De mythe van de mannenpil

De mannenpil lijkt in de mythische sfeer te zijn beland, een utopie die nimmer werkelijkheid zal worden. De vraag waarom dit het geval is, is vaak gesteld. De oorzaken zijn volgens experts aan verschillende actoren te wijten. Maar we zien iets over het hoofd, namelijk de beïnvloeding van de (medische) wetenschappen door constructen, culturele ideeën en discoursen

Tekst: Robin Phoelicht // Beeld: Imke Chatrou

Al sinds 1974 wordt de komst van de mannenpil aangekondigd. Sindsdien zijn er vele studies en experimenten verricht naar hormonale anticonceptie voor mannen. Deze studies hebben middelen opgeleverd met minieme bijwerkingen. Het gaat om een mogelijke verlaging van het libido en lichte erectiestoornissen, maar deze bijwerkingen kwamen in relatief weinig gevallen voor. Deze minieme bijwerkingen staat in contrast met de vele bijwerkingen van de vrouwenpil die alom bekend zijn, zoals een verlaging van het libido, gewichtstoename of afname, stemmingsstoornissen en borstkanker. Maar daarbovenop hebben recentelijke onderzoeken ook aangetoond dat de vrouwenpil kan zorgen voor een afvlakking van emoties en verminderde cognitieve vaardigheden. Het feit dat de vrouwenpil ernstige bijwerkingen heeft, en dat dit ook bijwerkingen betreft die vaak voorkomen, zorgt al sinds de jaren 70 voor oproer onder feministen. Zij menen dat vrouwen stelselmatig een groter gezondheidsrisico lopen dankzij de ongelijke verdeling van anticonceptiegebruik. Dit heeft tevens sinds de jaren 80 geresulteerd in vele rechtszaken tegen farmaceuten die hormonale anticonceptie voor vrouwen produceren. Als reactie op deze ontwikkelingen is een kleine groep wetenschappers aan de slag gegaan met de ontwikkeling van de mannenpil.

Waarom de mannenpil uitblijft

Deze gang van zaken roept een hoop vragen op. Want waarom blijft de mannenpil uit? Waarom accepteren we als samenleving dat vrouwen systematisch een groter gezondheidsrisico lopen? Wat zijn de oorzaken hiervan? Ten eerste ziet de farmaceutische industrie geen markt voor de mannenpil, waardoor de pil niet geproduceerd wordt. Als er geld aan te verdienen viel, zou de mannenpil allang massaal geproduceerd worden. Dit probleem werkt eveneens door op de wetenschap; als er geen financiering is voor meer of intensiever onderzoek naar de mannenpil, wordt dat onderzoek vanzelfsprekend niet verricht.

De media blijven berichten over mannelijke hormonale anticonceptie met de vraag ‘of de mannenpil wel een goed idee is’. Volgens de media willen vrouwen het evenmin als mannen, omdat zij mannen daarmee niet zouden vertrouwen. Dit is uiteraard een enorme trope. Daarbij kun je jezelf afvragen welke vrouwen dit zijn, want de categorie ‘vrouw’ is een ingebeelde categorie die niet werkelijk bestaat. Met andere woorden, de langzame en ongelijke ontwikkelingen rondom hormonale anticonceptie voor mannen worden als het ware via de media genormaliseerd.

Van nymfomanie tot hysterie

Een andere oorzaak die aangewezen wordt voor het uitblijven van de mannenpil is dat voor een lange tijd een medische infrastructuur voor het mannelijke lichaam – en dus ook over mannelijke reproductieorganen – ontbrak. Deze medische infrastructuur was echter allang aanwezig voor het vrouwelijk lichaam en de vrouwelijke reproductieorganen. De aanwezige medische infrastructuur van kennis over het vrouwelijk lichaam is ontstaan vanuit het idee dat iedere ziekte of kwaal bij vrouwen toegeschreven kon worden aan de baarmoeder. Om deze reden is er veel kennis vergaard over de baarmoeder. Maar in de realiteit bestonden – en bestaan er nog steeds – grote misvattingen over het vrouwelijke lichaam en gezondheid.

