Een duik in de wereld van de Chinezen met Ruben Terlou

Nu de hele wereld haar grenzen sluit vanwege het coronavirus, zit er voor Ruben Terlou (34) niks anders op dan de opnames van zijn nieuwe documentaireserie, De wereld van de Chinezen, uit te stellen. Met nog drie afleveringen te gaan zit hij net over de helft. Met Babel blikt de China-kenner en fotograaf terug op de afgelopen maanden.

‘De wereld van de Chinezen heeft eigenlijk een dubbele betekenis. Natuurlijk gaat het over de Chinese opkomst in de wereld, maar ook over de leefwijze van de Chinezen die ik aantref,’ vertelt Ruben. Op zijn achttiende begon hij met het leren van Mandarijn. Een vaardigheid die hem goed van pas kwam toen hij met een filmploeg door China begon te trekken. In 2016 verscheen zijn eerste zesdelige serie op televisie, Langs de oevers van de Yangtze. Hierop volgden in 2018 Door het hart van China en vorig jaar verscheen Chinese dromen.

Nieuwe Zijderoute

Na met vele Chinezen gesproken te hebben binnen het gigantische land, zoekt Ruben zijn verhalen nu buiten de Chinese grenzen. In De wereld van de Chinezen bezoekt hij diverse landen waar Chinezen diverse projecten zijn gestart, waaronder Kenia, Madagaskar, Servië, maar ook de VS. In 2013 kondigde de Chinese president Xi Jinping aan een ‘Nieuwe Zijderoute’ te willen creëren. De oorspronkelijke zijderoute was een karavaannetwerk dat gebruikt werd om handel te drijven tussen oost en west. Met de komst van zeetransport raakte deze route in verval. Xi Jinping besloot de route nieuw leven in te blazen en begon met het opzetten van een grootschalig infrastructureel netwerk over de gehele wereld, waar veel economische en daardoor ook politieke invloed uit voort zou vloeien. China zou centraal staan in dit nieuwe netwerk.

De Chinezen doen hard hun best deze infrastructurele plannen te realiseren. China verstrekt op grote schaal (voordelige) leningen aan landen om bepaalde projecten die ze zelf interessant vinden te verwezenlijken. ‘In elk land vinden ze een gat in de markt. Op welk gebied ze een samenwerking met de overheid aangaan, varieert dus ook per land,’ licht Ruben toe. De Chinezen zijn hierin niet kieskeurig. ‘Ze zoeken landen met bepaalde zwakke plekken en zien daar hun meerwaarde. Het gebeurt natuurlijk wel onder het mom van mutual benefits, maar je ziet vaak genoeg dat landen de rente niet kunnen dragen. Daar komt een bepaalde afhankelijkheid uit voort: economisch, al dan niet politiek.’ Westerse landen proberen doorgaans dergelijke afhankelijkheidsrelaties uit de weg te gaan. ‘De Chinezen verbinden geen ideologische voorwaarden aan hun samenwerkingen. Dat ligt anders in het Westen. [Dat] zal geen miljardenlening verstrekken aan een land dat niet kredietwaardig genoeg is om het te dragen. China gaat echter ook akkoord met grondstofconcessies of fysieke onderpanden zoals belangrijke havens. Het Westen houdt meer rekening met wat voor land het is en wie er aan het roer zit. Dat gaat niet in zee met een dictatoriaal regime dat de mensenrechten schendt.’

Hoewel de toenemende Chinese invloed in de wereld door veel landen argwanend wordt gadegeslagen, zijn er volgens Ruben ook genoeg landen maar wat blij met de hulp. ‘Veel mensen in bijvoorbeeld Kenia of Servië zien de Chinese invloed als vooruitgang. Je ziet echter ook een grote groep mensen die boos is op de eigen regering. Die vinden dat de machthebbers corrupt zijn en het land in de uitverkoop hebben gezet.’.

 #freedomofspeech

De snelle verspreiding van Chinezen over de rest van de wereld gaat niet per se gepaard met een culturele verandering, meent Ruben. Dat is ook niet de intentie erachter. Volgens de documentairemaker promoot China vooral de eigen economische kwaliteiten. ‘Wat hen aantrekkelijk maakt, is denk ik vooral de mankracht die ze hebben. China heeft een schat aan infrastructurele expertise en technologische innovatie, die ze nu inzetten in de rest van de wereld.’

