Tekst /// Sophie Meijer Beeld /// Lesine Möricke
‘FOMO’. The Fear Of Missing Out. Een begrip dat vooral door sociale media-gebruikers wordt rondgestrooid om een obsessieve bezorgdheid om het missen van een sociale interactie aan te tonen. Stel je voor, je beste vriend heeft zojuist een foto geplaatst op Instagram waarin duidelijk te zien is hoe erg hij het naar zijn zin heeft op het feestje waar jij ook voor was uitgenodigd. Maar jij had afgesproken om deel te nemen aan een spelletjesavond bij je ouders thuis. En daar baal je behoorlijk van. Want zij die op dat feestje de sterren van de hemel dansen op Top-40 hitjes, hebben het vast veel leuker dan jij, zij die hun zoveelste, veel te dure Bacardi-cola achterover slaan in een club aan het Leidseplein, gaan wél met sensationele verhalen naar huis. En jij? Jij bent jezelf alleen maar aan het vergelijken met wat had kunnen zijn. Of geniet je stiekem toch en ervaar je “JOMO”, the Joy Of Missing Out?
De term ‘FOMO’ is de wereld ingebracht door een onderzoek van doctor Dan Herman. Hij gelooft dat de term steeds meer wordt gebruikt vanwege het toenemende gebruik van mobiele telefoons over de afgelopen decennia. Nog voordat het internet bestond, was er al een fenomeen dat men kende als “Keeping Up with the Joneses”: afkomstig uit een striptekening van Arthur R. “Pop” Momand die het verhaal van de McGinis familie vertelde. Zij konden de welvaart van hun rijke buren, de familie Jones, niet bijhouden. Er is zelfs een hele filosofie om dit fenomeen heen gebouwd: wanneer mensen geven om hun standaard van leven en hoe deze er voor de buitenwereld uit ziet, ontstaat er opzichtige consumptie. Ineens is de titel van de populaire televisieserie Keeping Up with the Kardashians heel erg logisch.
Je zou dus kunnen stellen dat FOMO een generatieprobleem is in de zin van dat het steeds makkelijker is om informatie te verspreiden via mobiele telefoons, het internet en sociale media. Het is eenvoudig om jezelf te vergelijken met anderen, omdat men steeds meer tentoon kan stellen van zichzelf. Dat neemt echter niet weg dat mensen dit gevoel vroeger vast ook ervoeren, ook zonder het internet. Toch zal FOMO tegenwoordig anders ervaren worden, omdat informatie eenvoudiger en sneller wordt verspreid.
In menig dorp heerste een soort zombie apocalypse-sfeer en waren er weinig mensen te bekennen op straat
De periode waarin we onszelf misschien wel het minst hebben kunnen vergelijken met wat anderen doen, hun geluk en wat zij hebben bereikt, is tijdens de coronapandemie geweest. De overvolle agenda’s waren in een klap leeg. Verjaardagsfeest van je beste vriendin? Streep erdoor! Op de thee bij je oma? Geschrapt! En reis naar het buitenland? Niet eens mogelijk! Nederland was in lockdown, een enge en vreemde situatie. In menig dorp heerste een soort zombie apocalypse-sfeer en waren er weinig mensen te bekennen op straat. Een ding was zeker: plannen maken en sociaal doen zat er de aankomende tijd even niet in. Dat betekende ook dat heel Instagrammend en Facebookend Nederland hun plannen moesten afblazen en dat de mogelijkheden om jezelf te vergelijken met anderen afnamen. En hoewel ik het in het begin heel jammer vond dat er veel plannen geschrapt zouden worden (en samen met mij vele anderen), was ik er uiteindelijk ook stiekem wel een beetje opgelucht over. Want hoe graag ik ook mijn agenda altijd zo vol mogelijk zag, was het fijn om nu even gedwongen tijd voor mezelf te nemen.