Een diagnose zoals hysterie is zeer gebruikelijk geweest, om een enorm breed scala aan symptomen te verklaren. Deze symptomen zijn inmiddels door de wetenschap gecategoriseerd als signalen van ‘gezond’ seksueel functioneren. De diagnose nymfomanie werd gegeven aan vrouwen die hyperseksueel gedrag vertoonden. Deze twee diagnoses, die al snel volgden op het hebben van een hoog libido, hebben gediend om seksueel gedrag van vrouwen op normatieve wijze te categoriseren. Dergelijke normatieve categorieën worden wederom zichtbaar wanneer de libidoverlagende werking van de vrouwenpil geaccepteerd wordt, terwijl de mannenpil erop afgekeurd wordt. Nymfomanie werd gezien en benoemd als pathologie. De term pathologie werd en wordt nog steeds gebruikt om ziekte of ziekteverschijnselen aan te duiden. In deze context staat het tegenover het ‘normale’ en duidt het op dat wat gezien wordt als afwijkend. Het onderscheid tussen normaal en pathologisch in de hoedanigheid van seks of sekse is uitgebreid besproken en geanalyseerd door Michel Foucault (1926-1984) in zijn werk ‘L’Histoire de la sexualité’ (1976). In dit boek traceert Foucault de productie van discoursen over seks, sekse en reproductie. In het specifiek betrekt hij de institutionele productie van discoursen over seks binnen de gebieden van geneeskunde en psychiatrie. Hierover schrijft hij dat ‘the science of sex seems to be more interested in serving order, than in discovering truth. It seems that the medicine of sex exhibited a will to non-knowledge radically at odds with the will to truth in the biology of reproduction’. De productie van discoursen over seks, die normatief onderscheid maakt tussen normaal en pathologisch, is in het leven geroepen om orde en normen te bewaren. Dit is vaak ten koste gegaan van waarheid als het aankomt op reproductie en sekse. Net zoals er over het vrouwelijk lichaam opvattingen bestaan die een dogmatische en ideologische werking hebben, is dit eveneens het geval bij het mannelijke lichaam en reproductiesysteem. Feministische auteurs hebben aangekaart dat het idee van mannelijkheid en het idee van vruchtbaarheid nauw verbonden zijn in westerse samenlevingen, en noemen dit als oorzaak voor het uitblijven van de mannenpil.

De productie van discoursen over seks, die normatief onderscheid maakt tussen normaal en pathologisch, is in het leven geroepen om orde en normen te bewaren.

Het is van belang om te begrijpen dat Foucault tegen de consensus ingaat dat seks zich in de sfeer van taboe zou bevinden. Hij meende juist dat er enorme explosies van discoursen over seks te vinden waren in allerlei instituten, van politiek en religie, tot wetenschap en de media. En dit is nog steeds het geval, denk aan een programma zoals Spuiten en Slikken. Volgens Foucault zijn er allerlei mechanismen opgezet om alsmaar discours over seks te blijven genereren. Deze discoursen zijn volgens hem geproduceerd om het seksuele gedrag van de bevolking tot object van analyse te maken, maar óók tot doel van interventie. Het concept van populatie is een economische en politieke kwestie geworden, waardoor vruchtbaarheid en voortplanting onderhevig zijn geworden aan sociale controle en publieke en politieke discoursen.

Moderne medische wetenschappen

De medische wetenschappen hebben dus altijd een vorm van macht bezeten, en hebben via deze machtsstructuur veelvuldig discoursen over seks en reproductie geproduceerd en verspreid. ‘Modernity is characterised by the use of power-knowledge to intervene and control biological existence’, meent Foucault. Door kennis en macht als inwisselbaar te bezien onderstreept Foucault belangrijke implicaties voor de wetenschap en de productie van kennis. Het gevolg is dat de individuen binnen de medische wetenschap onbewust beïnvloed en gevormd zijn door discours en ideologie, wat weer een beperking van medisch onderzoek oplevert. Uiteraard kunnen deze dominante discoursen bestreden worden door individuen en gebeurt dit ook. De grootste kritiek op Foucault is dat er te weinig autonomie of agentschap wordt gegeven aan de individuele ontvanger van discours. Maar toch zien we dat, ook al zouden er groepen wetenschappers onderzoek gaan doen naar de mannenpil, er allerlei mechanismen zijn waardoor we niet uit de onderzoeksfase lijken te komen.

