Collectief Het Paradijs verzamelt vallende sterren

Deze maand zoekt Babel het paradijs op. Ik interviewde Het Collectief Het Paradijs dat, bestaand uit zeven mimers, voorstellingen maakt over de absurditeit van het dagelijkse. De zeven jongens trekken mensen aan met hun eclectische verbeeldingskracht en zien het theater als ontmoetingsplek voor verhalen, rumoer en als bouwplaats voor een nog absurdere planeet. Ik sprak met drie atomen van Het Paradijs: Vincent, Ivar en Luuk!

Tekst /// Sofia de Valk       Beeld /// Juliette de Groot

De adem die ze de zaal in lieten ronken, het geklets van de lijven tegen de linoleumvloer, de energie die zichzelf steeds weer deed opzwepen en de lichamen die alle hoeken van de ruimte in elke mogelijke beweging probeerden te bewonen. Ik was direct verkocht. Dat was in 2014, toen ik als gewillig theatermaker een les bijwoonde van de eerstejaars studenten van de Opleiding Mime aan de Academie voor Theater en Dans. De klas telde acht mannen en één vrouw en werd begeleid door één van de grootmeesteressen van de mime, Karina Holla. In 2018 studeerden zij af met hun voorstelling Paradijsvertraging, dat niet alleen een zwetend succes was, maar dat ook het vermoeden deed bevestigen dat de negen verschillende karakters die vier jaar als hechte klas de theaterruimte hadden ontdekt, zouden blijven samenwerken en onderzoeken. Ze vormden Collectief Het Paradijs, waarmee ze als evenwaardige mimespelers energie en diverse theatervoorstellingen maken en andere vormen van verbinding zoeken tussen mensen, de absurditeiten van alledag en mogelijkheden die wellicht nu nog buitenaards lijken. Ik tref ze op hun nieuwe locatie, waar ze sinds twee maanden zijn ingetrokken. Een gigantische loods, waar ze samen met een ander collectief, Kat op het Spek, een broedplaats kweken voor ontmoetingen tussen gesprekken, cultuur en binnenkort waarschijnlijk zelfgebrouwen ‘Paradijsbier’.

Een collectief van hemellichamen

Vincent en Luuk nemen mij mee voor een snelle rondleiding door hun nieuwe plek, en trekken mij binnen vijf minuten vol trots van de ene naar de andere ruimte, waar licht, troep en vooral een grootse sfeer is te beleven. Ivar zet ondertussen koffie, waarna we in hun hippe kantoor met planten en een bakstenen muur toch maar heel serieus plaatsnemen. ‘Nu word ik toch wel een beetje zenuwachtig’, zegt Vincent, en Luuk en Ivar stemmen daarmee in. Dat is de tweede karakterschets binnen tien minuten; dolenthousiast én oprecht.

Dat is zo’n moment waar ik mij besef dat ik op de groep moet kunnen vertrouwen en “ja” moet durven zeggen

De jongens zijn speels, vinden graag de dingen uit die ze nog niet kenden of die anderen als onmogelijk beschouwen. Anderzijds hebben ze ook een serieus streven de wereld tot een betere plek te maken. Zowel door hun mime-achtergrond als door hun collectieve werkvorm voegen ze iets toe aan de algemene sociale ruimte. Wanneer Ivar bijvoorbeeld lesgeeft aan jongeren, zoomt hij vaak in op de betekenis van een collectieve werkwijze. ‘Ik laat ze vaak opzoeken op Google wat een collectief is en daar staat letterlijk “een groep mensen die hetzelfde doel nastreeft”. Wij weten dat we allemaal in ieder geval één gedeeld doel hebben en dat is een mooie voorstelling maken, of iets anders goeds teweegbrengen.’ Vincent: ‘Binnen ons collectief zijn we eigenlijk allemaal speler, als solo-mimers maken we hele andere dingen. Ons collectief maakt gebruik van al die persoonlijke unieke krachten; het is als een soort samenkomst van onderdelen.’ Dit begint altijd met één klein atoompje van een mogelijk concept. Ze hebben dit de ‘Oerschreeuw’ genoemd. In het spelen en nadenken legt één iemand plots een idee op tafel, vaak in een niet-vanzelfsprekende context, waarop een stilte volgt, een spanning van vraagtekens en dan een collectieve zucht waarin bij iedereen tegelijk het lampje aangaat. De drie mimers imiteren tegelijk de geschetste situatie en eindigen met een gezamenlijke: ‘Wow, jaaaaa, dat is het.’

