Wanneer je tijdens de feestdagen nog niet genoeg bent bestookt met opdringerige vragen van bemoeizuchtige familieleden over wanneer je nou eens iemand meeneemt naar etentjes en verjaardagen, is daar gelukkig in februari nog de dag van de liefde om je extra eenzaam en ongewild te voelen.
Tekst: Freek Haye // Beeld: Imke Chatrou
Dit jaar roep ik alle singles op niet vol zelfmedelijden in bed met een zak chips voor de 186ste keer Bridget Jones Diary te kijken, terwijl je je afvraagt waar de ware liefde blijft, maar je te verzetten tegen het singletaboe! Iedere single herkent het wel: vrienden of kennissen die zelf ongelooflijk gelukkig in de liefde zijn en jou dit natuurlijk ook van harte gunnen en daarom te kust en te keur naar de status van je liefdesleven vragen. Een vraag die ogenschijnlijk onschuldig lijkt, maar die je niet kan beantwoorden met dat je liefdesleven nog vruchtelozer is dan de vlakste toendra op aarde, zonder daarbij de gezellige smalltalk aan diggelen te slaan.
Vervolgens krijg je de goedbedoelde, doch ongevraagde raad, dat je je maar op datingapps als Tinder moet storten, want die vrolijke oom of goede vriend kent écht veel succesverhalen hoor! Ondanks dat Tinder onwijs vermakelijk kan zijn wanneer je op een brakke zondagmiddag weinig beters te doen hebt dan lachen om slechte openingszinnen, is en blijft het een gore vleeskeuring.
Algoritmische vleeskeuring
De Franse journaliste Judith Duportail onderzocht in haar boek L’amour sous algorithme (2019) de precieze werking van Tinder en kwam erachter dat Tinder berust op — je zou het niet verwachten — algoritmes die bepalen wie je te zien krijgt. Dit houdt in dat de potentiële matches die je te zien krijgt, afhangen van de mate waarin jezelf wordt gewaardeerd op Tinder. Wanneer je dus zelf veel naar rechts wordt geswiped en een knappe negen bent, kom je dus nooit in aanraking met een voor jou misschien wel perfecte vijf. Naast het gangbare Tinderadvies zijn er ook van die leukerds die denken daadwerkelijk diepzinnig, maar in wezen vrij pijnlijk advies te hebben, zoals: ‘om van iemand te houden, moet je eerst van jezelf leren houden’ of ‘je moet gewoon niet zo kieskeurig zijn.’ Thanks, ik had een topdag, maar wat fijn dat je me weer even met beide benen op m’n losergrond zet.
Wanneer je, net zoals Mark Rutte in 2016 tijdens Zomergasten, de vraag naar je liefdesleven stoïcijns beantwoordt met ‘ik vind het wel prima zo’, kan je op verbaasde blikken rekenen. Want hoe kan je nou gelukkig zijn zonder een relatie te hebben? Voor vrijgezellen irritant, die verbazing, maar objectief gezien niet geheel onlogisch. Het vloeit namelijk voort uit een diepgeworteld drogbeeld dat aan de basis ligt van het taboe rondom (langdurig) single zijn: het vrijgezellenleven als ondergeschikt aan het relatieleven. Je bent als mens pas écht compleet en gelukt als je de liefde hebt gevonden. Liefde en geluk worden aan elkaar gelijkgesteld. Het zwart-witte idee dat iedereen die in een relatie zit volledig en ten allen tijden gelukkig is en een vrijgezel een tot eenzaamheid gedoemd brok ellende is tot gevolg.
Maakbaar mensenleven
Liefde wordt beschouwd als een soort ultiem levensdoel dat je als single altijd hoort na te streven. Wanneer je dit niet doet, ben je net als Mark maar een rare snuiter. In het verlengde hiervan ligt de verwerpelijke veronderstelling dat het vinden van liefde volledig je eigen plicht en verantwoordelijkheid is. Een gebrek aan liefde is dus automatisch je eigen dikke schuld. Een partnerloos persoon trekt er te weinig op uit, flirt niet hard genoeg of is simpelweg niet leuk genoeg. Natuurlijk is liefde prachtig, magisch en fijn en voegt het allerlei moois toe aan je leven, maar we zijn doorgeslagen in het idee dat ons gehele mensenleven maakbaar is.
Singles vormen een fundamenteel onderdeel van onze maatschappij: Nederland telt ruim drie miljoen singles. Van die drie miljoen zijn er heus een aantal enigszins zielige gevallen die net uit een langdurige relatie komen en al in huilen uitbarsten als ze alleen naar de winkel moeten lopen voor een diepvriespizza die ze ook nog helemaal alleen moeten opeten. Het merendeel leeft echter een gemoedelijk, boeiend en tevreden autonoom leven gevuld met vrijheid en boordevol liefde in allerlei – niet per definitie romantische – vormen. ‘Gewoon gelukkig’ zou je kunnen zeggen.
Singlediscriminatie
Het relatieleven blijft jammer genoeg wel de norm, wat zich voor singles in allerlei praktische beperkingen uitdrukt. Zo is het voor vrijgezelle starters op de woningmarkt veel moeilijker een huis te bemachtigen en te bekostigen dan voor stelletjes. Bovendien betalen alleenstaanden meer gemeentelijke belastingen (zoals rioolbelastingen en afvalstofheffingen), omdat deze per huishouden worden gerekend en niet afhankelijk zijn van het totale verbruik. De Amerikaanse sociaal-psychologe Bella DePaulo noemt dit voorbeelden van singlism oftewel singlediscriminatie; een onderhuidse vorm van discriminatie die zich op subtiele wijze manifesteert in de maatschappij. Afgezien van het feit dat singlediscriminatie misschien een lichtelijk gevalletje uit de categorie luxeproblemen is, onderschrijft het de maatschappelijke standaard van het hebben van een partner.
Een standaard waar we op den duur toch echt van af moeten. Al helemaal gezien de prognose dat in 2050 ons land voor de helft uit vrijgezellen zal bestaan. Dus laten we allereerst stoppen met het eeuwige meeleven met singles: we zijn niet zielig, we zijn geen patiënt en we hebben geen probleem wat verholpen moet worden. Attent dat je naar ons liefdesleven vraagt, maar het gaat prima.
De woorden van onze premier – ik zeg het niet vaak – vormen een schoolvoorbeeld in het doorbreken van het singletaboe en wapenen singles bovendien met een enigszins bevredigend antwoord op die vermoeiende vragen. Rutte sloot het vragenvuur in Zomergasten af met de nuchtere en relativerende woorden: ‘Het leven loopt zoals het loopt. En dat is meestal niet zoals je had verwacht.’