Je ziet er gay uit

Mode verandert constant en steeds sneller. Wij mensen hebben al duizenden jaren tijd en aandacht in ons uiterlijk gestopt. Kleding en accessoires spelen een aanzienlijke rol als het gaat om hoe we allemaal door elkaar worden waargenomen. In de geschiedenis ligt de nadruk vaak op de mannelijke ervaring, en de geschiedenis van queermode is hierbij geen uitzondering. Dit terwijl de queermode van vrouwen die van vrouwen houden een rijke en interessante historie kent.

Tekst /// Teske Wortman    Beeld/// Imke Chatrou 

Met vlag en wimpel

Kleding wordt over het algemeen bepaald door een scala aan factoren. Leeftijd, geloof, geslacht, klasse, land van herkomst en nog veel meer zaken bepalen hoe iemands kledingkast eruitziet. Naast dit alles is kleding ook een manier om persoonlijkheid te kunnen uiten. Kleding werd vroeger – vooral door iedereen die niet binnen het heteroseksuele hokje viel – ingezet om te signaleren wat hun seksuele geaardheid is. Tegenwoordig uiten deze signalen zich dikwijls in de vorm van vlaggen. De meest bekende vlag geassocieerd met seksualiteit is de regenboogvlag, ook wel de pride flag genoemd. Na een korte blik op het aanbod van grote winkelketens is het duidelijk dat iedereen die kleding verkoopt ook een pride-collectie heeft. Voor een maandje in het jaar zijn alle grote bedrijven supporters van de LGBTQ+ community. Veel van deze pride-collecties zijn te herkennen aan de regenboogkleuren die volop gebruikt worden. 

Als visuele en tactiele items kan kleding ons zoveel over elkaar vertellen

De regenboogvlag maakte in 1978 zijn debuut toen kunstenaar Gilbert Baker deze creatie met de wereld deelde. De eerste vlag bestond oorspronkelijk uit acht kleuren die een beetje konden variëren omdat ze beïnvloed werden door de beschikbaarheid van stoffen. Sindsdien heeft de vlag twee kleuren verloren, en bestaat de meest voorkomende variant dus uit zes strepen: rood, oranje, geel, groen, blauw en violet. Om het echt op een regenboog te laten lijken wordt de vlag meestal horizontaal gevlogen. Naast de algemene regenboogvlag voor de gehele community heeft iedere letter uit ‘LGBTQ’ een of meerdere eigen vlaggen. De eerste versie van de lesbische vlag was de Labrys vlag, ontworpen in 1999 door grafisch ontwerper Sean Campbell. Dit is een paarse vlag met een op zijn kop gekeerde zwarte driehoek met daarin een labrys; een tweezijdige bijl die volgens de mythologie gebruikt werd door Amazones.  Dit wapen werd in de jaren zeventig al gebruikt door vrouwen die buiten de heteroseksuele norm vielen. De zwarte driehoek is in het design geïncorporeerd omdat vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog als ‘asociaal’ werden beschouwd de omgekeerde zwarte driehoek moesten dragen. De paarse kleur, violet om specifiek te zijn, is deel van de vlag dankzij dichteres Sappho. Lang geleden op het Griekse eiland Lesbos schreef Sappho over de schoonheid van vrouwen en gebruikte in deze gedichten vaak de kleur violet. Sappho is ook de reden dat vrouwen die van vrouwen houden lesbisch of sapphics worden genoemd, naar haar woonplaats Lesbos en haar naam. 

Sinds 2018 varen lesbiennes ook onder een andere vlag. Geïnspireerd door de regenboogvlag bestaat deze nieuwe vlag uit horizontale gekleurde strepen, namelijk: oranje, wit en roze. 

Lang geleden, in de achttiende eeuw, was het overal in Europa illegaal om homoseksueel te zijn, hierdoor ontstonden er in het geheim kleine subculturen. Destijds waren er zoveel negatieve connotaties verbonden aan homoseksualiteit dat de subculturen door middel van geheime kledingvoorschriften ervoor zorgden dat leden van de subcultuur elkaar in het openbaar konden herkennen. In deze tijden van maatschappelijke onderdrukking, die nog vele jaren zou duren, fungeerde kleding als een geheime taal waarin individuen met elkaar konden spreken en zich met elkaar verbonden voelden. Individuen nemen een kledingstijl aan om hun betrokkenheid bij een groep te tonen, en zijn zich ervan bewust dat deze kleding hen buiten de grenzen van de gevestigde en institutionele orde plaatst.

De twintigste eeuw

In het begin van de twintigste eeuw werd de monocle het statement piece voor vrouwen. Monocles werden vrijwel alleen door vrouwen uit hogere klasse gedragen, toch waren ze zo populair dat ze in 1913 op sommige Amerikaanse vrouwencolleges werden verboden. Toen de jaren twintig van start gingen waren de monocles nog steeds populair, omdat ze toen perfect paste bij de mode van modernistische vrouwen. Hoewel monocles niet alleen door lesbiennes werden gedragen, maakte het wel de jongensachtige look van hen af. 

