Het leenstelsel werkt niet, wat werkt wel?

Al in 2010 introduceerde GroenLinks de studietaks: een manier om studenten in hun levensonderhoud te voorzien zonder dat zij met enorme studieschulden blijven zitten. De gemiddelde studieschuld was in 2019 volgens het CBS € 13.600 en zal door het leenstelsel toenemen tot € 21.000. Toch is het plan voor de studietaks al in 2011 geruisloos weer van de tekentafel verdwenen. Tijd om de studietaks een nieuw leven in te blazen?

Tekst /// Max Rensink    Beeld /// Katja Schraag

Leenstelsel
Het is prettig om te zien dat – behalve de VVD – alle grote partijen af willen van het leenstelsel in de huidige vorm. Hoe dit tijdens en na de formatie zal verlopen, moeten we afwachten, maar de kans is vrij groot dat er iets gaat veranderen. Het leenstelsel pakt niet uit zoals onze huidige bestuurders hoopten. Het in 2015 ingevoerde stelsel kreeg de afgelopen jaren al meermaals veel kritiek. In 2018 meldde Trouw dat zeker niet al het bespaarde geld ten goede komt aan de verbetering van het onderwijs, zoals bij de invoering van het leenstelsel is beloofd. Daarnaast leidt de door het leenstelsel ontstane studieschuld ertoe dat het afsluiten van een hypotheek lastiger is en dat de ongelijkheid toeneemt in plaats van afneemt. Er zijn een aantal alternatieven voor het leenstelsel, waaronder het herinvoeren van de basisbeurs. De meeste partijen kiezen hier in hun verkiezingsprogramma voor. Andere opties – die op weinig steun kunnen rekenen – zijn het verhogen van de aanvullende beurs of het gehele belastingen- en toeslagenstelsel veranderen. Maar wat een volgend kabinet ook zou kunnen doen, is het invoeren van een studietaks.

Stress
Zeven op de tien studenten leent regelmatig geld bij DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs). Met een gemiddelde schuld van € 21.000 in het vooruitzicht maken studenten zich begrijpelijkerwijs veel zorgen. Uit een onderzoek in 2019 van het ISO (Interstedelijk Studenten Overleg) blijkt dat 60% van de studenten regelmatig stress ervaart door het leenstelsel. Opmerkelijk is bovendien dat van de studenten die extreme vermoeidheid ervaren overdag (44% van alle studenten), lenende studenten hier vaker last van hebben dan studenten zonder lening (50% om 39%). Daarnaast geeft ongeveer de helft van de lenende studenten aan ‘vaak om financiële redenen af te zien van sociale- of nevenactiviteiten’ en is ruim 70% bang voor ‘financiële (woon)gevolgen in de toekomst’.

Dit zijn verontrustende cijfers. De ervaren stress is volstrekt logisch, aangezien de meerderheidvan de studenten waarschijnlijk pas een fulltime baan heeft na het afstuderen. Studenten hebben nog jarenlang last van de tienduizenden euro’s opgebouwde schuld, zeker als zij geen goed verdienende baan kunnen vinden. Stel je voor dat Zoë net is afgestudeerd als psycholoog en een studieschuld heeft van € 25.000. Als Zoë haar studieschuld van het leenstelsel vanwege een laag inkomen niet kan terugbetalen, kan zij het aflossen voor maximaal 60 maanden stopzetten. Maar zij zal het volledige bedrag uiteindelijk wel moeten terugbetalen. Pas na 35 jaar aflossen kan een eventueel resterende schuld kwijtgescholden worden, en alleen in zeldzame gevallen. Dit kan logischerwijs voor veel problemen zorgen.

Hypotheek
In het huidige systeem beïnvloedt de hoogte van de studieschuld bovendien de mogelijkheden voor het afsluiten van een hypotheek. Volgens onderzoek van het ISO in 2018 kan een studieschuld nog tientallen jaren van invloed zijn op je hypotheek. De studieschuld in het oude studiestelsel – van vóór het leenstelsel – verlaagt de maximaal af te sluiten hypotheek met het dubbele. Zoë’s studieschuld van € 25.000 verlaagt in het oude stelsel haar hypotheek met € 50.000! In het leenstelsel gaat het niet om het dubbele van de schuld, maar nog steeds gaat het om veel meer dan de afgesloten lening. Volgens het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) zou Zoë’s schuld in het leenstelsel de maximaal af te sluiten hypotheek met ongeveer € 42.000 verlagen. Snel aflossen dus, zou je denken. Maar het addertje onder het gras bij beide systemen is dat banken naar de oorspronkelijke studieschuld kijken en niet naar de huidige studieschuld. Dus ook wanneer Zoë al duizenden euro’s heeft afgelost, rekenen de banken met de studieschuld van het moment van afstuderen. Het is daarom niet gek dat de studieschuld ook na tientallen jaren nog een grote rol kan spelen bij het afsluiten van een hypotheek.

