Pride: product of protest?

Sinds een aantal jaar krijgt Pride Amsterdam (de Pride) de verwijten te zijn doorgeslagen in de betrokkenheid van het bedrijfsleven tijdens de feestweek. Het feest zou zijn uitgegroeid tot een mainstream volksfeest waar weinig strijdbaars meer aan is, zo luidt het algehele bezwaar. Verliest de huidige vorm van de Pride inderdaad haar kernwaarde en activistische karakter door meefeestende bedrijven? Of gaan commercie en de Pride prima hand in hand? 

Tekst: Freek Haye

Volgens Wouter Neerings was de Pride dit jaar buitengewoon succesvol. ‘De afgelopen jaren heb ik me in mijn rol als voorzitter van de Corporate Pride Commissie altijd moeten verdedigen voor de participatie van het bedrijfsleven tijdens de Pride. Dit jaar hebben we het publiek veel beter kunnen informeren. Dit is grotendeels te danken aan de conferentie die wij voorafgaand aan de Pride hebben georganiseerd. Tijdens deze conferentie gingen voor- en tegenstanders met elkaar in gesprek. Dit leidde weer tot veel media-aandacht.’ 

Toch blijven er veel Pride-critici die het feest te commercieel vinden en met name de Canal Parade is volgens velen te hetero en te commercieel. Vooral grote bedrijven die dit jaar meevoeren zoals Phillips, ING en Netflix maken zich volgens hen schuldig aan pinkwashing: het opkrikken (al dan niet herstellen) van het imago van een bedrijf door openlijk (tijdens een evenement) de LGBTI-gemeenschap te steunen, zonder daadwerkelijk bij te dragen aan meer emancipatie.  

 

Niets is vanzelfsprekend

Volgens Cornald Maas, al een aantal jaren commentator van de Canal Parade en sinds zes jaar juryvoorzitter van de botenparade, is het belangrijk om te blijven beseffen waar Pride Amsterdam vandaan komt. ‘We moeten altijd schatplichtig blijven aan de mensen die het pad voor ons hebben geplaveid tot waar we nu zijn. Ondanks de rechten en vrijheden die we verworven hebben, moeten we niets als vanzelfsprekend nemen. Dat is waar Pride Amsterdam echt over gaat. En daar moeten we iedereen bij betrekken.’ 

Maas is het oneens met de standpunten van onder andere de actiegroep We Reclaim our Pride, die dit jaar opnieuw protesteerde tegen de huidige vorm van het feest met het credo Pride = Protest.  ‘Deze groep wil een fundamentele verandering van de Pride en ik merk hierbij vooral een hang naar individualisme en activisme. Zelf ben ik meer voor verbinding tijdens de Pride. Ondanks de invloed van de commercie, waar over te twisten valt, heeft het geen zin om voor eigen parochie te preken. Je moet de Pride niet binnen de LHBTI-gemeenschap willen houden. Dan kan je het net zo goed thuis met elkaar vieren.’ 

Maas begrijpt de hang naar activisme wel enigszins, maar stelt dat er altijd bedrijven zullen zijn die misbruik maken van de Pride. Alle regenboog-merchandise vindt Maas wel een beetje jammer. ‘Veel mensen proberen extra munt uit de Pride te slaan, maar ook hier valt weinig aan te doen. De organisatie gaat alleen over de inhoud van Pride-week zelf, de invulling van de botenparade en kan enigszins aansturen op wat er aan de kant gebeurt.’  

‘De inhoud van de Pride is de laatste jaren flink verbeterd. Ik volg de Pride al zo’n tien jaar en ik merk dat de gekte steeds meer verdwijnt en het inhoudelijk gehalte juist toeneemt. De culturele programmering door de gehele week was dit jaar erg goed, maar ook in de uitvoering van de boten zat dit jaar zichtbaar veel moeite’, aldus Maas.  

 

‘Er wordt vaak vergeten wat voor regels er gelden voor meedoen met de Pride.’

 

Na-kakelende Pride-critici

Maas vindt de gehele discussie nogal vermoeiend en bespeurt vooral ‘na-kakelgedrag’ bij Pride-critici. ‘Veel beschuldigingen van pinkwashing stroken gewoonweg niet met de feiten. Er wordt vaak vergeten wat voor regels er gelden voor meedoen met de Pride. Natuurlijk moeten we altijd waakzaam blijven dat die regels worden nageleefd en bedrijven echt voldoen aan de gestelde voorwaarden.’    

Ordinaire pinkwashing is een fenomeen dat Neerings meer dan verwerpelijk vindt, maar bij meevarende bedrijven bespeurt hij dit niet. ‘Het is belangrijk dat mensen weten wat voor procedures er ten grondslag liggen aan meedoen met zowel de Canal Parade als de gehele Pride-week. Essentieel is bijvoorbeeld het hebben van een diversiteitsbeleid en lidmaatschap van de Pride Business Club. Hier zijn we echt heel streng in.’  