V.l.n.r: Vincent, Ivar & Luuk.

‘Zo zien wij het idee van een collectief, alle bouwstenen trekken naar elkaar toe’, zegt Luuk. De twee anderen knikken instemmend, alhoewel dit niet altijd vanzelf gaat. ‘We zoeken het ook heel bewust zo op’, stelt Ivar. ‘Het is nooit gewild dat één iemand een voorstelling bedenkt en de rest daar zomaar aan meedoet. We trekken naar elkaar toe, gooien allemaal ideeën en beelden in, waarna we bewust gaan stapelen. En daar leren we ook constant van.’ Dit leren behoeft een bepaald vertrouwen in de ander. ‘Het komt echt vaak voor dat je een idee van iemand anders heel raar vindt, of je er niets mee wilt. Maar om jezelf dan toch toe te staan de ander een kans te geven en te kijken wat jij zelf met dat idee kan, wanneer je jouw perspectief erop zet.’ Vincent heeft een goed voorbeeld uit het maakproces van Paradijsvertraging. ‘Al op de eerste dag kwam Ivar met een idee om met grote bakken te werken, maar dat zou direct al veel geld kosten. Ik was daar als enige echt heel erg op tegen, omdat ik niet begreep waarom we al meer dan duizend euro aan geld konden uitgeven, zonder eerst te hebben uitgedacht wat we eigenlijk wilden. Alle anderen waren het echter vrij direct met elkaar eens dat ze het decor wilden vastleggen, om van daaruit te gaan spelen en maken. Dat is zo’n moment waar ik mij besef dat ik op de groep moet kunnen vertrouwen en “ja” moet durven zeggen en er intrinsiek ook voor moet gaan. Dan moet ik daarin ook meegaan.’

Ik merk op dat ik nog nooit zo’n positieve benadering van consensus heb gehoord. Consensus of compromis heeft altijd zo’n negatieve lading, alsof je die ene planeet moet opgeven wanneer men je ‘maanconcept’ eenmaal heeft goedgekeurd. ‘Het is voor mij dan ook echt een collectieve beslissing’, knikt Vincent; ‘ik maak de keuze niet voor mijzelf, maar voor het collectief. Als ik weet dat deze negen – of momenteel zeven – personen het beste zien, moet ik daar als lid ook op vertrouwen.’

Er is een zekere verdeeldheid tussen dominantere meteorieten, degenen die hun idee n het snelst in oerknallen gieten, en degenen die met de vele concepten meezweven door de ruimte. ‘En dat gaat niet om kwaliteit.’ Echter is het die balans die de paradijselijke groep probeert te evenaren. En het vertrouwen om van elkaar te kunnen leren drijft elkaar voort. Dit vertrouwen ligt besloten in een gedeelde basis. Ivar: ‘Op school waren we al vanaf het begin echt een klas. We deden ten eerste dezelfde opleiding, maar daarin ontwikkel je ook samen een taal en dat geeft een bepaalde vorm.’ Luuk voegt toe: ‘Ja we waren relatief ook heel veel samen; al vrij snel dachten wij “kom laten we samen een project doen, in plaats van individuele stage.’” Vincent schetst ons een beeld: ‘Ja, ik herinner mij dat we echt heel veel bij elkaar waren. We zaten iedere lunch aan een tafel in de hal. Iedereen legde eten op tafel, iedereen at, maar iedereen at ook echt sámen. Ook de studenten van andere opleidingen herkenden ons als ‘die’ klas. We waren een soort ankerpunt in de ruimte tijdens de pauzes.’ Zo ontdekten ze al snel de wijze waarop ze met elkaar kunnen bouwen met dat wat er al is. ‘Ook de ambitie om een collectief te vormen is wel vaker uitgesproken’, zegt Luuk, ‘maar we stelden ons ook vastberaden voor om eerst maar eens af te studeren. We zouden samen een eindvoorstelling maken en dan zien hoe en wat zich zou vormen. Dat gaf een fijne insteek. Maar, goed’, lacht hij zichzelf toe, ‘twee maanden daarna waren we formeel al een collectief.’ ‘Ha, ja nee’, lacht Vincent, ‘het is niet lang bij “we zien wel” gebleven. Maar die afstudeervoorstelling, Paradijsvertraging, ervoeren we allemaal ook als zo vet. We voelden allemaal dat het te zonde zou zijn om niet met deze mensen door te gaan.’

