De gevolgen van het coronavirus zijn immens. Nog altijd maakt het virus ontzettend veel slachtoffers en de pogingen om de gezondheidsschade te beperken hebben grote gevolgen voor de economie. Het virus blijft zich verspreiden en de hoop is daarom volledig gevestigd op een vaccin. Wanneer dit eenmaal is ontwikkeld, zal het niet meteen voor de gehele wereldbevolking beschikbaar zijn. De strijd om een vaccin is begonnen.
Tekst: Max Rensink // Beeld: Bob Foulidis
De essentiële prik
De eerste grote piek van corona-infecties in Nederland ligt achter ons dankzij een gedeeltelijke lockdown, maar er wordt voor een tweede besmettingsgolf gevreesd. Voor veel landen blijkt het lastig het virus adequaat aan te pakken. In de twee zwaarst getroffen landen, de Verenigde Staten en Brazilië, zijn honderdduizenden mensen overleden door het virus, terwijl hun leiders de ernst ervan blijven bagatelliseren en de economie boven de gezondheid plaatsen. In India werden door het afkondigen van een lockdown talloze fabrieken en bouwplaatsen gesloten. Dit leidde tot een enorme volksverhuizing: de arbeiders hadden door een gebrek aan inkomsten geen andere keuze dan terug te reizen naar hun dorpen. En waar op het continent Afrika de verspreiding van het virus in eerste instantie minder snel leek te gaan dan in de rest van de wereld, wordt nu met name Zuid-Afrika hard getroffen en vreest men dat andere Afrikaanse landen zullen volgen.
Regeringen van lagelonenlanden kunnen geen kant op: zowel het achterwege laten als het invoeren van strenge maatregelen zal voor veel doden en schade zorgen. Daarbij heeft het zorgsysteem het zwaar te verduren en is er in deze landen een zeer beperkt aantal IC-bedden beschikbaar. In een vermogend land als Nederland bleek eind maart dat opschalen naar 2500 IC-bedden een enorm ingewikkelde klus zou worden. Diederik Gommers, IC-arts en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, gaf aan dat op dat moment 2500 IC-bedden echt het maximum was. Nederland telt iets meer dan 17 miljoen inwoners. Ter vergelijking: in Oeganda wonen meer dan 44 miljoen mensen en zijn er 60 IC-bedden. In Zimbabwe wonen meer dan 14 miljoen mensen en zijn er zelfs helemaal geen IC-bedden. Wanneer in de Afrikaanse landen een grote infectiegolf op gang komt, zijn de gevolgen niet te overzien.
Groepsimmuniteit, waarbij minimaal zestig tot zeventig procent van de bevolking immuun wordt voor het virus, lijkt niet op korte termijn te kunnen worden bereikt. De hoop van velen is daarom gevestigd op een vaccin dat beschermt tegen het virus. Maar hoe snel is een dergelijk vaccin te ontwikkelen? En een zeer belangrijke ethische vraag: hoe worden schaarse vaccins wereldwijd verdeeld?
Hoe sneller, hoe beter?
Normaal duurt het ontwikkelen van een vaccin vijf tot vijftien jaar; nu is de voorzichtige schatting dat er in de eerste helft van 2021 een coronavaccin op de markt zal zijn. Het gaat dus razendsnel. Het ontwikkelen van een vaccin is een ingewikkeld proces dat sinds de start van de pandemie hoge prioriteit heeft gekregen. Wanneer een vaccin eenmaal is ontwikkeld, wordt dit normaliter eerst op dieren getest. De dierproeven worden momenteel soms overgeslagen of parallel aan de testfases op mensen uitgevoerd. Het testen op mensen gebeurt in drie fases, waarbij eerst de veiligheid en vervolgens de werkzaamheid wordt beoordeeld. In de derde fase worden beide aspecten op grotere schaal onder de loep genomen door de ene helft van duizenden proefpersonen wel en de andere helft niet te vaccineren, waarna beide groepen met elkaar worden vergeleken.
