Kaders zijn nodig voor betekenis

Het culturele seizoen is weer begonnen. Na de succesvolle ‘absintavonden’ over Oscar Wilde en de duisterromantische Edgar Allen Poe, presenteert het Feest der Poëzie dit keer voorstellingen over Henriette Roland Holst en door vrouwen onthoofde mannen in de Westerse literatuur. De ambitie van Feest der Poëzie is een totaalervaring te creëren met behulp van proza, poëzie, voordrachtskunst en muziek.

Tekst: Rosa Uijtewaal // Beeld: Benjamin Schoonenberg

In de schemering van de avond treedt een select groepje bezoekers het Pianola Museum op de Westerstraat binnen. Wanneer je het Pianola Museum binnenkomt word je gelijk naar een vervlogen tijd vervoerd. De centrale kamer naast de ontvangstruimte doet aan als een bibliotheek van een negentiende eeuwse sterpianist en is gevuld met antieke pianolas. De ruimtes omarmen het artistieke en de kunsten. Eenmaal binnen verstomt het straatgeruis onmiddelijk en daalt de rust neer, zodat de ode aan literatuur kan beginnen. Er is geen gepastere locatie denkbaar. 

De avond waarover ik spreek richt zich op femmes fatales in de literatuurgeschiedenis en de onthoofdingen die ermee verband hielden. ‘Ik heb zijn hoofd in mynen schoot, van bloed is myne voorschoot rood.’ Dit citaat is afkomstig uit het Halewijnslied, een middeleeuwse ballade over verleider en seriemoordenaar Halewijn en de prinses die hem uiteindelijk met gelijke munt terugbetaalt. Halewijns hoofd ging daarna rond op een schaal tijdens een feestmaal. 

Dit motief komt ook terug in twee oudtestamentische verhalen van Judith en Salomé, die tijdens deze avond ook besproken worden. Voor wie het even kwijt was, deze Bijbelse figuren worden in de literatuur behandeld als elkaars tegenpolen: Judith als een goede, vrome vrouw en Salomé als sluwe wellusteling. Hoewel beide vrouwen hun verleidelijkheid inzetten als wapen, wordt de ene vereerd en de andere gevreesd. Judith verleidt de Assyrische generaal Holofernes in het vijandige kampement. De onthoofding van Holofernes bevrijdt de staat Judea van de Babylonische onderdrukking. ook Salomé gebruikte haar seksualiteit als wapen. Salomé werd door koning Herodus begeerd om haar danskunsten en mocht alles wensen wat ze maar wilde. Ze vroeg en kreeg, ondanks Herodus’ weerzin, het hoofd van Johannes de Doper op een schaal.

Met name tijdens het decadentisme van de negentiende eeuw was er in de kunsten een grote fascinatie voor Salomé als femme fatale. Die fascinatie ontstond mede door Oscar Wilde’s gelijknamige toneelstuk, dat Salomé neerzette als wraakzuchtige vrouw wiens hart gebroken was door Johannes de Doper. De intrigerende thematiek van fatale vrouwen, waarbij angst en lust onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, doet denken aan de donkere romantiek van de laat negentiende eeuw. Het psychoanalytische idee van een demon die door zijn slachtoffer wordt gecastreerd, zoals bij heer Halewijn, roept tegelijkertijd ook andere vragen op: wie is hier het slachtoffer?

De man achter de thematiek van deze avond en Stichting Feest der Poëzie is Simon Mulder (1986). Hij is dichter, voordrachtskunstenaar, redacteur en docent klassieke talen. Simon studeerde onder andere vergelijkend-historische taalwetenschap, wijsbegeerte en klassieke talen. Zijn zorgvuldigheid van spreken doet je  vermoeden dat ook hij zelf uit een andere tijd is gestapt. Waar komt die fascinatie voor de negentiende eeuw vandaan? Wat is de filosofie achter de literairhistorische avonden van het Feest der Poëzie? We gaan in gesprek met Simon Mulder.

19_Dec_reportage4

Wat Feest der Poëzie wat mij betreft onderscheidt van andere literaire avonden is dat het altijd een totaalervaring is, waarin gebruik gemaakt wordt van verschillende kunstvormen. Waarom is die totaalervaring voor jullie zo belangrijk?

