Red onze snackcultuur!

In de jaren dat ik in onze prachtige binnenstad studeer, heb ik geleerd om veel voor lief te nemen. De rolkofferterreur, niet doorlopende groepen mensen met selfiesticks, dronken gebrul op straat en incapabele toeristen per fiets: ik kan het inmiddels allemaal verdragen. Maar de teloorgang van de typisch Mokumse snackcultuur die wordt vervangen door gedrochtelijke Nutella-, stroopwafel- en ijswinkels, nee.

Tekst: Freek Haye // Beeld: Anna Berkhout

Voor wie zich afvraagt wat die Amsterdamse snackcultuur precies inhoudt: snel, makkelijk, relatief goedkoop en veelal ongezond buitenhuis eten. Denk naast de welbekende FEBO – die volgend jaar haar tachtigste verjaardag viert – aan snackbars, haringkramen en typisch Amsterdamse broodjeszaken. Het bestaan van dit soort plekken is altijd zo vanzelfsprekend geweest, dat men de cultuurhistorische waarde ervan niet genoeg inziet.

De Amsterdamse snackcultuur kent een bijzondere historie die we als stad moeten koesteren. De huidige snackcultuur werd voorafgegaan door een rijke broodjescultuur. In de jaren vijftig stond je na een avondje uit niet zoals nu in een overvolle McDonald’s, maar wachtte je in de rij bij Broodje van Kootje aan het Leidseplein waar ze de lekkerste vers belegde broodjes verkochten. De oorsprong van de broodjescultuur ligt in de oude Joodse Buurt – rondom het huidige Waterlooplein – waar in de decennia voor de oorlog handelaren volgens traditionele joodse wijze witte broodjes kroket, ossenworst en zuur verkochten.

Eind jaren tachtig moesten de broodjeszaken het echter afleggen tegen de hard oprukkende snackbars en automatieken in de stad, waar de nozems van toen zich stil en al snackend afzetten tegen oubolligheden zoals die vooroorlogse broodjes. Ook al is het product van vers belegde broodjes door de jaren heen geleidelijk veranderd naar vet frituurvoer, de verkooplekken hebben altijd dezelfde typische, bescheiden en door-lelijkheid-mooie uitstraling en ambiance behouden. Kleine ruimtes verlicht met tl-buizen, hier en daar wat verhoogde tafels met stoelen, een betegelde, makkelijk schoon te houden vloer, en natuurlijk grote vitrines waar de keurig opgestapelde snacks schitteren tussen een paar tomaatjes en wat groene bladsla. 

De Amsterdamse snackcultuur heeft het de afgelopen jaren echter moeilijk. Uit cijfers van het horeca-adviesbureau Van Spronsen & Partners blijkt dat 19,4 procent van de Amsterdamse snackbars tussen 2007 en 2017 zijn verdwenen. Authentieke zaken, zoals de Kwekkeboomwinkel in de Reguliersbreestraat die vorig jaar haar deuren moest sluiten, worden door de uit de pan rijzende huurprijzen vervangen door grote sfeerloze zaken als Dunkin’ Donuts en New York Pizza die niks aan een buurt toevoegen.

De Amsterdamse snackcultuur is een fenomeen dat door velen, waaronder ikzelf, als immaterieel erfgoed wordt beschouwd. ‘Eventjes een kroketje uit de muur of een lekkere zoute haring halen’ zit bij velen zo ingebakken, dat we dit soms vergeten te koesteren. Deze eenvoudige, allesbehalve hoog-culinaire of gezonde snackcultuur is een onderdeel van de stedelijke identiteit en moet naar mijn mening beschermd worden tegen de karakterloze commercie. 

Stap daarom voor de verandering eens Cafetaria De Prins binnen aan het Kleine-Gartmanplantsoen, waar ze nog altijd authentieke Amsterdamse broodjes verkopen en waar, in tegenstelling tot de nabijgelegen McDonald’s, zelfs op de vrijdagnacht een vrij gemoedelijk sfeertje hangt. Of neem in plaats van een slappe pizzapunt een lekker vers visje van het schattige viswinkeltje aan de Haarlemmerdijk. Op de belachelijke huurprijzen in de stad hebben we als studenten geen invloed, maar op de omzet van échte ambachtelijke Amsterdamse snacks misschien wel.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s