. Hij vertrok.

Deel 2: Een doodnormale donderdagavond

Vandaag was het, op een verder doodnormale donderdagavond in de lente van 2022, alweer negenentwintig jaar geleden dat Sun Ra na een longontsteking voorgoed naar Saturnus vertrok. De Arkestra is sindsdien verder gegaan onder leiding van saxofonist Marshall Allen. Deze avond zegenden ze het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen in Sint-Jans-Molenbeek in Brussel met hun eindeloze klanken. Uiteraard was Herman, die Sun Ra & His Arkestra zo’n achtendertig jaren geleden voor het laatst live had zien spelen, hier ook op afgekomen. Suzy, inmiddels zijn vrouw, nam hij mee. Leuk, zeg… voor Herman en Suzy.

Het was overdag drukkend heet geweest in Brussel en het koppel, bijna veertig jaar samen, was in eerste instantie de verkeerde kant op gewandeld. Op het treinstation had Herman namelijk gewoon ‘vaartkapoen’ in Google Maps ingevoerd, hetgeen ze ongewild naar het gelijknamige beeldhouwwerk van Tom Frantzen aan het Saincteletteplein had geleid. Een jeugdige boef die vanuit het riool het pootje van een voorbijrazende politieagent lichtte. Herman en Suzy moesten allebei hard lachen om hun begrijpelijke dwaling en volgden vervolgens de goede weg langs het kanaal naar het gemeenschapscentrum, wat een wandeling was van ongeveer twintig minuten. Ze waren gelukkig op tijd uit Boechout vertrokken, waardoor ze alsnog ruim op tijd in De Vaartkapoen arriveerden.

Omdat er helemaal niets was

Om wat tijd te doden haalde Herman twee glazen fritz-kola bij de bar. Eerst was het hem al ontgaan dat hij met tokens moest betalen en de picknicktafel waaraan hij en Suzy zaten wiebelde wat. De fritz-kola smaakte goed en vanaf de wiebelende picknicktafel zagen ze de muzikanten van de Arkestra langzaam richting het podium strompelen. Hierop besloten Herman en Suzy zich dan toch ook maar alvast richting het podium in de bloedhete hoofdzaal te begeven. Onderweg hiernaartoe stuitten ze zowaar op een merchandisekraampje, waar ze allebei vijfentwintig euro neerlegden voor een kosmisch T-shirt. Herman ging voor paars en Suzy voor zwart. In hun nieuwe T-shirts, die hen erg fraai stonden, gingen ze op zoek naar een plekje dichtbij het podium, waar het optreden meteen begon. Dertien muzikanten, gehuld in futuristische kleding, gaven alles om het toegestroomde publiek in vervoering te brengen. En Herman haalde zijn smartphone boven en filmde het hele gebeuren, opdat hem geen moment van dit optreden zou ontglippen. Helaas moesten hij en Suzy, nog voor het laatste nummer goed en wel was begonnen, vroeger vertrekken om de laatste trein van Brussel naar Boechout te halen. Zo misten ze de uitvoering van het nummer Nuclear War.

Op de terugweg regende het zachtjes en over de natte kasseien van Molenbeek naar het station, schoten er opeens hete tranen in Hermans ogen. Ze maakten zijn zicht troebel en brandden ringen in zijn wangen. Hierdoor ontging het hem volledig dat Saturnus zich die avond, door de grijze regenwolken heen, boven Brussel toonde als een heldere gele ster. Suzy vroeg hem, enigszins verontrust, wat er was, waarop Herman antwoordde dat er niets was.

Omdat er helemaal niets was.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s