Het perfecte voorbeeld van de lesbische twenties look was de biseksuele actrice Marlene Dietrich. In de jaren twintig, toen homoseksualiteit nog steeds werd afgekeurd, werden mannelijke kleding tradities overgenomen door vrouwen. Dit werd gedaan als poging om het lang bestaande patriarchaat in twijfel te trekken daarnaast was het voor vrouwen een nieuwe manier om hun genderidentiteit te uiten. Met haar genderbendende garçonne-look en onberispelijke smaak was Dietrich een trendsetter. De garçonne-look verwierp korsetten en omarmde een jongensachtig silhouet voor vrouwen. Het dragen van mannelijke kleding en monocles werd destijds gezien als modern, gedurfd en het toppunt van mode. 

In de jaren vijftig werden de termen butch en femme geïntroduceerd. Butch lesbiennes kleedde zich als mannen en femme lesbiennes als vrouwen. Dit waren vaak ook de rollen die ze aannamen in relaties. Het is een narratief dat sterk beïnvloed is door the nuclear family en andere heteroseksueel gedachtegoed. Hier is later heel veel kritiek over geuit door lesbische feministen. Kunstenares Joan Nestle is het niet met deze kritiek eens. Volgens haar was de butch/femme subcultuur een manier waarop lesbiennes een gemeenschap konden vormen. Binnen deze labels was er volgens Nestle nog veel ruimte voor zelfexpressie. Daarnaast werden lesbiennes, vooral stelletjes bestaande uit een butch en een femme, zichtbaarder voor de rest van de samenleving. Het  kon niet langer gezegd en verwacht worden dat twee vrouwen slechts hele goede vriendinnen waren die uiteindelijk met mannen zouden trouwen. Door op deze manier buiten de norm te leven, riskeerden deze vrouwen alles. Zo duidelijk buiten de norm leven was onwijs radicaal. Het zorgen voor zichtbaarheid van de lesbische gemeenschap was een gevaarlijke eerste stap in de richting van gelijke rechten. 

De jaren tachtig werden gekenmerkt door The Rebel Dykes. De mode van vandaag is vergelijkbaar met die van de jaren tachtig, maar toen zagen mensen dit soort looks voor het eerst. De lesbische punkers uit Londen waren te herkennen aan hun leren jacks, tattoos en felgekleurde haar. Tatoeages zijn nu populair, maar in de jaren tachtig was het hebben van een tattoos juist een teken van culturele afwijking, zeker bij vrouwen. Ook fel gekleurd haar is nu wereldwijd populair bij allerlei verschillende soorten mensen, maar in de jaren tachtig werd het nog als veel extremer beschouwd. Rebel Dykes hadden ook veel vaker piercings dan de algemene bevolking. Op verschillende manieren vielen de lesbische punkers op, ze vonden met hun looks enkele nieuwe routes die de mode komende decennia in zou slaan, ook al werden ze niet gewaardeerd in hun eigen tijd. 

Activisme is vaak verbonden aan de kledingstijl van de LGBTQ+ community. Zo is het dragen van badges iets wat al jaren gedaan wordt. Soms zijn het badges met duidelijk activistische boodschappen en soms met subtiele steun voor sociale problematiek. Een roze driehoek is iets wat vaak terug te vinden is op badges. De roze driehoek was een symbool dat door de LGBTQ+-gemeenschap is teruggewonnen nadat het werd gebruikt om homoseksuele mannelijke gevangenen in de Tweede Wereldoorlog te vervolgen. Er zit veel geschiedenis en betekenis achter de kleding die we dragen, daarom moeten we blijven terugkijken op waar we vandaan komen. We kunnen dit doen door te schrijven en te lezen, te praten en te luisteren, maar ook door te onze kleding te onderzoeken. Als visuele en tactiele items kan kleding ons zoveel over elkaar vertellen. 

Over de jaren heen heeft de kleding van vrouwen die behoren tot de LGBTQ+ community dus veel veranderingen ondergaan. Wat er in het verschiet ligt valt natuurlijk niet met zekerheid te zeggen, maar er kan natuurlijk altijd gespeculeerd worden. Er is nu al te zien dat gender steeds minder bepalend wordt voor kleding. Dat vrouwen kleding dragen die vroeger alleen door mannen werd gedragen is in Nederland al niet echt vreemd meer. We zien ook dat de mainstream stukje bij beetje meer toelaat als het gaat om mannen die stijlen willen dragen die van origine alleen door vrouwen werden gedragen. In de toekomst zal er wellicht geen mannen- en vrouwenkleding zijn, in plaats daarvan hebben we dan gewoon kleding. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s