Hoe blijft een universum universeel in Het Paradijs?

Waar ze op school soms nog een battle leken te beoefenen over of men harder of zachter hun ideeën moesten laten beschijnen, beschouwen ze het spanningsveld hiervan in hun huidige maken en spelen als één van de meest waardevolle opdrachten die gewaarborgd moet worden. Ivar vertelt: ‘We hebben ook binnen het collectief afgesproken dat we aan elkaar verplicht zijn om af en toe met de vuist op tafel te slaan. Dus iedere speler, iedere maker, maar ook iedereen die van buitenaf periodes met ons werkt, heeft het recht en daarmee ook de noodzaak om met zijn vuist letterlijk op de tafel te slaan en te zeggen hoe hij/zij denkt dat het moet, of wat volgens hem/haar van groot belang is.’

Als collectief, waarin de hiërarchische verhoudingen qua artistieke bijdragen zijn achtergelaten, is er een zeker verlangen om ook geen eindregisseur meer hoeven te betrekken, of om niets meer uit handen te geven aan een ingeschoven artistiek leider. ‘Het is nog altijd een hele zoektocht om die samenwerking aan te gaan’, legt Luuk uit. Soms voelt het alsof we iets veel te veel uit handen hebben gegeven, en we het moeilijk naar ons eigen persoon kunnen herleiden. Anderzijds komt het ook voor dat we denken: “Ah shit, hadden we maar meer aan andere handen uitgeleend”. Daarom werkt het tot nu toe het beste wanneer iemand tijdelijk echt een extra lid wordt van het collectief, maar met een helderder kader wat betreft welke momenten hij/zij aanwezig is.’ Zo heeft regisseur Ko van de Bosch bijvoorbeeld onder andere de eindregie gedaan van Paradijsvertraging. ‘Maar daarvoor hebben we echt een toonmoment, waarbij wij laten zien wat we tot dan toe hebben gemaakt en hij ons feedback geeft. Daarna gaan wij weer aan de slag met zijn observaties en aanwijzingen.’ Zo blijkt ook dat wanneer Van den Bosch de zeven (ooit negen) hemellichamen heeft gepolijst, zij zelf het afgewerkte stuk weer in hún banen trekken en de eindregie nogmaals zelf redigeren.

Dat ze hun paradijselijke collectief hiermee ontoegankelijk maken is echter verre van waar. Ze delen het liefst aan een lange tafel hun gewenste planeten; alleen is hun vertrekbasis gelegen in hun hemellichaam. Als verzameling van mimers lijken de scènes gedurende het proces fragmentarisch en afzonderlijk. Ze beginnen namelijk met wat alleen zij hebben zoals zij dat hebben: de ruimte en hun eigen lichamen. Bizar genoeg sluit dat aan bij de verhalen die ze ermee vertellen. Alsof het misverstand over wat de theatervorm mime inhoudt, waarbij het vaak met panto mime wordt verward; een geschminkte man die slapsticked in een onzichtbare doos vastzit, voor eens en voor altijd de wereld uit kan. Voor de komende voorstelling trekken toevallig deze drie spelers, Ivar, Luuk en Vincent, die zich ook graag een maker noemen, zich terug van de speelvloer. Ze proberen de regie in eigen handen te nemen, om te kijken of dat anders werkt. Tijdens het repeteren kunnen zij ook aan de zijlijn hun impulsen die op de vloer zouden ontstaan lichamelijk beleven. ‘Deze proberen we nu middels verbale feedback als toeschouwende speler te delen’, zegt Vincent. Zij leggen uit dat hun streven naar een einddoel breder ligt dan het kader van spel, zoals het waarborgen van hun concept en relaties met anderen. Dat geldt niet altijd voor iedere andere speler. ‘Dus zo toevallig is het ook weer niet,’ lacht Luuk zich er nog tussen, ‘dat juist wij hier nu zitten. Maar dat is gewoon oké.’