‘Wel vind ik het heel erg wanneer zaken als Primark hun etalages volgooien met regenboogkleding die ze laten maken in landen waar de rechten van LHBTI’ers met voeten worden getreden. Pinkwashing is nog een zachte uitdrukking voor wat ik daar van vind’, aldus Neerings.

 

Ubers afgebladderde roze verf

Dit jaar was het vooral Uber die de wind van voren kreeg. Het taxibedrijf dat al door de ballotagecommissie van de Canal Parade was gekomen, bleek lang niet zo’n goed functionerend diversiteitsbeleid te hebben als het deed voorkomen toen bekend werd dat twee dragqueens geweigerd werden voor een taxiritje. 

Neerings stuurde gelijk een e-mail naar het bedrijf waarin hij aangaf dat dit wel heel pijnlijk voor ze was en het nog maar de vraag was of Uber mee mocht varen dit jaar. ‘Zelfs de gemeente Amsterdam trok aan de bel bij Uber. Dit heeft ertoe geleid dat binnen een week de discriminatieknop in de Uber-app werd geïnstalleerd. Uber schaamt zich kapot voor het nieuws en het installeren van de knop was voor ons voldoende actie om ze alsnog mee te laten varen.’

Het is volgens Neering belangrijk niet door te slaan met de pinkwash-beschuldigingen. ‘Er was een meneer die me een brief stuurde omdat hij vond dat een bepaald kledingbedrijf niet mee mocht doen, omdat de stoffen die ze voor de denim gebruiken milieubelastend zouden zijn. Nou, dat gaat mij een brug te ver.’ 

Een vergelijkbaar verwijt kreeg oliebedrijf Shell voor haar rekening: het is hypocriet om de daken van je tankstations met regenboogkleuren te verven terwijl je (mede)verantwoordelijk bent voor de verzakkingen in Groningen. ‘Dat is gewoon een rare vergelijking’, aldus Neerings. 

 

Bedrijven dragen bij

‘In de huidige omvangrijke vorm van de Pride zijn bedrijven financieel onmisbaar’, zo legt Neerings uit. Afhankelijk van de grootte van het bedrijf, betaalt iedere deelnemer inschrijfgeld. ‘Het feest kost 2,4 miljoen, we krijgen €250.000 subsidie. De rest van het geld moeten we op een andere manier bij elkaar krijgen. Het is ieder jaar zo’n doorslaand succes dat je ook afspraken moet maken over bijvoorbeeld veiligheid. Dit kost allemaal een hoop geld.’

 

‘Het is van onschatbare waarde dat grote bedrijven meedoen.’

 

Neerings zou het echter op prijs stellen als meer bedrijven het initiatief van de Rabobank zouden volgen. De bank besloot, net als vorig jaar, niet zelf mee te varen tijdens de botenparade, maar een LHBTI-sloep te sponsoren. Dit jaar was dat Transgender Netwerk Nederland, vorig jaar Stichting Meer Dan Gewenst. ‘Dat zouden van mij meer bedrijven mogen doen. Niet moeten, want ik kan ze het niet verplichten.’ 

HEMA vormt in Neerings’ ogen eveneens een schoolvoorbeeld. Het warenhuis dat dit jaar haar gehele opbrengst van de Pride-shirtjes aan het COC schonk, voert namelijk het gehele jaar door een diversiteitsbeleid. ‘Kijk maar eens in de foldertjes, je ziet regelmatig mensen met kleur en paren van hetzelfde geslacht. Dit soort dingen dragen echt bij aan meer emancipatie.’ 

 

Zonder zichtbaarheid geen emancipatie

Dat de commercie de laatste jaren steeds meer oprukt tijdens de Pride ontkent Neerings niet, maar de Pride heeft hierdoor niet een minder activistisch karakter gekregen. ‘Bedrijven zijn dé manier om meer zichtbaarheid te creëren en daarmee bij te dragen aan emancipatie. Want zonder zichtbaarheid is er geen emancipatie.’ Waar het vroeger vooral nodig was de politiek te overtuigen van het belang van de Pride, is het vandaag der dag zaak om de gehele maatschappij mee te krijgen, vertelt Neerings. ‘Bedrijven en werkgevers spelen daar een cruciale rol in.’

Hetzelfde sentiment onderstreept Maas. ‘Het is van onschatbare waarde dat internationale bedrijven als Heineken meedoen aan de Pride. Ze geven daarmee een grote boodschap naar al hun medewerkers over de hele wereld. Ook in landen waar het nog niet zo goed is gesteld met de LHBTI-rechten.’

Neerings gelooft dat het belangrijk is in gesprek te blijven over dit onderwerp. Volgend jaar wordt er opnieuw een conferentie georganiseerd waarbij voor- en tegenstanders van bedrijfsparticipatie in debat gaan. ‘Mijn ambitie is dat we volgend jaar wat meer de diepte ingaan. We weten dat bedrijven een rol spelen in de Pride, maar hoe kunnen we daar betere vorm en inhoud aan geven? Hoe kunnen we andere manieren van bedrijfsparticipatie genereren? Dat soort vragen hoop ik volgend jaar te kunnen behandelen.’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s