Daar zijn eigenlijk twee redenen voor. Enerzijds toegankelijkheid. Je presenteert iets, bijvoorbeeld een gedicht van Wilde, maar dat zijn dode boeken op zichzelf. Niet iedereen is in staat om daar direct in te geraken. Er liggen veel drempels tussen de persoon en de tekst. Die barrières proberen wij weg te nemen. Misschien dat je daarna thuis denkt: ‘Ik ga Wilde of Kloos weer openslaan.’ Anderzijds, door het te presenteren als een totaalervaring maak je het ook betekenisvoller. We leven in een tijd waarin juist alles erop gericht is bij de podiumvoorstellingen om je te ontregelen en juist de fragmentatie te benadrukken. Maar die fragmentatie ervaren we al in het dagelijks leven, waarom wil je dat nog eens bevestigen op een podium? Je wil mensen uitdagen tot iets nieuws, niet bevestigen in wat ze al weten. Ik denk dat in deze tijd het holistische het nieuwe is.

Is dat ook het doel waarvoor Feest der Poëzie is opgericht? Om een holistisch, tegendraads geluid te laten horen?

Ik ben begonnen als dichter en was heel erg gegrepen door het vormvaste gedicht, dus rijm en metrum, en door voordracht. Het bleek dat daar niet echt een podium voor was, voor de combinatie van dichter en voordrachtskunstenaar. Enerzijds heb je de celebrale, intellectualistische, experimentele poëzie, die het op papier goed doen maar niet voor te dragen is. Anderzijds heb je de zeer toegankelijke podiumpoëzie, die af en toe wat minder te bieden heeft als je het overleest. Vorm en inhoud zijn twee extremen die een geheel vormen maar niet aan elkaar toegeven. Maar de schoonheid ontstaat in de harmonie.

Vormvaste gedichten zijn verder ook bedoeld om voor te dragen, dan komt het pas echt tot leven. Een goede lezer draagt in zichzelf voor, maar niet iedereen is daarin getraind. De Nederlandse voordracht-traditie is eind negentiende eeuw de nek omgedraaid door de Tachtigers, die de nieuwe poëzie neerzetten: het romantische ideaal van een dichter als een individu met bijzondere talenten op z’n zolderkamertje. Hun gedichten waren niet bedoeld om voor te dragen voor het huisgezin of van de kansel, maar juist voor de stille gemeente zoals Kloos dat zei. Daarom is poëzie beperkt tot hen die het begrijpen. Het heeft alleen maar betekenis binnen de groep. Het is vooral een sociologisch construct dus. Ik denk dat synthese in de vormvaste dichtkunst ligt. Goethe zei het al, in de beperking vind je pas vrijheid. Kaders zijn nodig voor betekenis. Dus Saussure, zonder verschil is er geen betekenis.

Je moet soms best lange teksten onthouden, zoals bij The Raven van Edgar Allen Poe. Heb je een bepaald ritueel ter voorbereiding?

Nou ik ben als voordrachtskunstenaar voor een groot deel autodidact. Pas sinds een klein jaar heb ik voordrachtsles van een dame op leeftijd, die nog les heeft gekregen van de oudere generatie. Zij neemt me dan flink onder handen. Ik krijg eigenlijk hetzelfde commentaar dat zij kreeg toen ze auditie deed bij een van de groten van toen: Hélène Oosthoek. Hélène keek haar niet aan terwijl ze voordroeg en na afloop: ‘Gewéldig stemgebruik, práchtig inlevingsvermogen, maar hélemaal geen techniek’. Zij was aangenomen, maar ze moest aan de slag met techniek en dat gold voor mij ook. Ik word eigenlijk nu pas op gewezen hoeveel ambacht er eigenlijk schuilgaat achter die voordrachtskunst. 

Waar is die fascinatie voor het decadentisme en de laat negentiende eeuw uit ontstaan?