Er zit wel een fascinatie voor de absurditeit van de actualiteit in

De beweging van het universum

Met voorstellingen en andere projecten komt Collectief Het Paradijs iedere keer terug bij het thema over het herinrichten van de wereld. Zoals Luuk verklaart: ‘Dat is grappig genoeg niet eens echt zo bedacht, elke keer voelt het alsof we aan iets geheel anders beginnen, maar komen we toch terug bij vragen als “wat zou een plek kunnen zijn?” of “hoe zou deze plaats veranderen als we de structuren van een bepaald ‘iets’ resetten?” Met Paradijsvertraging draaide het plot bijvoorbeeld om onze eigen planeet, over hoe de mens deze weer zou moeten opstarten, en hoe de mens daadwerkelijk met een apocalyps zou omgaan.’ ‘Ja, en in de tweede versie van onze voorstelling Vormen van Opdringerigheid onderzoeken we wat er zou gebeuren als we in de digitale wereld zouden kruipen, de wereld waarin de nieuwe plek zich geheel naar die obsessie heeft gevormd’, vult Ivar aan. ‘En ja, nu ’, grijnst Vincent, ‘nu gaan we naar Mars.’ ‘Ja’, komt Luuk terug, ‘er zit wel een fascinatie voor de absurditeit van de actualiteit in.’

Soms wordt absurditeit als een vaag begrip beschouwd. ‘Wij vinden dat woord “absurd” heel fijn’, zegt Luuk, en hij legt uit hoe dit begrip laat zien hoe de dagelijkse wereld zo dubbelzinnig is door alle ruimte. ‘Enerzijds kan het kritisch zijn, zoals hoe absurd het is hoe veel we in elkaars nek zitten en worden opgejaagd door de snelste beelden. Anderzijds kunnen we aanwijzen hoe dingen zo grappig kunnen zijn. We zijn niet alleen kritisch op onze maatschappij, we vinden dat we ook heel hard om haar mogen lachen met zijn allen.’ De ruimte biedt ze deze mogelijkheid, letterlijk en figuurlijk. ‘We proberen altijd zoveel mogelijkheden open te houden, ook al is het ingewikkeld, wat nou als we doen alsof het mogelijk is.’ En daar zie ik hun mime-vleugels. Luuk: ‘Het maakt je minder rationeel, je denkt meer vanuit beelden, vanuit lijven, en de lijven in de wereld.’ Vincent: ‘Je denkt niet direct vanuit hoe de psychologische mens zou reageren op de situatie die we spelen.’ En Ivar voegt een belangrijk element van de mimische werkwijze toe: ‘We werken eigenlijk altijd ook met tekst, maar deze wordt niet benaderd vanuit een gestrekt verhaal, of een specifiek personage of een bepaalde psychologie. Tekst is een toevoeging op de ervaring. Woorden zijn in die zin simpel, daar kun je soms gewoon niet om heen.’ De taal die de mimers gebruiken ‘legt niet uit’, maar ‘laat zien’. ‘We vinden het fijn als we het kunnen loskoppelen, net als het geluid, licht en de muziek’, legt Vincent nader uit. Dit betekent dat veel geschoven kan worden met de fragmentarische ingrediënten van een voorstelling in de maak. ‘De volgorde van scènes of wie de tekst zegt maakt bijvoorbeeld niet altijd uit, maar de tekst, die moet op dát moment waar díe tekst “iets is”.’