Ook Nederland krijgt hiermee te maken. Zo was er vorig jaar ophef rondom de aanleg van een 5G-netwerk. Gevreesd werd dat als het Chinese Huawei hier een aandeel in zou krijgen, het netwerk mogelijk gebruikt zou kunnen worden voor spionagedoeleinden. Door vage omschrijvingen in het kabinetsbesluit werd Chinese apparatuur in de kernonderdelen van het netwerk vermeden. Hoewel de Chinese technologie veel verder ontwikkeld is dan de Scandinavische alternatieven, wil Europa, maar ook de VS, het risico niet lopen. Ruben noemt het niet vreemd dat de Chinese technologie zoveel verder is. ‘China heeft gigantisch veel vooruitgang geboekt. Het is ongekend hoe snel dat land gemoderniseerd is. Kijk alleen al naar infrastructuur. Ons spoorwegennetwerk is vergeleken met dat van China echt een lachertje. Dat hebben ze binnen vijftien jaar voor elkaar gekregen.’

Hoewel de verspreiding van Chinese cultuur niet per definitie aan de orde is, vreest men wel voor een model van ideologische controle. Met de vrijheid van meningsuiting wordt het in China immers niet altijd even nauw genomen. ‘Ik denk dat de landen die met China samenwerken, buiten eventuele economische of politieke afhankelijkheid, kans lopen dat de ideologie van de Communistische Partij ook buiten de Chinese grenzen zal treden. Des te meer je je verbindt met China, des te groter de kans dat zij die censuur ook verder uitbreiden,’ waarschuwt Ruben. Door zijn connecties met het land, houdt hij ook de media daar in de gaten. ‘De censuur doet in China goed zijn werk. De klokkenluider van het coronavirus, een Chinese arts, werd het zwijgen opgelegd. Toen hij overleed waren er binnen de kortste keren meer dan vijftien miljoen berichten met steunbetuigingen en #freedomofspeech. Nog geen half uur later waren daar misschien een miljoen berichten van over. Nu zijn ze waarschijnlijk allemaal weg.’

Beeld door Bob Foulidis

Pragmatisme

Waar China zich nog altijd in onderscheidt, is een groot collectiviteitsgevoel waaraan het individu ondergeschikt is. Deze onvrijheid van het individu is iets waar de Westerse media over het algemeen op focussen, valt Ruben op. ‘Of je het er nou mee eens bent of niet, het is de Chinese aanpak om vooruit en in een grotere context te denken. Daarvoor zijn ze bereid hoge offers te brengen.’ Dat gedachtegoed strekt zich ook uit tot de vele Chinezen die buiten de grenzen van hun eigen land opereren. ‘Je ziet dat een deel van de Chinezen die bijvoorbeeld naar Servië of Kenia gaan om daar een project op te zetten dat narratief duidelijk geloven: offers brengen. Ze brengen immers een persoonlijk offer door hun familie achter te laten. Ze geloven ook oprecht dat ze bijdragen aan de ontwikkeling van zo’n gebied en een armer land overeind helpen, terwijl er natuurlijk ook een neokolonialistisch perspectief aan te verbinden is.’ Op een grotere schaal heeft de Nieuwe Zijderoute ook zeker geopolitieke aspecten, maar dat betekent niet dat mondiale invloed de voornaamste drijfveer van de ondernemende Chinezen is. ‘Veel van hen nemen enorme risico’s, brengen offers en doen grote investeringen, om vervolgens op hun bek te gaan. Het beeld dat wij soms hebben dat Chinezen moeiteloos alles overnemen, ligt echt wel wat genuanceerder,’ stelt Ruben. ‘De economische vooruitgang laat ons vergeten dat in China relatief kort geleden nog heel veel armoede heerste. Dat hebben veel Chinezen nog duidelijk op hun netvlies. Zij weten hoe het is om niks te hebben. Dat maakt hen gefocust op welvaart en ze zijn bereid daar heel veel voor op te offeren. Meer dan wij.’

Idealisme wil Ruben het niet noemen. Hij categoriseert het eerder als pragmatisme. ‘De Chinese idealen zijn sterk verbonden met welvaart. In die zin zou je het ook materialisme kunnen noemen.’ Onafhankelijke, China-kritische Chinezen is hij tijdens het maken van zijn serie nog weinig tegengekomen, maar volgens hem komt dat niet omdat ze er niet zijn. ‘Er zijn genoeg rijke Chinezen die het niet helemaal vertrouwen en meer vrijheid willen. Die investeren dan in vastgoed in Amerika of vliegen naar de VS om daar hun kind ter wereld te laten komen.’ Dit valt onder geboortetoerisme. Zo zorgen zij ervoor dat het kind een Amerikaans paspoort heeft en later naar een Amerikaanse universiteit kan. Deze groep heeft in essentie dezelfde idealen als de ‘gewone’ Chinees, maar een andere aanpak. Met de huidige coronamaatregelen wordt het enigszins bemoeilijkt, maar Ruben heeft goede hoop deze kritische Chinezen nog te treffen.