Rusland claimt zelfs nog sneller een coronavaccin op de markt te brengen, namelijk al in oktober van dit jaar. Het Russische vaccin is echter pas op een beperkt aantal personen getest en moet nog door de derde testfase heen. Bovendien geeft Rusland de onderzoeksgegevens niet vrij, waardoor onmogelijk is te controleren of het vaccin echt veilig en werkzaam is. Het blijft dus gissen of Rusland daadwerkelijk goud in handen heeft.
Er worden regelmatig kanttekeningen geplaatst bij de snelheid waarmee vaccins nu worden ontwikkeld. Zo uitte de Chinese viroloog Shibo Jiang zijn zorgen over de veiligheid van de toekomstige coronavaccins. Het zorgvuldig doen van dierproeven leidde bijvoorbeeld bij de SARS-uitbraak in 2003 (ook een coronavirus) tot het afblazen van testen op mensen omdat het vaccin toch niet veilig bleek. Er wordt nu echter ook ontzettend veel onderzoek gedaan voordat een vaccin daadwerkelijk op de markt komt. Bovendien richt het coronavirus zo’n enorme schade aan dat het noodzakelijk is de stappen sneller te doorlopen dan anders.
Momenteel wordt er aan minstens 120 verschillende soorten vaccins gewerkt, waarvan er ongeveer twaalf op mensen worden getest. Maar volgens Anke Huckriede, hoogleraar Vaccinologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, zal zeker negentig procent van al deze vaccins de eindstreep niet halen. Als toch een klein aantal van deze vaccins effectief blijkt, kunnen ze in grote aantallen worden geproduceerd. Volgens Marc Kaptein, arts en medisch directeur van een grote geneesmiddelenproducent, zijn er in een bijna onrealistisch positief scenario aan het einde van 2021 zo’n 2 miljard vaccins beschikbaar. De World Health Organization (WHO) schatte eind juli dat er ongeveer 14 miljard vaccins nodig zullen zijn om de gehele wereldbevolking te vaccineren. Zodra het vaccin er eindelijk is, dient zich dus een volgende prangende kwestie aan. Want hoe wordt het naar alle verwachting schaarse vaccin wereldwijd verdeeld?
The veil of ignorance
Tijdens de vele malen mildere Mexicaanse grieppandemie in 2009 kochten rijke landen, waaronder Nederland, ontzettend veel vaccins op, waardoor de verspreiding van de vaccins in lage- en midden-inkomenslanden beperkt was. Ook nu heeft Nederland met Duitsland, Frankrijk en Italië driehonderd tot vierhonderd miljoen vaccins besteld bij farmaceut AstraZeneca. De Europese Commissie was over deze ‘vaccinalliantie’ niet te spreken omdat zij vindt dat Europa gezamenlijk moet optrekken in deze crisis. Nederland vindt Europa te langzaam handelen en is bang om uiteindelijk met lege handen te staan door de opkoopdrift van bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Dat rijke landen de ontwikkeling van een zo gewenst vaccin een boost geven met hun kapitaalinjecties is alleen maar toe te juichen, maar de vraag is of dat ervoor mag zorgen dat de hoogste bieder als eerste een vaccinatie krijgt.
