Lach je geen ongeluk

We weten het allemaal: we leven anno 2021 in een tijd van het mogelijke, het maakbare en vooral het eeuwige streven naar succes en perfectie. Als studenten zwoegen we voor dat papiertje en zoeken ondertussen voortdurend naar bevestiging; we streven er naar het betere, het hogere en het maximale uit onszelf te halen. Met de eeuwige gedachte dat wanneer je niet opgeeft, maar in je droom en vooral jezelf blijft geloven, lijken potentiële beren op de weg alleen maar gevaarlijker. 

Tekst: Freek Haye /// Beeld: Bob Foulidis

Natuurlijk heeft een cynische, zwaarmoedige of een algehele zwartgallige levenshouding weinig nut. Maar het leven altijd maar tegemoet blijven lachen, terwijl het leven jou op momenten het vuur aan de schenen legt, zorgt ervoor dat natuurlijke menselijke emoties worden onderdrukt, met de nodige psychische langetermijngevolgen van dien. 

Kanker als ‘kans’

In 2009 schreef de Amerikaanse politiek activistische journalist en amateursocioloog Barbara Ehrenreich over dit eeuwige optimisme in haar boek Smile or die: How positive thinking fooled America & the world. Ze schrijft het boek vanuit haar eigen ervaring als borstkankerpatiënt waarin ze door iedereen werd aangemoedigd vooral positief te blijven, oftewel ‘to see the glass as half-full, even when it lies shattered on the floor.’ Ehrenreich benadrukt hoe deze ‘cult of cheerfulness’ verweven is met het Amerikaanse denken en sluimerende psychologische schade kan aanbrengen. Toen Ehrenreich met borstkanker gediagnosticeerd werd, kwam ze al snel in aanraking met de grote Pink-Ribbon beweging, waarin ‘patiënt’ en ‘slachtoffer’ verboden woorden zijn. De bijbehorende cultuur wordt gekenmerkt door vrolijkheid en strijdkracht. Die borstkankercultuur vol met intieme persoonlijke verhalen, merkt Ehrenreich op, negeert de vele negatieve gevoelens die bij de ziekte komen kijken, zoals woede, verdriet, pijn en onmacht. Daarentegen stelt het kanker voor als een ‘strijd, gevecht of oorlog’, die met maximale persoonlijke inzet en vooral een optimistische houding overwonnen kan worden. Want, zo luidt de clichégedachte een positieve instelling stimuleert het immuunsysteem. Afgezien van een gebrek aan bewijs voor deze sterke wisselwerking tussen geest en lichaam, hebben kankercellen vrij weinig te maken met het immuunsysteem, zo stelt Ehrenreich die tevens een PhD celbiologie op zak heeft. Immers zijn kankercellen geen ‘vreemde indringers’ die vanuit het immuunsysteem bevochten worden, maar zijn het (al dan niet kwaadaardige) onderdelen van bestaande cellen in het eigen lichaam. 

Maar goed, baadt het niet dan schaadt het niet, hoor ik je denken. In het geval van positief denken gaat dit helaas niet altijd op. Want, in de immer strijdkrachtige borstkankercultuur, betekent een terugkeer van kanker automatisch een gebrek aan doorzettingsvermogen en positief denken. Victim blaming vormt, zoals Ehrenreich ook aangeeft, een tweede ziekte die flink op kankerpatiënten kan drukken.

Zodra je de status van ‘survivor’ bereikt hebt, heerst de mantra dat je een beter, krachtiger, gelukkiger en mooier mens bent die bovendien de gouden kans heeft gekregen om het leven in te richten met die dingen die er ‘echt’ toedoen. En dit geldt niet alleen voor kankerpatiënten, maar voor ‘survivors’ in de breedste maatschappelijke zin: van de wegbezuinigde vijftiger die zijn werkloosheid ziet als een ‘groeiproces’ naar een betere baan of een glansrijkere nieuwe levensfase, tot een jonge moeder die met haar kinderen ontsnapt uit een gewelddadige relatie en vervolgens niet bij de pakken neer gaat zitten, maar haar ellendige verleden omarmt en omzet in positiviteit en levenslust. Alhoewel Ehrenreich zich met name richt op de Amerikaanse moraal van blijven lachen, zie ik dat het positieve denken ook in onze (veronderstelde) nuchtere Nederlandse levenshouding zichtbaar. 