Een apocalyps zet vallende sterren aan

Zo zou het volgens de drie ook niet betekenen dat wanneer men niet kan spelen door een gedwongen ‘kunststilte’, een speler of maker ook niet meer creatief kan zijn, zich kan uiten of zijn werk kan doen. Hun collectief verzon verschillende manieren om te blijven verbinden. Dat wat ze met Paradijsvertraging wilden delen gaven ze vorm middels een kledinglijn, die ze in een pakketje paradijselijk aan je deur komen brengen. Ik poll: ‘pandemie: uitputtend of plezier?’ Vrij direct roepen ze: ‘Jaaaaa, heel veel plezier.’ ‘Dat vind ik ook wel de kern van het kunstenaarschap, ik vermoed eigenlijk iedereen wel’, zegt Ivar stellig, ‘we hebben tenslotte vier jaar een studie gedaan die je opleidt om “creatief te denken”. We zijn juist altijd bezig met hoe we anders kunnen werken. Naast de voorstelling in de vorm van een t-shirt, deden we ook een poging tot een online serie. Dat is goed mislukt, we hebben alles verwijderd, zijn er helemaal klaar mee. Maar die poging, daar ga ik echt van “aan”.’ Ook in het kader van het collectief werkt dat zo. Samen een theater bouwen, wetende dat er helemaal geen publiek zal mogen komen, is alsnog een energiebom. ‘We blijven elkaar aansteken, we laten de vuurtjes branden.’ Vincent stelt dat de andere kant wel belangrijk is om te benoemen. ‘Het was ook wel  écht hard werken met een zekere aanwezigheid van frustratie en uitputting. Joh, er zijn twee hele tournees niet doorgegaan. Het collectief is er vooral heel goed in om vervolgens wél op te staan.

Al eerder in het gesprek vroeg ik of hun werk – zowel de fundering vanuit de mime, de koepel van een niet-hiërarchisch collectief en de thematiek van dubbelzinnigheid – niet ook een trap tegen het hedendaagse systeem is. De jongens leken daar niet direct een antwoord op te durven geven, maar even later in het gesprek komen ze er alle drie op terug. Luuk: ‘Ik denk wel dat het klopt, het klinkt wat platgeslagen, “dat samenwerken een verrijking is”. Maar het is wel echt zo. Ik denk dat samenwerking altijd heel goed is. Een collectief is echter nog wel een stapje verder. Het moet namelijk ook passen.’ Dat broedplaatsen sinds afgelopen jaren weer meer opkomen, heeft volgens Ivar ook te maken met een bepaalde stroom in de maatschappij. De golven die te maken hebben met bezuinigingen, het wegvallen van productiehuizen en gezelschappen. ‘Een iets oudere acteur vertelde mij laatst hoe zijn generatie na het afstuderen gewoon afwachtte op een mailtje met een oproep voor een rol. Wij kunnen ook wel gaan wachten, maar dat kan lang duren: je weet niet eens waarop. Een collectief betekent ook direct je eigen werk creëren, je eigen regels bepalen en je eigen idee n nastreven en waarborgen.’ Het vraagt dus om een bewustzijn, maar ook om durf. ‘Ja, daarmee kom je heel ver’, stelt Ivar. ‘Ook als je hierna in de bankensector zou gaan werken, is het een methodiek om open te kunnen staan voor andere visies en perspectieven, waarmee je ook jezelf kan verrijken.’ ‘Ja’, voegt Vincent toe, ‘we ervaren allemaal hoe weinig er mogelijk is, hoe weinig geld er is. Laten wij dan in ieder geval samen spelen en maken. Want wij wíllen maken, en dat ‘doen’ en die ‘wil’ houden elkaar in stand.

