De Zoom-universiteit het nieuwe normaal? ‘Alsjeblieft niet.’

Na de afkondiging van de ‘intelligente lockdown’ maakte de UvA al snel bekend dat de colleges tot het eind van het semester online voortgezet moesten worden. Zoom-meetings, online presentaties en overladen Canvaspagina’s behoren voor veel studenten inmiddels tot het nieuwe normaal. Wat vinden de UvA-docenten hier eigenlijk van? Babel ging in gesprek met drie docenten van de Faculteit der Geesteswetenschappen over lesgeven in tijden van corona. 

Een tenniswedstrijd bij Geschiedenis

‘Ik had net nog een student aan de lijn die tips wilde voor zijn scriptie, de telefoon staat roodgloeiend!’ zegt Jouke Turpijn, universitair docent bij de capaciteitsgroep Geschiedenis. Momenteel geeft hij het verdiepingsvak ‘Bronnen en onderzoek’ voor tweedejaars geschiedenisstudenten en hij is hier ook de coördinator van. Bij dit vak moeten de studenten voor het eerst al hun kennis bundelen in een onderzoek aan de hand van twee bijeenkomsten per week. 

‘Eigenlijk was de eerste hobbel om te kijken hoe docenten dit aan moesten pakken. Bij dit vak zijn ook vijf docenten betrokken die het vak nog niet eerder hebben gegeven,’ zegt Turpijn. Toen iedereen een modus gevonden had, rees de volgende vraag: ‘Wat ga ik eigenlijk zelf met mijn werkgroep doen?’ Een meevaller was dat hij van de lijst met studenten al twee derde kende van eerdere colleges. De eerste bijeenkomst van de werkgroep van Turpijn – over de boze burger in Nederland – was al redelijk informeel met onder andere het vertonen van filmpjes van PowNed, maar werd door Zoom nog net een stukje informeler. ‘Het eerste college moet een warm bad zijn en ik heb dat bad nu even iets warmer proberen te maken, zodat iedereen zich welkom voelt.’ 

Toch ziet Turpijn geen voordelen in het online lesgeven. Naar 24 gezichten staren is volgens hem uiterst ongemakkelijk, daarom heeft hij de studenten hun camera’s uit laten zetten tijdens de bijeenkomsten. ‘In het begin was er één gezicht in beeld en dat was dat van mij. Ik leek wel een soort Kim Jong-un,’ lacht hij. Inmiddels geven de studenten tijdens de colleges ook zelf presentaties. Het grootste gemis vindt hij de directe interactie waarbij studenten spontaan op elkaar reageren. Student A zegt iets, maar student B denkt daar anders over. Dat kan nu niet meer. ‘De discussie was ooit een spel dat een steeds hoger niveau bereikte. Nu is het meer een tenniswedstrijd, waarbij je de hele tijd heen en weer zit te kijken.’

Turpijn vreest september. Hij wil de universiteit daarom waarschuwen: ‘Laat dit alsjeblieft niet het nieuwe normaal worden. Digitaal lesgeven kan een mooie toevoeging zijn, maar het zou nooit de uitgangssituatie moeten zijn.’ 

Hoffelijkheid bij Italië studies

‘Normaal gesproken loop ik heen en weer en richt ik me op verschillende delen van de zaal. Nu ben ik eigenlijk gewoon een pratend hoofd,’ zegt universitair docent Elio Baldi. Hij doceert momenteel een vak bij Italië studies over Dante en middeleeuwse poëzie en een vak bij Interdisciplinaire studies over openheid en hoe dat wordt ingevuld in verschillende disciplines en omgevingen. ‘Verrassend actueel in tijden van corona.’

Bij het vak over Dante had Baldi het eerste college van tevoren ingesproken bij de PowerPoint. Maar dit bleek geen succes. Elke vorm van interactie verdween, waardoor hij merkte dat zijn eigen manier van spreken automatisch ook afvlakte. ‘In een leslokaal voelt het ook een beetje als toneelspelen. Het is niet alsof ik echt de Mars op Rome na doe hoor, maar ik speel wel in op de energie van de groep,’ legt hij uit. Op het moment dat die energie er niet meer is, wordt het een totaal andere les. 

Een online les verliep niet helemaal soepel. ‘Ik liep de eerste twintig minuten constant vast en zag deels lachende gezichten en deels fronsende wenkbrauwen op mijn beeldscherm. Dat helpt je verhaal ook niet echt.’ Naast de af en toe technische problemen, ondervindt Baldi een ander gemis tijdens het online verzorgen van colleges: de context van een les. Er zit vaak een heel ritueel omheen: mensen komen het lokaal binnen, de pauze tussendoor, even een gesprekje aanknopen, et cetera. ‘Ik denk dat zwaar onderschat wordt wat sfeer en lichamelijke aanwezigheid voor het groepsgevoel kunnen doen.’ 

