De drie tijden van Braudel

Voor de rubriek ‘In de geest van’ onderzoeken onze redacteuren elke maand het gedachtegoed en leven van een opvallende geesteswetenschapper. Deze maand duikt Kevin in het werk van de Franse historicus Fernand Braudel. 

Tekst /// Kevin Hoogeveen Beeld /// Fieke de Groot 

Het proberen vat te krijgen op het verleden heeft in de geschiedenis van de geschiedschrijving verschillende vormen aangenomen. Er zijn historici die met hun onderzoeksaanpak en ideeën over geschiedschrijving een stempel hebben gedrukt op de historische wetenschap zoals we die nu kennen. In deze ‘In de geest van’ staat één van deze invloedrijke personen centraal: Fernand Braudel.

In 1949 publiceerde Braudel de eerste versie van zijn La Méditerranée et le Monde Méditerranéen à l’époque de Philippe II. In dit boek heeft hij vernieuwend interdisciplinaire en ‘multitemporele’ geschiedvorsing bedreven. Naast de klassieke aandacht voor oorkonden en andere historische documenten uit archieven was er veel ruimte voor met name aardrijkskunde en de toen nog relatief nieuwe sociale wetenschappen. Dit leverde een geheel andersoortig verhaal op dan de geschiedschrijving tot dusver geproduceerd had. Multitemporeel slaat op de indeling van wat geschied is in drie verschillen ‘tijden’.

Het meest kenmerkende aspect van Braudels aanpak is deze verdeling van het verleden in drie tempora: de longue durée, moyenne durée en courte durée. Lang, gemiddeld, kort. Mooi, maar wat houdt dat in? De longue durée behelst geografie en klimaat. De middelste tijd, ook wel temps conjoncturel, behandelt economische en sociale structuren. Ten slotte beslaat de courte durée of histoire événementielle feiten en gebeurtenissen van, je raadt het al, betrekkelijk korte duur, vooral afgezet tegen de geschiedenis van bergketens en zeeën. Het boek is overeenkomstig deze tempora in drie delen verdeeld.

Braudels geschiedenis van de Middellandse Zee ten tijde van Filips II gaat over veel meer dan alleen het handelen van mensen, zoals die in de historiografische traditie gewoonlijk centraal heeft gestaan. Ze is echt de geschiedenis van een zee en het land eromheen. Ze laat je reflecteren op hoe omgeving en individu-overstijgende structuren, zoals handelsstromen en netwerken tussen gemeenschappen, de handelingsvrijheid van het individu beperken of misschien zelfs vormgeven. Oorlogvoering kan niet in de winter, want dat staat het weer niet toe. In de winter trek je dus niet ten strijde, maar ga je als veldheer tijdens de winterstop op je landgoed plannen smeden voor het nieuwe vechtseizoen. 

De naar determinisme neigende kijk van Braudel op de geschiedenis heeft in de loop der jaren kritiek geoogst. Brengen de keuzes van mensen werkelijk zo weinig teweeg? Vandaag de dag kun je zeggen: is het niet de mens die het klimaat verandert en landschappen onderwerpt? Dat laatste kun je misschien zeggen over het besluit het Haarlemmermeer in te polderen, of het besluit de gaskraan in Groningen dicht te draaien. Maar uiteindelijk komen ook hier sociale, geografische en andersoortige factoren kijken: niemand heeft alleen een polder drooggelegd, de techniek van inpoldering en gaswinning is niet geconcipieerd door één volledig afgezonderd individu, zonder water viel er niks in te polderen, enzovoorts. Over de rol van het individu in de geschiedenis is het laatste woord nog niet gezegd.

De verhouding tussen mens en omgeving is (letterlijk) een hot topic

Kritiek kan ook betrekking hebben op het perspectief van Braudel. Geen geschiedschrijver ontkomt geheel aan zijn eigen historische bepaaldheid, zijn eigen standplaatsgebondenheid. Door een culturele verwantschap zou kolonisatie in het Middellands Zeegebied bijvoorbeeld een ander karakter hebben dan in de Amerika’s. Waar de Europeaan aan de overzijde van het Atlanticum in een ‘vreemde’ wereld komt, daar voelt deze zich rondom de Middellandse Zee overal thuis. Nota bene, toen de eerste versie van Braudels werk over het Middellands Zeegebied in 1949 verscheen, was Algerije nog een kolonie van Frankrijk. Braudel is zelf tien jaar docent geweest in Algiers.

Braudel stopte niet bij het laatste woord van het hier kort besproken, invloedrijke boek. Hij heeft het zelfs meerdere keren bewerkt op basis van kritiek en nieuwe inzichten. Het grondplan bleef echter onveranderd. Verder heeft hij ook over meer gepubliceerd dan de Middellandse Zee in de vroegmoderne tijd. Zo verschenen onder meer Civilisation matérielle, économie et capitalisme – xve et xviiie siècles (1979), L’identité de France (1986) en Grammaire des civilisations (1987).

Braudel hoort bij de tweede generatie Annales-historici, vernoemd naar het door Lucien Febvre en Marc Bloch in 1929 opgerichte tijdschrift Annales d’histoire économique et sociale. Velen zijn Braudel nagevolgd in zijn methode, al hebben zijn leerlingen ook ieder weer een eigen draai gegeven aan de lessen van hun leermeester. Beroemde leerlingen wier namen mogelijk een belletje doen rinkelen zijn Emmanuel le Roy Ladurie, de auteur van Montaillou (1975), en Jacques le Goff, auteur van onder meer La naissance du purgatoire (1981). De invloed van structuren en omgevingsfactoren zijn inmiddels niet weg te denken uit de hedendaagse geschiedschrijving, al verschilt de mate waarin zij een rol spelen per onderwerp. Nieuwe technieken hebben ook ingang gevonden in de historische wetenschap, zoals het onderzoeken van genetisch materiaal en het veelvuldige gebruik van computationele technieken in de Digital Humanities. 

De verhouding tussen mens en omgeving is (letterlijk) een hot topic. Braudels kijk op de wereld biedt ook de niet-historicus(-in-opleiding) stof tot nadenken. Om te beginnen rijst de vraag: welke invloed heb ik eigenlijk op het verloop van mijn eigen geschiedenis? Wat beïnvloedt mijn mogelijkheden? Of deze vragen leiden tot verontrusting of berusting laat ik aan de denker. Wel kan het zich lonen na te denken of het wenselijk is dat de mens tegenwoordig zijn handelingsvrijheid vergroot door mogelijkheden te creëren die de aarde schaden. De evenementiële eisen van de mens lijken, binnen en middels de geglobaliseerde temps conjoncturel, de longue durée op negatieve wijze te beïnvloeden. Uiteindelijk is Braudels model een manier om een ‘totale geschiedenis’ te schrijven, geen wereldbeeld of -verklaring. Het heden is geen verleden, evenmin als de toekomst. Toch wilde ik Braudel aan je voorstellen. Zijn ideeën zijn toch in staat je aan het denken te zetten. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s