We hebben een eigen taal ontwikkeld, waardoor we niet in gesprek hoeven

Stille oerknallen

Mensen die het werk van Het Paradijs zien, zien niet echt een dramaturgische verhaallijn. Het is meer een gevoel dat klopt. Wanneer een buitenstaande dramaturg een repetitieproces meekijkt, worden de fragmentarische scènes vaak met een ‘Heh?!’ beantwoordt. Men denkt: ‘Nu pakken jullie deze stijl, dan weer die toon en later zulke bewegingen. Hoe gaan jullie dat in hemelsnaam verantwoorden, of laten kloppen?’ Ivar lacht: ‘Ja, terwijl wij ondertussen op de vloer denken: “dit gaat echt heel goed worden, dit gaan we rocken.’ ‘Daarom is het zo prettig dat wij allen heel erg in intuïtie geloven. En de mime werkt daaraan bij’, voegt Luuk toe. ‘Je probeert namelijk altijd het “nu” van de gesitueerdheid te betrekken. Zo kun je altijd denken: als het “toen” niet klopte, kunnen we het altijd nog anders aanpakken om het wel in het “nu” van dáár te laten kloppen.’

‘Maar wij hebben natuurlijk ook al heel veel kilometers met elkaar gemaakt. We hebben een eigen taal ontwikkeld, waardoor we niet in gesprek hoeven,’ zegt Vincent nuancerend. ‘Ik denk dat er veel meer wordt afgesproken zonder dat we dat letterlijk bewust hebben gedaan. Meer dan dat we zelf doorhebben.’

De tafel schudt van het knikken. ‘Ja’, bevestigt Ivar nogmaals, ‘we weten allemaal van elkaar wat we aan het doen zijn.’ ‘Nou, nou, niet altijd!’ lacht Vincent hard. Ze delen volgens mij een paradijselijke grap onder elkaar. Ik laat ze ruisen en vrolijk donderen. ‘Ja, maar je weet wel’, lacht Ivar door, ‘ik kan op het toneel zomaar iets anders doen en ik weet dat iedereen mij zal opvangen. Ook met dat “snot” enzo. Alles kan ontstaan.’ ‘Ja en nu moet je dat vertellen’, zegt Vincent overwegend streng. Ivar vertelt het in geuren en kleuren. Maar die anekdote hadden ze nooit kunnen bedenken. ‘Want dat wordt superflauw.’ Vandaar, lieve lezer, schrijf ik het ook maar niet op. En lok ik jullie naar de theaterzaal.

Eén van hun laatste oerschreeuwen deed hen besluiten dat ze de eerstvolgende keer naar Mars zullen suizen. Maar absurd gezien blijven ze tegelijkertijd in de buurt. Hun nieuwe loods biedt vanaf september een ontmoetingsplek. ‘Zoals volgens ons iedere schouwburg en ieder theater zo’n plek zou moeten zijn.’ Ze schetsen de inrichting van dit broedparadijs samen: ‘Een plaats waar men samenkomt, aan tafels dineert, theater ziet en muziek en ideeën uitwisselt. Met hele goede koffie en bier uit hun eigen brouwerij.’ Zij zelf drinken overigens waarschijnlijk wel de Radler, want de mimespelers zijn dan misschien van deugnieterij, maar willen morgenvroeg wel yogaën, de zoete aardappel oogsten en snorkelen in de achtertuin. Komen jullie ook meevliegen bij de volgende lancering van dit stelletje hemellichamen, of kijken naar de vallende sterren van Collectief Het Paradijs? Tot dan, liefs.


Collectief Het Paradijs is in augustus op het Theaterfestival de Parade te zien met de voorstelling Reis naar Mars. Vanaf 14 januari 2022, reizen ze met de theaterversie van Vormen van Opdringerigheid door heel het land. In september zal hun broedplaats geopend worden. Daar worden regelmatig te gekke voorstellingen laten zien en kan je genieten van lekker eten, de beste koffie of een koud net vers gebrouwen biertje en dit allemaal op het drijvend terras aan de zaan.

Klik hier voor speeldata én de Casual Paradise kledinglijn.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s