Deze problemen zijn nog altijd aanwezig in de moderne medische wetenschappen; ervaringen van transgender personen die nog steeds hard moeten strijden om hun geslachtsverandering goedgekeurd te krijgen, vrouwen die nog steeds eindeloos bevraagd worden over hun seksuele leven bij het kiezen voor een abortus, of de categorisering van genderdysforie als een psychologisch probleem – hoewel dit laatste soms een psychische oorzaak kan hebben zoals een psychose, draagt de diagnose toch bij aan normatieve categoriseringen. Dit zijn allen voorbeelden waarin normatieve categorieën zichtbaar zijn als het gaat om sekse of seks. Onlangs is er een onderzoek verricht door de Universiteit van Toronto over de representatie van het vrouwelijke lichaam in biomedische wetenschappelijke teksten die de pil als onderwerp hebben. De bevindingen wijzen erop dat de ervaring van vrouwen nog steeds wordt gerepresenteerd als universeel, maar vooral dat zij in deze teksten nog steeds gereduceerd worden tot hun reproductieve capaciteiten. Dit heeft de verspreiding van gelimiteerde vormen van kennis over wat natuurlijk of gezond is als gevolg.

Biologische sekse als construct

Sinds Simone de Beauvoir (1908 – 1986) stelde dat ‘one is not born, but becomes a woman’, bestaat er een breed gedeelde consensus over het constructivistische perspectief op gender. Gender wordt vaker wel dan niet op binaire wijze tegenover sekse geplaatst. Judith Butler (1956-) stelt echter dat zelfs biologische sekse eveneens discursief geconstrueerd is. In haar boek ‘Bodies that Matter’ (1995) stelt zij dat de categorie van sekse normatief is, en in lijn staat met dat wat Foucault het regulatory ideal noemt. Sekse functioneert volgens Butler niet alleen als norm, maar is ook onderdeel van sociale praktijken. Volgens Butler kunnen we sekse niet langer construeren als een lichamelijk gegeven, waarop het construct van gender kunstmatig wordt toegepast, maar als een culturele norm die de materialisatie van lichamen bepaalt. Het idee van het biologische, of het construct van wat biologische waarheid zou zijn, staat daarom niet los van of boven discours en ideologie. Constructen over het biologische zijn als het ware gepolitiseerd.

Normatief Fantasma

De mannenpil is verbannen naar de sferen van mythe en utopie omdat de oorzaken achter het uitblijven van dit middel abstract zijn en daardoor niet gemakkelijk oplosbaar of tastbaar. De situatie waarin de verantwoordelijkheid van anticonceptie ongelijkwaardig verdeeld is, met alle gevolgen ten dien, berust zich op een eeuwenlange ontwikkeling aan discoursen en ideologieën. Dit heeft de medische wetenschap en haar vruchten maar ook juist haar gebreken ongetwijfeld beïnvloed. De discoursen over seks hebben seks gemaakt tot middel voor het scheppen van orde door normatieve categorieën en ideeën te creëren over seks, reproductie, sekse en gender. Ook zijn deze onderwerpen iets heimelijks geworden, wat goed zou kunnen verklaren waarom een discussie zoals deze nauwelijks gevoerd is in de maatschappij. Enerzijds lijkt het alsof de samenleving niet ontkomt aan collectief nee zeggen tegen de mannenpil. Anderzijds blijven wetenschappers experimenteren en journalisten erover schrijven in een soort herhalende loop die geen doorbraak kent, omdat we inmiddels collectief niet meer geloven dat de mannenpil werkelijk een optie is.

Een gedachte

  1. Beste Robin, goed artikel! Op dit moment schrijf ik voor de master Cultuurgeschiedenis in modern Europa (UU) een scriptie over de mannenpil. Ik ben hierdoor erg benieuwd naar de bronnen die jij het geraadpleegd voor dit artikel! Foucault en Butler zitten wel goed, Nelly Oudshoorn zal je hoogstwaarschijnlijk ook bestudeerd hebben; ik ben eerder geïnteresseerd in de bronnen die gaan over de houding van de farmaceutische industrie en de media zelf. Kan je hier misschien contact met mij over opnemen? Dat zou super behulpzaam zijn! Alvast bedankt. Sofia (melis.sofia@gmail.com)

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s