Neokolonialisme

Waar Ruben in voorgaande series de Chinezen opzocht in hun thuisland, doet hij dat nu dus over de hele wereld. Dat gaat gepaard met nieuwe uitdagingen, maar ook met nieuwe invalshoeken. ‘Aan de ene kant gaat het natuurlijk over de Chinezen, wat ze denken, wat ze drijft. Aan de andere kant gaat het over de impact die ze hebben op een bepaalde plek. Vooral dat laatste ligt soms best gevoelig,’ vertelt hij. Niet iedereen is immers blij met de aanwezigheid van de Chinezen of de Chinezen zelf zijn huiverig om kwaad te spreken over de Communistische Partij. Toch meent Ruben dat de kern van zijn werkwijze hetzelfde blijft. ‘Uiteindelijk gaan mijn documentaires over het contact met de persoon tegenover me. Dan maakt het niet uit waar je bent. Ik probeer gewoon te luisteren. Het is aan de kijker om er een mening over te vormen. Ik bied slechts het platform.’

Soms treft hij echter situaties aan waar een oordeel niet uit kan blijven. ‘Ik sprak een Keniaan die slachtoffer werd van racisme door een Chinees. Hij vertelde dat dat niet meer was gebeurd sinds het koloniale regime van de Britten. Op dat soort momenten is het heel duidelijk: dit is neokolonialisme in zijn puurste vorm.’ Toch probeert Ruben zich in zijn documentaires grotendeels neutraal op te stellen. ‘Ik denk dat mijn waarden doorschemeren in de onderwerpen die centraal staan. De oplettende kijker kan mij beter leren kennen door wat ik maak. Daarvoor hoef ik niet hardop uit te spreken of ik het ergens mee eens ben. Het draait om de mensen die ik laat zien. Wat zij vertellen, wat hen raakt.’

Het contact met de mensen dat centraal staat in Rubens werk verloopt soepeler doordat er geen taalbarrière is. In vloeiend Mandarijn vraagt Ruben de Chinezen het hemd van het lijf. ‘Ik denk dat hieraan bijdraagt dat ik niet alleen de taal spreek, maar ook de cultuur begrijp en weet wat er leeft in de maatschappij. Ook toen ik nog reisde als documentair fotograaf, investeerde ik veel tijd in het lezen van boeken om te begrijpen wat er speelde op bepaalde plekken. Dan kan je je veel beter in mensen verplaatsen.’ Buiten de verdieping in de cultuur, bereidt Ruben echter niet veel voor aan zijn interviews. ‘Ik heb zelden een plan voor een gesprek. Zij weten vooraf niet wat ik ga vragen, maar ik evenmin.’ Zijn positie als buitenstaander benut hij optimaal. ‘Als buitenstaander kan ik het me permitteren om direct te zijn en me niet aan culturele normen of waarden te houden. Ik kan vragen op iemand afvuren die een Chinees niet zou durven stellen.’

Vrijheid

Rubens fascinatie voor China is hem niet per se met de paplepel ingegoten. ‘Ik heb altijd geweten dat ik de wereld over ging reizen en ik kon ook niet wachten tot ik oud genoeg was om dat te gaan doen. Mijn schoolperiode was voor mij een noodzakelijk offer om uiteindelijk weg te kunnen. Het was niet alsof ik al van jongs af aan gefascineerd was door China. Ik had meer een fascinatie voor het leven en de mensen. Ik kan me heel goed een toekomst voorstellen waarin ik documentaires maak die niet per se over China gaan.’ 

Een rode draad in Rubens leven is dan ook niet zozeer China, maar meer de drang om te reizen. Hoewel hij zich nog een tijd vastbeet in een geneeskundestudie, realiseerde hij zich dat het langetermijnaspect van een dergelijk traject niet bij hem paste. Na een aanbod van de VPRO hakte hij de knoop door en stopte met de studie. ‘Vrijheid is heel belangrijk voor me. Het idee dat ik iets moét blijven doen, benauwt me. Ik kan goed tegen druk, maar slecht tegen dwang.’ Die vrijheid vindt Ruben vooral in het vertrekken. ‘Misschien is het een bepaalde manier van ontvluchten. Wanneer gaat gezonde nieuwsgierigheid over in een drang naar vrijheid? Weggaan is heel makkelijk, maar thuiskomen is een stuk ingewikkelder. Als je weg bent kan je iedereen zijn. In Nederland word je altijd weer gedefinieerd door de mensen die je kent. Dat heeft een beperkende invloed.’

Ruben zoekt die definitie liever zelf: ‘Misschien is dat wel wat we allemaal aan het doen zijn: manieren zoeken om onszelf te definiëren. We zoeken die definitie dagelijks denk ik, al is het door bevestiging te zoeken op sociale media. Dat is ook jezelf definiëren. Dat zie ik als een minder effectieve manier. Ik zoek die definitie door alles achter me te laten en weg te gaan. Dat is moeilijk, maar wel heel krachtig.’

Tekst: Maryse Boonstra // Beeld: Bob Foulidis

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s