Ode aan het P.C. Hoofthuis

Ergens in het centrum van Amsterdam, verscholen achter een onaantrekkelijke façade, ligt het kloppend hart van de Geesteswetenschappen. 

Tekst: Maryse Boonstra // Beeld: Anna Berkhout

De moderne aankomsthal van het hoofdgebouw van Roeterseiland, de gigantische lunchtafels van Science Park: het zijn de pareltjes van de UvA-architectuur en huisvesten een groot deel van de studenten. Diep in de binnenstad is er echter geen ruimte voor de troosteloze hallen van de Roeterseilandcampus. Verscholen achter het imposante Magna Plaza gebouw ligt het hart van de Faculteit der Geesteswetenschappen en der Letteren. Van verre zie je de gevangenisachtige structuur al opdoemen. De vergeelde tralies voor de ramen, de onopvallende muren. Als je niet beter zou weten zou je het gebouw geen tweede blik waardig gunnen. Buitenlandse studenten die zich in hebben geschreven voor een geesteswetenschappelijke studie aan de UvA met het idee op Roeterseiland terecht te komen, kijken verschrikt op wanneer hun eerste colleges plaats blijken te vinden in een onvindbaar lokaal in de krochten van dit gebouw: het gevreesde P.C. Hoofthuis (PCH).

 

Toch huist in het lelijke omhulsel een waardig onderkomen voor de geesteswetenschappen. De tijd die we doorbrengen in het gangenstelsel van het PCH is onlosmakelijk verbonden met ons studentenleven. Het voelt alsof je een ontgroening hebt doorstaan wanneer je eenmaal in staat bent je weg te vinden door het gebouw. Wanneer je onbevreesd uit de lift stapt en niet meer de hele vierde verdieping over hoeft te zwerven om lokaal 4.14A te vinden, golft er een gevoel van trots door je heen. Des te bekender je met het gebouw wordt, des te meer lijk je je thuis te voelen bij de UvA. Als je de geheimen van het gebouw weet te ontrafelen, is de rest van de wereld een eitje.

 

Hoewel vele studenten na drie jaar studeren misschien alleen maar hebben gekampeerd in de Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UBA), heeft ook het PCH een bibliotheek om in te verdwalen. Vanuit de tafels aan het raam kijk je uit op de drukke binnenstad. Je ziet studenten fietsen en toeristen slingeren. Wanneer het zomer is en je uitkijkt op de gracht, zie je de zuipcruises en rondvaartboten door de grachten varen, tot de bibliothecaris besluit dat de zon te fel is en het uitzicht je wordt ontnomen door het dalende zonnescherm. In de hoge kasten vind je alles van de geschiedenis van cranologie tot het ontstaan van Britse Euroscepsis en na één keer ‘the library will close now’ in het houterige Engels van de portier wil je nooit meer anders.

 

Hoewel het gebouw van buitenaf misschien een fort lijkt, is het PCH van binnenuit een open boek. De glazen ramen vormen de buitenmuur van ieder lokaal en bieden uitzicht op de gangen. Iedere langslopende student of ijsberende leraar vormt een afleiding voor een saai college. Bij pech heb je les in de kelder, waar deze afleiding je ontnomen wordt, maar zelfs hier verschaffen de kleine raampjes bovenin zicht op de voeten van rondzwervende toeristen. Elke vorm van transparantie die de geesteswetenschappen nastreven, wordt vertegenwoordigd in het PCH, waar elk raampje een ander perspectief biedt. 

 

Het PCH is het lelijke eendje van de UvA gebouwen, maar compenseert dat door zijn karakter. Gelegen in het hart van Amsterdam laat het gebouw zien hoe centraal de waarden van de geesteswetenschappen zijn in onze maatschappij. Een maatschappij bestaande uit taal, cultuur en geschiedenis. Aspecten van onze samenleving die steeds meer verloren lijken te gaan en geen plek lijken te vinden in de lege gangen van de Roeterseilandcampus. Het PCH biedt huisvesting voor al deze waarden en vormde zelfs een plek van protest in 2018. Dit protest, de Humanities Rally, richtte zich tegen de geplande bezuinigingen op de geesteswetenschappen en sprak zich uit voor de waarden van de faculteit die door deze bezuinigingen steeds minder aandacht krijgen. 

 

Voor sommigen voelt het PCH dus als de belichaming van de geesteswetenschappen, maar de charme van het gebouw heeft niet op iedereen het gewenste effect. Een aantal studenten went nooit aan het ingewikkelde gangenstelsel en kunnen niet aarden in de krappe collegezalen. Zij voelen zich meer verbonden met de boekenmarkt voor de Oudemanhuispoort, of het uitzicht vanuit het Bushuis. Gebouwen die minder bekritiseerd worden om hun voorkomen, maar eveneens gebouwen waar de spirit van de geesteswetenschappen hoogtij viert. 

 

Achter de lelijke façade van het PCH schuilt een karakteristieke schoonheid. Eentje die alleen te vinden is in een gebouw met geschiedenis. Elk hoekje kent een verhaal, elk doorboord prikbord vertelt iets anders. Het PCH laat zien dat je jaren kunt studeren zonder ooit alles te weten, evenals dat je het gebouw nooit in zijn volledigheid kunt kennen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s