We kijken er niet meer vreemd van op dat op bijna ieder Amsterdams terras tegenwoordig Engels wordt gesproken. We spreken massaal Engels, maar wat betekent dit voor onze eigen taal en de bejubelde Nederlandse identiteit?
Tekst: Maryse Boonstra // Beeld: Bob Foulidis
Onlangs brachten enkele academici en columnisten de bundel Against English: pleidooi voor het Nederlands uit. Een boek dat, ondanks de ironische Engelstalige titel, tegen overmatig gebruik van het Engels pleit. De verengelsing dringt diep door in de Nederlandse taal. Vele Engelse woorden zijn geïntegreerd in onze taal en vaak kunnen we niet eens meer op het Nederlandse equivalent komen. Opleidingen worden in toenemende mate in het Engels gegeven en Nederlandse artiesten storten zich op Engelstalige teksten. Niet gek, als je je bedenkt dat van alle landen waar Engels niet de moedertaal is, Nederland het hoogst scoort als het gaat om de beheersing van de Engelse taal.
[Tussenkop] Klokkenluiders
Ons land staat al bijna tien jaar in de top drie van Engelssprekende landen, op de voet gevolgd door landen als Zweden of Denemarken. We zijn trots op deze status. Iedereen spreekt tot op zekere hoogte Engels en we leren het dan ook al op jonge leeftijd. We worden blootgesteld aan talloze Engelstalige films, series en andere media. Gamers spelen vaak Engelstalige spellen en door middel van sociale media volgen we onze favoriete – Engelssprekende – muziekhelden, filmsterren en influencers op de voet. Veel expats die naar Nederland verhuizen geven aan nauwelijks moeite te hoeven doen om de taal te leren. Het wordt ze gemakkelijk gemaakt: overal waar je gaat, spreken de mensen immers toch wel Engels. Toch heeft dit ook zijn nadelen. Expats die de Nederlandse taal wel willen leren, worden hierin geremd. Op het moment dat doorklinkt dat ze een accent hebben, schakelt de Nederlander over op het Engels. ‘Geen probleem hoor,’ denkt de gemiddelde Nederlander dan. ‘Ik spreek ook Engels’.
We ruilen onze taal dan ook gemakkelijk in voor het Engels. Op reis zijn we graag geziene gasten. Veel andere nationaliteiten geven aan dat we een makkelijk volk zijn om contact mee te leggen. Die benaderbaarheid en hoge score in de ranglijsten komt echter met een prijs. Engels neemt het op veel fronten over van het Nederlands. Voor een land dat beweert vast te houden aan ‘de Nederlandse identiteit’, nemen we verrassend gemakkelijk afstand van onze eigen taal. In hoeverre zien we deze taal als onderdeel van onze identiteit? En zijn de schrijvers van Against English een groepje fanatici, of de benodigde klokkenluiders voor de redding van onze taal?
[Tussenkop] Trots op taal
Op Spaans en Chinees na, is Engels de meest gesproken taal ter wereld. In een internationaliserende samenleving komt een goede beheersing van de Engelse taal dan ook van pas. Beheersing van twee talen kan je verder helpen op de arbeidsmarkt en is voor veel banen tegenwoordig zelfs een vereiste: reden genoeg voor Nederland om zich massaal op het Engels te storten. Hoewel het Engels ook steeds meer terrein wint in landen als Duitsland en Frankrijk, hebben zij de boot lang afgehouden. Vooral de Fransen staan erom bekend trots te zijn op hun eigen taal, en het zijdelings toepassen van een Engels woordje hier en daar wordt in Frankrijk een stuk minder gewaardeerd. De Franse en Duitse taal geniet dan ook veel meer bescherming dan het Nederlands door bijvoorbeeld het nasynchroniseren van films.
Zijn Nederlanders dan minder trots op hun eigen taal? Ook dit lijkt niet het geval. Vooral als het aankomt op Nederlandstalige muziek, trekken artiesten als Guus Meeuwis en Marco Borsato nog steeds volle zalen en doen daarmee niet onder voor Nederlandse artiesten die vooral een Engelstalig oeuvre hebben aangelegd, zoals Douwe Bob of Anouk. Ook lezen Nederlanders nog graag boeken in de eigen taal en hoewel er veel vertaalde werken in de schappen liggen, liggen daar ook veel Nederlandse schrijvers tussen. Daarnaast ontstond er grote verontwaardiging toen de VU begin 2019 aankondigde te stoppen met de bachelor Nederlands, omdat deze niet langer ‘rendabel’ was. Men vreesde dat de interesse voor de taal en daarmee de eigen identiteit en historie terugliep en er werd schande van gesproken dat de opleiding Nederlands op de VU alleen nog werd aangeboden in het Engels.
[Tussenkop] Anglo-Amerikaanse invloeden
We lijken dus niet minder trots op onze eigen taal, maar vooral pragmatischer ingesteld. Doordat een groeiend aantal opleidingen op hogescholen en universiteiten in het Engels aangeboden wordt, creëert men het idee dat Engels waardevoller is op de arbeidsmarkt dan Nederlands. Het grootste deel van de studenten komt echter uiteindelijk in een Nederlandse werkomgeving terecht en hoewel er veel communicatie is met internationale bedrijven en ook de kantooromgeving steeds meer Engels opneemt, is de voertaal hier nog altijd Nederlands. Studenten die dan hun gehele opleiding in het Engels hebben gevolgd moeten plotseling weer omschakelen naar Nederlandse vaktaal.
We hechten dus best waarde aan onze eigen taal en daarmee onze eigen cultuur, maar Engels wordt als dermate nuttig gezien dat we het op grote schaal zijn gaan spreken. Hier zit echter wel een gevaar in, want taal brengt ook cultuur met zich mee. De toenemende mate van Engels in film, onderwijs en maatschappij gaat vaak gepaard met een Anglo-Amerikaans wereldbeeld. Zo wordt in veel vakken uitgegaan van Britse of Amerikaanse voorbeelden (in bijvoorbeeld de economie, sociologie en filosofie), terwijl andere maatschappijen misschien veel dichter bij die van ons liggen.
We pochen graag met onze kennis van het Engels, maar beseffen misschien maar half welk effect het heeft op de kennis van onze moedertaal. Vooral studenten die langere tijd in het Engels hebben gestudeerd geven aan moeite hebben met de omschakeling wanneer ze in een Nederlandse werkomgeving terechtkomen of een vervolgstudie in het Nederlands doen. Hoewel we nationalistisch genoeg zijn om waarde te hechten aan onze taal, zijn we ook praktisch genoeg ingesteld om Engels een prioriteit te maken. ‘Dat Nederlands haal ik wel weer ergens op’ is het idee onder veel studenten. Er is nog geen grootschalig onderzoek gedaan naar het effect van anderstalige studies op de moedertaal, maar gezien de terugkerende discussies over het onderwerp, laat een dergelijk onderzoek waarschijnlijk niet lang op zich wachten.
De Nederlandse taal is onderdeel van onze identiteit, maar het moeiteloos omschakelen naar het Engels is ook onderdeel geworden van die identiteit, evenals het gemak waarmee we connecties kunnen leggen met andere nationaliteiten. De Nederlandse identiteit is dus niet op een statisch begrip als taal vast te pinnen. Dat Nederlanders massaal Engels spreken betekent niet automatisch dat we geen waarde hechten aan onze eigen taal en cultuur. Wat Nederlanders tot Nederlanders maakt, bestaat immers uit veel meer dan slechts taal.