‘Ieder individu is zijn of haar eigen kleine heilige en er heerst een obsessie om zo diep mogelijk tot deze nieuwe God door te dringen’

Kijk maar eens een avondje The Voice of Holland waarin de twee minuut durende audities altijd worden voorafgegaan door een sterk, veelal emotioneel persoonlijk verhaal. Dit verhaal, of het nu een ziekte, overlijden, stemproblemen of depressie betreft, maakt de kandidaat in kwestie sterker en zelfverzekerder. Zo kreeg de 20-jarige kandidaat Job bij zijn eerdere deelname aan het programma kwetsende haatreacties over zijn geaardheid. In het gesprekje voorafgaand aan zijn The Voice-revanche vertelde hij dat hij de reacties kon ‘ombuigen naar iets positiefs, want iemand vindt me blijkbaar interessant genoeg om te reageren.’ Presentator Martijn Krabbé noemde het vervolgens ‘een goede les voor iedereen hoe om te gaan met reacties op sociale media.’ Het moet niet gekker worden.

Het heilige individu

Het moderne westerse motto van ‘what doesn’t kill you makes you stronger’ of nog erger: ‘when life gives you lemons, make lemonade’ is onontkoombaar verstrengeld in ons denken, doen en laten en komt voort uit een bredere en historische calvinistische moraal. Deze moraal van ‘hard werken loont’ en spaarzaamheid en investeren in jezelf is essentieel om uiteindelijk dat felbegeerde plekje in de hemel te bemachtigen. Sinds de opkomst van het kapitalisme is dit echter langzamerhand overgeslagen naar een wereldse vorm van individualisme, waarbij je als individu volledig eigendomsrecht over je leven hebt. Waar je als 17e -eeuwse protestant bij tegenslagen altijd nog op God kon terugvallen, die als almachtig en goedaardige geest over je waakte, heeft de moderne positivist alleen zichzelf en zijn eigen zogenaamde bovenaardse geest. 

 ‘Het ongenoegen dat je als individu geen aansluiting kan vinden op de wereld wordt als aandoening voorgesteld

In feite leven we vandaag de dag voor dit nieuwe soort goddelijk wezen, oftewel het ego. Ieder individu is zijn of haar eigen kleine heilige en er heerst een obsessie om zo diep mogelijk tot deze nieuwe God door te dringen. We worden opgevoed met de gedachte dat we met genoeg zelfontplooiing en kritische en onderzoekende ogen naar binnen uiteindelijk tot ons ‘authentieke zelf’ komen. Met mindfulness, meditatie of een intensieve retraite boordevol zelfreflectie, denken we tot een bepaalde objectieve zelfkennis te komen die als vermeende voorwaarde voor geluk en succes dient. Hierbij lijken we te vergeten dat authenticiteit, voor zover dit al wezenlijk bestaat, zich gaandeweg het leven vertoont. Zoals filosoof Coen Simon in zijn persoonlijke essay Waarom we onszelf zoeken maar niet vinden (2011) aangeeft is zelfreflectie geen middel tot ‘ons ware zelf’ maar eerder een manier om de vreemde wereld te behappen. Simon geeft op een beeldende wijze aan dat de zoektocht naar je ware zelf als dansen in een tangosalon is: ‘Voordat er muziek klinkt, is er een zaal vol mensen. Alle mensen in de zaal verdwijnen karakterloos in de massa die wacht op de muziek. Zodra er muziek klinkt en de zaal in actie komt, wordt iedereen weliswaar opgenomen in dezelfde maat en dezelfde cirkelbeweging, maar toch verschijnen ineens alleen nog maar individuen. Mensen met een eigen manier van dansen; vele authentieke tango’s. Laten we zo onszelf zijn. Geef je over aan het ritme van de wereld en word wie je bent’ (Coen Simon, 2011).

