Het goede doen

Het was een snikhete woensdag. De datum – 24 juni 2020 – weet ik nog precies, omdat ik het bioscoopkaartje sindsdien in mijn portemonnee bewaar.

Tekst/// Lucas Gortemaker    Beeld/// Brent de Nef

Die bewuste dag had ik met een vriend van de middelbare school afgesproken in Den Haag. We aten haring in het centrum en fietsten daarna richting het strand van Scheveningen. In de lokale supermarkt waren alle verschillende soorten mineraalwater al uitverkocht, dus moesten we onze dorst lessen met een literfles lauwe limonade. We zochten een vrij plekje in de zonaanbiddende mensenzee en besteedden de rest van onze tijd voornamelijk aan het vermijden van kwallenbeten en het verjagen van begerige meeuwen. Aan het eind van de middag besloot ik dat het stilaan tijd werd naar het station te vertrekken. Het restant van de limonade was intussen behoorlijk warm geworden en delen van mijn lichaam begonnen licht rood te kleuren. Daarbij zou er die avond in film- en muziektheater LantarenVenster in Rotterdam een film draaien die ik absoluut niet wilde missen.

Eenmaal in Rotterdam moest ik om het theater te bereiken via de Erasmusbrug de Maas oversteken. Enkele weken terug was op deze brug, net als op de Dam in Amsterdam, een omvangrijke demonstratie geweest. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan was een zwarte man op klaarlichte dag gewurgd door een witte agent. Dankzij de circulatie van het internet werden zijn hulpkreten overal gehoord. Een klemmende knie bracht de Newtonpendel in beweging en het balletje aan het andere uiterste trof de hele wereld op haar achterste benen. Zelf was ik, na enige aarzeling, thuisgebleven. Op YouTube zag ik een verslaggever van RTV Rijnmond zich ongemakkelijk bewegen door een menigte die het stadscentrum met de zuidkant verbond. Aan iedereen stelde hij, met opgetrokken schouders, dezelfde onnozele vraag.

“Waarom ben je hier?” 

Een jonge vrouw, die op een kartonnen bord met zwarte stift had geschreven dat ze haar mensenrechten kwam opeisen, verwoordde haar drijfveren als volgt:

“Ik ben hier vandaag om te strijden tegen racisme. Dat is een strijd die wereldwijd wordt gevoerd en ik wil gewoon dat de witte man, de witte Nederlander, eens gaat erkennen welke privileges hij heeft en dat hij verantwoordelijkheid neemt voor het koloniale verleden en de gevolgen die dat met zich mee heeft gebracht. Hiermee moeten ik en mijn familie dagelijks dealen. Nog altijd moeten wij ons zorgen maken over of we extra gecontroleerd worden, ik ben het zat. Ik wil mij niet meer als een tweederangsburger voelen en daarom ben ik hier vandaag.”

Deze onomwonden verwoording leidde bij mij tot een lichte frons. Vervolgens werd ik afgeleid door een ander kartonnen bord op de achtergrond, waarop de tekst Love the people, not just their food was gezet.

Niet veel vroeger dan één minuut voor aanvang van de filmvertoning kwam ik aan. Enigszins verontrust vroeg ik aan de kassa of ik nog een kaartje kon kopen. Vanwege de wereldwijde uitbraak van een relatief nieuw virus werd slechts een derde van de zaalcapaciteit benut en ik vermoedde bovendien dat de 2K-restauratie van deze klaarblijkelijke klassieker veel mensen zou trekken. Zelf had ik de film in zijn dertigjarige bestaan nog niet gezien en ik wist er, behalve dat hij me werd aanbevolen, weinig van. Gelukkig was er in ieder geval nog een kaartje beschikbaar. De vriendelijke kassamedewerker wees me op aangescherpte gezondheidsmaatregelen en hij wenste mij een fijne vertoning toe. En totdat ik de gekoelde hoofdzaal van het theater betrad, leken die nieuwe maatregelen mij verre van overbodig. Maar de zaal was, tot mijn ontsteltenis, volledig… leeg.

