Coronatest

‘Heb je dit ooit al eens ondergaan?’ vraagt de jongen me. Ik versta hem niet goed, dus hij herhaalt het, iets luider ditmaal. ‘Of dit de eerste keer is?’ Op een nonchalante manier probeer ik te knikken, alsof ik helemaal niet bang ben. Ik heb mijn fiets een paar meter van ons vandaan geparkeerd en plaatsgenomen op de enige stoel in de tent. Het regent buiten. Mijn natte broek plakt tegen mijn benen en ik voel hoe de kou zich langzaam over mijn lichaam verspreidt. 

Gisteren voelde ik me niet goed: hoofdpijn, snotterig en een zere keel. Toen ik vanochtend wakker werd bleken de klachten toegenomen. Ik heb gebeld en kon meteen een afspraak maken voor die middag. Terwijl ik de leeftijd van de jongen probeer in te schatten – hij zit volledig ingepakt, maar zal nauwelijks ouder zijn dan een jaar of twintig – haalt hij twee lange wattenstaven uit een plastic zakje. Ik kijk er wantrouwend naar. Hij legt op een kalme manier uit dat de eerste staaf bedoeld is voor in mijn neus en de tweede voor in mijn keel. Deze volgorde is zo gekozen omdat de neustest als minder prettig wordt ervaren. ‘Oké’, zeg ik onzeker.

Ik volg zijn instructie, buig mijn hoofd naar achteren en zie de lange wattenstaaf richting mijn neus bewegen. Stukje bij beetje duwt hij de staaf mijn neus in, steeds verder. Wanneer ik het gevoel heb dat hij nu wel ongeveer bij mijn hersenen is aanbeland, gaat de wattenstaaf nog een klein stukje dieper. Als de wattenstaaf eindelijk tot stilstand komt, begint hij plots in het rond te draaien. Bah, dit is echt vervelend! Na enkele eindeloze seconden wordt het langwerpige voorwerp teruggetrokken. Ik haal opgelucht adem, maar voel de staaf tegelijkertijd scherp nabranden. Ik wil snel opstaan om de regen weer te trotseren, als mijn oog valt op de tweede staaf. Zuchtend buig ik mijn hoofd nogmaals naar achteren terwijl ik mijn mond zo ver mogelijk open. Daar gaat de tweede wattenstaaf. Wanneer mijn keelholte reflexmatig protesteert, trekt de jonge jongen de wattenstaaf snel terug. Ik vermoed dat de reflex bevestigt dat de staaf zijn doelgebied heeft bereikt. 

‘Nou, dat was het hoor!’ zegt hij tegen me. Ik sta op, bedank hem zachtjes en loop snel naar mijn fiets. Meerdere auto’s staan achter me in de rij. De bestuurders lijken geen idee te hebben van wat hen te wachten staat. Terwijl ik naar huis fiets en langzaam volledig doorweekt raak, flitst één gedachte steeds maar weer door mijn hoofd: minister De Jonge, ik zal me nooit laten testen zonder klachten. 

Tekst: Max Rensink // Beeld: Dorota Dabrowska

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s