Hongerig naar antwoorden

De afgelopen vier jaar, zo berichtte de NOS onlangs, is er nog nooit zoveel naar astrologie gegoogled als nu. Vooral jongeren zoeken naar antwoorden op vragen over hun liefdesleven of carrière en verliezen zich in malafide horoscopen en readings. In een verdiepende video van NOS Stories wordt het zogeheten Barnun-effect –de menselijke neiging om een algemene en vage beschrijving als typisch en kenmerkend te interpreteren– geestig blootgelegd wanneer verschillende voorbijgangers op straat allemaal precies dezelfde horoscoop voorgelezen krijgen, die natuurlijk o zo herkenbaar is. 

Ongeacht of astrologie nu nonsens of waarachtig is: het is kenmerkend voor het onbehagen van het hedendaagse individu en de honger naar antwoorden. Zoals Simon in zijn essay aangeeft, is de samenleving van nu historisch gezien betrekkelijk nieuw en afwijkend, en het is volkomen logisch dat mensen twijfelen aan zichzelf en de samenleving. Spiritualiteit of levenskunst in welke vorm dan ook biedt wellicht even houvast, vooral in een onzekere en lastige pandemietijd, maar lijkt op lange termijn niet effectief voor meer zekerheid of levensgeluk. Simon: ‘Nieuwe spiritualiteit biedt geen geborgenheid aan allen, maar legt iedereen aan een persoonlijk infuus met een unieke dosis zingeving. Dat werkt hooguit verslavend: het effect is van korte duur, de behoefte aan zingeving is onbeperkt.’

Net als onze continue positieve houding, heeft de zingevingszucht waar Simon op doelt een verborgen neveneffect: wanneer je niet in balans bent, niet weet wat je wil, of je jezelf niet kan ‘vinden,’ lijk je ergens aan te lijden. Het ongenoegen dat je als individu geen aansluiting kan vinden op de wereld wordt als aandoening voorgesteld. Zelfreflectie en ‘graven naar jezelf’ kan zeker tot op bepaalde hoogte nuttig zijn, maar tegenwoordig lijkt het, samen met een steevaste positieve houding, de motor te worden van ons individuele bestaan. 

‘Die veelbelovende reset-knop die we met z’n allen willen indrukken vraagt om een collectieve nieuwe mindset

De afgelopen tijd wordt er volop gespeculeerd over wat er na corona komen gaat. Men spreekt over een nieuwe Roaring Twenties en het World Economic Forum stevent af op een Great Reset waarin de miljarden die worden geïnvesteerd voor economisch herstel op een slimme, verantwoorde en rechtvaardige manier bijdragen aan een betere wereldeconomie. Een soort kapitalisme 2.0 met meer inkomensongelijkheid, meer duurzaamheid en minder tegenstellingen in de samenleving. In bepaald opzicht lijkt dit ook een vorm van positief denken, desondanks is het een goed en mooi streven. Want ja, het moderne kapitalisme en het neoliberale marktdenken zijn klote. Sinds de financiële crisis in 2008 staan we erbij en kijken ernaar, maar van wezenlijke stappen vooruit kan niet worden gesproken. Natuurlijk begrijp ik dat grote en systematische veranderingen in de economie en de maatschappij niet binnen één of twee een decennia voor elkaar gebokst zijn, daar zijn nieuwe generaties voor nodig. Wel ben ik er stellig van overtuigd dat die veelbelovende reset-knop die we met z’n allen willen indrukken vraagt om een collectieve nieuwe mindset. Hiervoor zijn collectieve nieuwe normen nodig die vertellen dat we als individu echt niet het bijzondere centrum van de wereld staan en dat we ook echt niet altijd hoeven te lachen en door te zetten, maar dat negatieve gevoelens en falen doodnormaal zijn. Idealen en dromen zijn leuk. Gemixt met wat scheutjes rationaliteit, relativering en nuchterheid worden ze alleen maar leuker.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s