Babel Juni 2021

Er bestaat haast geen hardnekkiger coronacliché dan: ‘Wat een gekke tijd, hè?’ Gelukkig lijkt het einde van deze lastige, saaie en stille periode van afstand houden en thuiszitten, kijkend naar het goede vaccin-nieuws, steeds meer in zicht. Maar wat staat ons te wachten zodra die 17-miljoenste prik is gezet? Post-pandemische euforie in een nieuwe roaring twenties? Of juist een periode van totaal ongemak, vervreemding en verwarring waarin we al zoekend naar het ‘oude normaal’ de tijd nog steeds als ‘raar’, ‘vreemd’ en ‘gek’ aanduiden?

Een minder banaal, maar juist krachtiger coronacliché is het Bijbelse ‘een mens leeft niet van brood alleen’. We hebben ook geestelijke behoeftes die vervuld moeten worden, zoals ontspanning, vermaak en contact met anderen. Maar hoe beschrijf je de ander eigenlijk, vroeg Robin zich deze maand af. In onze rubriek ‘Talige wending’ duikt ze in dit ogenschijnlijk vanzelfsprekende woord en komt ze erachter dat onze talige invulling van ‘de ander’ verdomd leeg is. Dat de taal onze menselijke ervaring tekort kan doen blijkt uit het opiniestuk dat Sofia deze maand schreef. Hierin betoogt ze dat het overmatig gebruik van psychiatrische labels als ‘ADHD’ of ‘depressie’ doorschiet tot een punt waarbij we voorbijgaan aan de complexiteit van de menselijke binnenwereld. Ze pleit voor een meer betekenisvolle taal waarin we de ander rechtuit durven te vragen: ‘Wat betekent deze ervaring voor jou?’

Een vraag om te onthouden, ongeacht of de komende tijd nu euforischer, virus-vrijer, eindelijk minder regenachtig of toch nog altijd ‘gek’ is.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s