Het principe van the veil of ignorance van John Rawls kan gebruikt worden om deze morele vraag te beantwoorden. Rawls gebruikt dit principe om te reflecteren op de grondbeginselen van een maatschappij. Rawls’ principe gaat ervanuit dat onze situatie en omstandigheden invloed hebben op onze ideeën over een rechtvaardige en eerlijke samenleving. Volgens Rawls benaderen wij morele problemen onbewust vanuit onze eigen positie. We zullen dus eerder iets beslissen wat in ons eigen voordeel is. Om onbevangen en neutraal naar problemen te kijken, kun je Rawls’ gedachte-experiment uitvoeren. Stel je voor dat je een kamer binnenstapt waarbij de deur een ‘sluier van onwetendheid’ is. Hierdoor weet je niet wie je bent, wat jouw belangen zijn en in welke omstandigheden je leeft. Volgens Rawls zul je dan voor de meest eerlijke verdeling van kansen, goederen en macht kiezen. Dit gedachte-experiment kunnen we ook toepassen op het vaccinvraagstuk. Als je niet weet waar je geboren bent, in welke omstandigheden je leeft en wie je bent, welke verdeling kies je dan? Zou je ervoor kiezen dat een beperkt aantal landen de meeste vaccins opkoopt of dat de vaccins wereldwijd gelijk worden verdeeld?
Wereldwijde verdeling
Landsgrenzen of portemonnees zouden geen rol mogen spelen bij de verspreiding van vaccins, vindt de Franse president Emmanuel Macron, die aangaf dat een toekomstig vaccin een mondiaal en publiek goed zou moeten zijn. Wanneer rijke landen grote hoeveelheden vaccins opkopen, ontstaat er een concurrentiestrijd tussen grootmachten die de vrije beschikbaarheid van vaccins bedreigt. Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij zowel wereldleiders als de WHO om te zorgen voor internationale afspraken en samenwerking. Met goede afspraken en samenwerking is het mogelijk daar waar veel besmettingen en slachtoffers zijn eerder te vaccineren. Dit zorgt er bovendien voor dat de kans kleiner is dat het virus zich zal blijven verspreiden en in andere landen de kop weer zal opsteken.
De Tweede Kamer nam op 8 april een motie aan om een wereldwijde Covid-19 pool te steunen. Dit is een grote database waarin kennis, data en ‘intellectueel eigendom’ over het coronavirus openbaar en wereldwijd toegankelijk zijn. Intellectueel eigendom is een verzamelnaam voor het exclusieve recht op uitgewerkte ideeën en uitvindingen. Een patent op een vaccin valt ook onder intellectueel eigendom en farmaceuten zouden hun vaccinpatenten in geval van een Covid-19 pool moeten opgeven. De farmaceutische industrie staat hier echter absoluut niet om te springen en haar macht is groot. In de aangenomen motie wordt de regering ook gevraagd alleen te investeren in vaccins die vrijelijk beschikbaar zullen komen. De industrie wordt dus wel deze kant op gestuurd.
Nederland investeerde honderden miljoenen in CEPI (Coalition for Epidemic Preparedness Innovations) en GAVI (Global Alliance for Vaccines and Immunizations), twee organisaties die als doel hebben het vaccin wereldwijd gelijk te verspreiden. Deze organisaties worden door veel landen gesteund, maar kunnen afspraken tussen farmaceutische bedrijven en landen niet tegenhouden. Zo zei Jane Halton, voorzitter van CEPI, dat de eensgezindheid die er nu is waarschijnlijk verdwijnt wanneer er eenmaal een vaccin op de markt is. Organisaties zoals CEPI kunnen toch ontzettend belangrijk zijn om ook lage- en midden-inkomenslanden aan de benodigde vaccins te helpen. Ook wanneer vermogende landen voor zichzelf vaccins gaan produceren, kan de opgedane kennis, mits vrijgegeven, door organisaties als CEPI en GAVI gebruikt worden om op andere plaatsen vaccins te maken.
Er wordt met man en macht gewerkt om zo snel mogelijk een vaccin te ontwikkelen. De verdeling hiervan zal zonder meer voor morele dilemma’s zorgen. Hoe de verdeling van vaccins precies zal gaan is nog onduidelijk: gaan wereldleiders de strijd met elkaar aan of wordt er wereldwijd samengewerkt? Hoe groot is het gezag van de WHO en hoe zal de farmaceutische industrie zich opstellen? De antwoorden zullen niet lang op zich laten wachten.