Studietaks

Een door het volgende kabinet te overwegen alternatief voor het leenstelsel is de studietaks. Het idee achter de studietaks is dat een student een opgebouwde studieschuld via de belasting terugbetaalt. In Australië bestaat de studietaks al en betalen afgestudeerden de opgebouwde studieschuld terug vanaf een bepaald salaris. Als je namelijk meer verdient dan omgerekend € 29.953 per jaar, betaal je 1% extra inkomstenbelasting. Vervolgens stijgen de percentages snel, met een maximum van 10% extra belasting over een salaris van meer dan € 87.854 per jaar. Hoewel er in Australië discussie over dit systeem heerst, bestaat het oorspronkelijke HECS (Higher Education Contribution Scheme) al sinds de jaren 80. Ook Schotland gebruikt een dergelijk systeem. Het extra belastingpercentage van 9% geldt voor iedereen vanaf een inkomen van omgerekend € 22.417 per jaar. Wanneer de Australische en Schotse oud-studenten de studieschuld volledig aflossen, vervalt de extra belasting. De studietaks in Australië en Schotland werkt met een behoorlijk hoog aflossingspercentage, maar dit percentage betaal je pas als je goed verdient.

Het is niet van belang of diegene daadwerkelijk het volledig geleende bedrag aflost, want het percentage blijft hetzelfde

Deze vorm is een interessant alternatief waarbij de opgebouwde studieschuld niet als een soort tsunami achter de afgestudeerde aan zit. Maar er is nog een andere variant op het Australische en Schotse stelsel: een studietaks waarbij de overheid de opgebouwde studieschuld omzet in een bepaald belastingpercentage, dat iemand gedurende zijn hele leven betaalt. Het is niet van belang of diegene daadwerkelijk het volledig geleende bedrag aflost, want het percentage blijft hetzelfde. Bij een lager inkomen zal iemand dus mogelijk minder dan de schuld aflossen en bij een hoger inkomen juist meer. Het gaat om kleine percentages extra belasting: Zoë’s studieschuld van € 25.000 zou het belastingtarief met bijvoorbeeld een half procent kunnen verhogen, wat inhoudt dat zij gedurende haar hele leven een half procent meer belasting betaalt per jaar. Zeker in het begin van de werkende carrière gaat dit om een klein bedrag. In 2019 was het gemiddelde startsalaris voor fulltime werk voor WO-afgestudeerden € 3123 bruto per maand. Een half procent extra belasting betalen over dat inkomen zou iets meer dan € 15 per maand betekenen.

Wanneer Zoë gedurende haar hele leven een klein percentage extra belasting betaalt, zal zij als zij veel geld gaat verdienen meer terugbetalen dan zij oorspronkelijk leende. Je kunt je afvragen: is dat wel eerlijk? Maar we kunnen het ook omdraaien. Stel je voor dat Zoë veel moeite heeft om een baan te vinden en uiteindelijk weinig geld gaat verdienen. Het bedrag dat zij moet aflossen zal dan automatisch lager zijn, omdat het afhankelijk is van haar salaris. Dat betekent dat ze niet door een torenhoge studieschuld in de problemen komt. Mocht ze juist wel een torenhoog salaris gaan verdienen, zal ze inderdaad meer moeten betalen dan de hoogte van haar studieschuld. Het is niet nodig om daar wakker van te liggen: ze heeft immers een riant salaris. Voor de staat kan dit ook gunstig zijn, want hoe hoger het gemiddelde salaris, hoe gunstiger het is voor de staatskas.

Compensatie
De studietaks heeft als voordeel dat ook de studenten in het huidige leenstelsel, die steeds meer stress ervaren van het snel stijgende bedrag op de DUO-website, hier direct op over kunnen stappen. Het gaat immers in beide systemen om een belastingpercentage dat pas na het afstuderen afgelost moet worden. Het zou netjes zijn om de leenstelsel-studenten een compensatie voor de misgelopen studiebeurs toe te kennen. Als ze een jaartje eerder of later zouden zijn begonnen met studeren, hadden ze immers wel een studiebeurs gehad… Een studiestelsel moet het voor iedereen mogelijk maken om te kunnen studeren. De huidige aanvullende beurs is daar een poging toe. Studenten uit minder vermogende gezinnen krijgen extra geld zodat studeren ook voor hen toegankelijk is. Een studietaks sluit een aanvullende beurs niet uit: deze zou naast de studietaks kunnen blijven bestaan. De studietaks is een elegante manier om studenten geld te laten lenen zonder dat zij een moeilijk aflosbare studieschuld opbouwen die zorgt voor stress of voor een lagere hypotheek. Bovendien is het ook bij de studietaks mogelijk om rekening te houden met financiële verschillen in de samenleving, zowel tijdens het studeren als daarna. Maar er zijn natuurlijk ook andere alternatieven. Politiek Den Haag zal ons binnenkort laten weten welke hervormingen het studiestelsel door zal gaan maken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s