Het decadentisme en het dandyisme is een reactie geweest op de kleinburgerlijke cultuur. Dus het opzoeken van iets veiligs, het wegdrukken van alle gevaarlijke dingen in de wereld en xenofobie, wat je nu ook weer ziet. Dat vraagt om reactie, een daad van verzet tegen de kleinburgerlijkheid en de verenging van het volle leven. Ik zie het kleinburgerlijke als een vorm van radicalisme, net zoals de extreemrechtse en extreemlinkse types. Ze maken precies dezelfde fout van zich opsluiten in een ideologie die ongeveer de helft van het leven uitsluit. Ik vind dat een kwalijke ontwikkeling die alle groei, nieuwsgierigheid en verkenning stopt. Zingeving in het leven bestaat uit verder kijken, dus ik voel me verwant met die reacties. Ik word recalcitrant van te veel zelfbevestiging binnen een groep. Daar verzet ik me tegen. Je moet uitgedaagd blijven worden en je moet blijven denken, anders word je radicaal.

Wordt er niet juist ook in deze postmodernistische tijd in het radicalisme de beperking en betekenis gezocht in een leven waar anders weinig grip op te krijgen is?

Jazeker, het zieke van het postmodernisme is eigenlijk dat het je dwingt om te leven in een gefragmenteerde wereld. Het zorgt ervoor dat je geen overzicht hebt, maar het drama is dat de mens helemaal niet in staat is om betekenisloos te functioneren. Door die fragmentatie is er dus geen kader en geen groot idee meer. Mensen proberen daarbinnen te functioneren en proberen hun menselijkheid te onderdrukken of weg te snijden. Het is automutilatie en het levert gemankeerde, verminkte geesten op, die hun toevlucht zoeken tot een extremistische ideologie. 

Is kunst dan de oplossing om onze menselijkheid weer terug te krijgen?

Ik hoop dat kunst daartoe een middel kan zijn. Natuurlijk heb je binnen de esthetiek ook ruziënde facties. Sommigen zeggen ‘all art is quite useless’ (Oscar Wilde), het staat op zichzelf en heeft geen andere functie dan schoonheidservaring. Anderen zeggen kunst heeft een maatschappelijke functie. Ik denk dat kunst zowel de functie kan hebben van schoonheidservaring op zichzelf, zonder verder doel, als dat het een middel kan zijn ons weer terug te brengen naar de mogelijkheid tot zingeving. Als ik Marcuse’s De eendimensionale mens erbij mag halen: we hebben de ladder naar het sublieme omgetrapt en we zitten vast in een platgeslagen dimensie. Maar kunst kan die ladder zijn, terug naar die ervaring van het sublieme en het holistische: zingeving. 

De ervaring van het sublieme is een heel romantisch ideaal…

Ik denk dat we daar behoefte aan hebben als mens. Van de hedonistische jaren negentig naar de ontaarding van de laatste jaren: postmodernisme, radicalisme en geweld. De ontworteling is een gezond deel van volwassen worden, maar je moet wel weer een fundament krijgen. Anders blijf je eeuwig een soort puber en pubers met wapens zijn gevaarlijke mensen (lachend). We hebben een soort postmoderne (on)mondigheid op ons losgelaten. De radicalen hebben feitelijk een kinderlijke, zwart-wit blik op de wereld. Maar het mag genuanceerder. De deugd ligt toch wel in het midden, vind ik.

Mogen we weer romantisch zijn?

Het is een moeilijke kwestie. In de geschiedenis is enerzijds de verlichting, anderzijds de romantiek afgestraft, en God is afgestraft. Maar de volwassen benadering is om niet alles af te zweren en gefragmenteerd door het leven gaan. Dat zorgt er juist ervoor dat je geen banden meer aangaat en geen fundament hebt om je keuzes op te baseren. Mensen maken dus geen keuzes meer, dat zie je ook in onze generatie. Het houdt groei en zingeving tegen, dus we moeten op zoek naar een nieuwe overzichtelijkheid. De uitdaging is te accepteren dat die fragmentatie een feit is, maar daarbinnen een nieuw kader te maken. Misschien wel een soort Nietzscheaanse übermensch, die maakte zijn eigen waarden en betekenis. De taak is zeer zwaar, maar we moeten wel! 


Feest der Poëzie organiseert voorstellingen die in het teken staan van vormvaste poëzie en voordrachtskunst. De stichting organiseert zowel de Salon der Verzen met contemporaine poëzie als literairhistorische avonden met poëzie, proza en muziek uit voornamelijk laat negentiende eeuw. Daarnaast brengt Feest der Poëzie het tijdschrift Avantgaerde uit, dat handmatig wordt gezet en gedrukt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s