Toch weet hij in de donkere online ‘klaslokalen’ ook nog een klein lichtpuntje te vinden. ‘Verrassend genoeg ontstaat er een soort hoffelijkheid van studenten naar elkaar toe. Mensen die je normaal gesproken niet echt hoort, komen nu ineens ook aan het woord.’ Iedereen heeft elkaar nu constant in beeld, waardoor ze ook zien wanneer iemand iets wil zeggen. Hierdoor wordt het leslokaal een stukje democratischer. 

Het online lesgeven valt Baldi alleszins mee. ’Gelukkig zet volgens hem iedereen zijn beste beentje voor en wordt er veel begrip getoond. Doordat hij bij Italië studies kleine groepen lesgeeft kan hij via Zoom toch nog redelijk inspelen op de studenten. Bij een online hoorcollege met zestig à zeventig studenten is dat toch een ander verhaal. Ook heeft hij bewust de keuze gemaakt om minder vaak PowerPoint te gebruiken. ‘Ik vind het belangrijk om de studenten te zien en te vragen of ze iets snappen. Met een gedeeld scherm gaat dat een stuk lastiger.’ Naast het bewegen door de collegezaal komen er normaal gesproken ook nog veel handgebaren aan te pas, het blijft toch Italië studies. Nu is het moeilijker om de energie en aandacht te verdelen over een groep, merkt hij. Ook Baldi kijkt met enige vrees naar de toekomst. ‘Als dit nog veel langer gaat duren en het ingeburgerd raakt, wordt het geven en volgen van lessen minder inspirerend.’

Zoomdebatten bij Europese Studies

Ook universitair docent Guido Snel is nog niet overtuigd van het online lesgeven. Hij is werkzaam bij de capaciteitsgroep Europese Studies en geeft momenteel twee vakken: Wetenschapsfilosofie en een eerstejaarsvak over de debatcultuur in Europa. Bij Wetenschapsfilosofie is er voor gekozen om de hoorcolleges van tevoren in te spreken en dus niet live te doen. De werkgroepen vinden wel via Zoom plaats, maar zijn met de helft verminderd. Het aantal opdrachten is daarentegen vermeerderd. ‘Aan het eind van het eerste blok merkten we al dat de werkgroepen, voor zowel studenten als docenten, extreem vermoeiend zijn om online te geven,’ aldus Snel. Onder docenten van Wetenschapsfilosofie is er veel discussie geweest. Er waren zelfs stemmen die tegen online onderwijs zijn en vakken wilden vervangen door leesrapporten en literatuurstudies.

Normaal gesproken zou het vak over debatcultuur in Europa zijn afgesloten met de Nacht van de Europese Literatuur, waarbij studenten samen met auteurs die daar te gast zijn een workshop voorbereiden. ‘Ineens viel de helft van mijn vak weg,’ zegt Snel. Gelukkig kon dit opgelost worden met behulp van Het Parlement van de Toekomst, een initiatief van de Amsterdamse stichting Netwerk Democratie. ‘Studenten gaan nu via Zoom een debat naspelen over urgente zaken in Europa, zoals privacy en duurzaamheid. Het vak alleen al bestaat uit 35 studenten en er komen nog studenten van de HvA bij. Om dat via Zoom in goede banen te leiden is een flinke uitdaging.’ 

‘Ik zie niet veel voordelen aan het online lesgeven,’ zegt Snel. ‘We zijn vooral bezig met wat wegvalt op te vangen.’ Ook hoort hij van veel studenten dat ze moeite hebben met concentreren. ‘Dat geldt momenteel voor iedereen die thuiswerkt en studeren is ook gewoon werken.’ De situatie baart Snel zorgen. ‘Er wordt ontzettend veel lof over ons uitgestort door de de bestuurders van de faculteit en de universiteit. Dat is natuurlijk positief, maar ik ben ook bang dat zij in de toekomst zeggen: “Er is gebleken dat veel via Zoom opgepakt kan worden, dus er zijn minder docenten per vak nodig.”’ 

De grote waarde van traditioneel onderwijs is, volgens Snel, het leren kennen van mensen. Wanneer hij een student ziet in de werkgroepen, kan hij ook veel beter inschatten waarom de student bijvoorbeeld een werkstuk op een bepaalde manier heeft geschreven. Volgens hem draait de relatie docent-student niet alleen maar om het overbrengen van vaardigheden en informatie. ‘Het gaat ook om manieren van uitdrukken en ethiek waarmee je maken krijgt als je met kennis omgaat.’ Een hoorcollege is volgens hem eigenlijk het mooi naspelen van de echte wereld. ‘Ik heb het gevoel dat we nu in fictie van fictie terecht zijn gekomen. De realiteit van het lesgeven is weggevallen.’ Zelfs het eindeloos scrollen op Facebook van studenten wordt gemist. ‘Dat hoort gewoon bij hoorcolleges.’ 

Tekst: Julianne van Pelt // Beeld: Imke Chatrou

Plaats een reactie