Begrijp me niet verkeerd, er zijn heel wat nadelen op te noemen die de pandemie teweegbracht, zoals de gezondheidsklachten. Wat mij echter het meest heeft geraakt, was het feit dat studeren op locatie en dus fysiek les volgen niet meer mogelijk was. Ik heb drie jaar gestudeerd voor mijn bachelor Filosofie, waarvan meer dan twee jaar vanuit mijn slaapkamer. Toen de crisis in 2020 begon en we te horen kregen dat we twee weken niet naar de universiteit mochten komen, was ik daar eigenlijk helemaal niet droevig over. Het was zelfs een beetje een opluchting dat we even heel rustig aan mochten – of eigenlijk moesten – doen. Plato en Socrates laten wel even op zich wachten, dacht ik. Die twee weken werden in totaal twee jaar en inmiddels klopte de droevigheid aan op mijn slaapkamerdeur. Ik miste een groot deel van wat mijn ouders altijd hebben bestempeld als ‘de beste tijd van je leven’ en alles wat daarbij zou komen kijken. Krijg nou wat! Ik had zelfs FOMO als het op studeren aankwam.
Studeren was dus iets wat ik liever wel voor de volledige drie jaar op de ‘normale’ manier had willen meemaken. Maar de lockdown heeft FOMO, in ieder geval voor mij, ook wel weten te transformeren in iets positiefs. Ik genoot er eigenlijk best wel van dat ik op vrijdagavond op de bank zat met een kop thee in plaats van dat ik mijn bankrekening aan het plunderen was voor nog een wodka-Spa rood. Op zaterdagochtend werd ik katerloos wakker en bedacht ik me hoe fijn ik het vond dat ik de avond daarvoor niet uit was geweest. Wat heerlijk dat ik dat heb overgeslagen! En dat ik wat meer tijd had om dingen te doen waar ik normaal gesproken niet aan toe kwam, beviel mij ook wel. Natuurlijk zaten er genoeg dagen tussen waarop ik erg veel zin had om mijn vrienden weer wat meer te zien, of om weer eens uit eten te kunnen. Maar uiteindelijk vond ik het vooral fijn om gedwongen rust te nemen. De angst om dingen te missen nam af, en het plezier nam toe. FOMO was in mindere mate aanwezig en JOMO kwam om het hoekje kijken.
Ik miste een groot deel van wat mijn ouders altijd hebben bestempeld als ‘de beste tijd van je leven’ en alles wat daarbij zou komen kijken
JOMO houdt in dat je geniet van het hier en nu. Je neemt meer tijd voor jezelf, waardoor er rust ontstaat. Het houdt uiteraard niet in dat je nooit meer plannen moet maken en dat je alles wat je aangeboden wordt moet afslaan, maar je focust je minder op dat wat je mist of zou kunnen missen. Het is eigenlijk best een asociaal gevoel, FOMO, want door constant op je telefoon te kijken om te zien of je een berichtje hebt ontvangen, distantieer je jezelf van de mensen die zich wel in dezelfde kamer als jij bevinden. Daar komt bij dat het zelfdestructief is: je vergelijkt jezelf met anderen, ook als dat niet realistisch is. Dat je daardoor in een oneindig diepe put terecht kan komen vanwege de angst die deze vergelijkingen teweegbrengen, is dan ook niet gek. JOMO, daarentegen, is misschien veel meer een weerspiegeling van wie je echt bent. Je vult alleen je agenda wanneer je daar echt zin in hebt en doet jezelf niet voor als iemand die constant aan staat en altijd overal voor in is. Een stuk gezonder, als je het mij vraagt.
Ik leef mijn leven absoluut nog niet FOMO-vrij en dat is misschien ook geen realistisch streven. Het lijkt mij dan ook mens eigen om af en toe te willen wat je niet kan hebben en om jezelf te vergelijken met anderen. Het gras is immers altijd groener aan de overkant. Maar ik ben ervan overtuigd dat de coronapandemie voor een shift heeft gezorgd: FOMO is afgenomen en JOMO heeft zijn intrede gedaan. Het is belangrijk om te benadrukken dat het goed is om op de hoogte te zijn van de gevolgen van FOMO en wat het met de mensen om je heen zou kunnen doen, laat staan wat het met jou zelf kan doen. Dat betekent natuurlijk niet dat je meteen een dikke streep door al je plannen moet zetten, maar het lijkt me niet meer dan gezond voor de mens om je af en toe te beseffen dat je altijd mág en kán kiezen voor jezelf. Je hoeft niet altijd op zoek naar het groenste gras, want vaak ligt dat op je eigen gazon.