Nog nooit trof ik een filmzaal zo leeg. Er zat altijd wel ergens vooraan een of andere cinefiel die tijdens de film tergend traag een zelf meegebracht krakend zakje pinda’s probeerde open te scheuren. Of twee verdwaalde hartsvriendinnen van middelbare leeftijd een rij achter mij, die eigenlijk veel liever zouden bijkletsen. Nu was de hele zaal voor mij alleen en ik probeerde te bedenken hoe ik deze gunstige omstandigheid zou kunnen uitbuiten. Omdat ik zo gauw niets kon verzinnen, ging ik maar gewoon zitten in de mij toegewezen stoel. Zoveel tijd om na te denken was er trouwens niet, want de film begon meteen. Ik strekte mijn benen en liet ze rusten op de stoel voor mij. Languit liggend keek ik naar een bevrijdende dans van een meisje met bokshandschoenen in de straten van Brooklyn in de late jaren tachtig op de muziek van Public Enemy. Het is een broeierige dag waarop Buggin’ Out, een excentrieke onruststoker, zich beklaagt over het feit dat aan the Wall of Fame in Sal’s pizzeria niet één portret van een Afro-Amerikaan hangt. Sal lijkt geenszins bereid te zijn over deze kwestie te redetwisten. In zijn eethuis hangen louter portretten van Italiaanse Amerikanen, punt. Hij runt een pizzeria op Stuyvesant Avenue samen met zijn twee zoons. De mensen in de Bed-Stuybuurt zijn opgegroeid met zijn eten, zoals hij later in de film trots zal beweren. Zijn onbuigzame opstelling tegenover Buggin’ Out ontlaadt de gespannen sfeer allerminst. Buggin’ Out flipt en wordt, samen met zijn pizzapunt met extra mozzarella, de zaak uitgezet. Daaropvolgend tracht hij de buurtbewoners ervan te overtuigen dat ze Sal’s Pizza moeten boycotten. Daarin faalt hij jammerlijk, vooral omdat Sal bij de meeste buurtbewoners zeer geliefd is. Tussendoor raadt de plaatselijke tramp Da Mayor pizzabezorger Mookie aan to always

DO THE RIGHT THING (Spike Lee, 1989)

Ik was even overeind gekomen wegens een stekende pijn in mijn rug. Het is onverklaarbaar waarom ik de verwoestende effecten van de zon steevast onderschat. Om mijn pijn wat te verlichten ging ik, zonder mijn ogen een moment van de projectie af te wenden, een beetje door het gangpad wandelen. Radio Raheem, nog zo’n onruststoker, slentert met een ghettoblaster op zijn schouder door Stuyvesant Avenue. Fight the power! Fight the power! Fiiiiijjjj deuw pouwww… De batterijen zijn leeg, en dus stapt Radio Raheem binnen bij een Koreaanse supermarkt op de hoek om deze te vervangen. Daar ontstaat onenigheid tussen de eigenaren en hemzelf, omdat hij tamelijk onbeschoft kenbaar maakt dat zij volgens hem gebrekkig Engels spreken. Buggin’ Out vindt in Radio Raheem de perfecte partner in crime: samen beramen ze een wandaad tegen Sal. Mijn rug vatte vlam, waardoor ik mij moest inspannen om aandachtig te blijven kijken. Mijn verlangen naar de ijsblokjes waarmee Mookie zijn vriendin Tina, het dansende meisje uit de openingssequentie, in een werkelijk schitterende scène liefkoost, was groot. Vlak voor sluitingstijd stormen de twee verenigde onruststokers onder begeleiding van harde muziek Sal’s pizzeria binnen. Sal, die zich niet laat intimideren, slaat met zijn honkbalknuppel de ghettoblaster genadeloos stuk, waardoor de stem, die tot vervelens toe beval de heersende macht te bevechten, verstomt. De toestand in en rond de pizzeria loopt dan volslagen uit de hand. Toegesnelde politieagenten grijpen in en pakken Radio Raheem daarbij veel te hardhandig aan. Ondanks waarschuwingen van bezorgde omstanders houden de agenten Raheem in een langdurige wurggreep en laten deze pas los nadat Rahim reeds is overleden wegens verstikking. Daarna breken er rellen uit waarbij de pizzeria in vlammen opgaat en de Koreaanse supermarkteigenaren zichzelf verdedigen door te betogen dat ook zij zwart zijn. Deze laatste verwikkelingen gingen overigens grotendeels langs mij heen, vooral omdat ik diep was geschokt. Een zwarte man wordt gewurgd door een witte agent… Nietsvermoedend had ik een kaartje gekocht voor de meest relevante  filmvertoning van het moment. In doodse stilte verliet ik de zaal met in mijn bonzende achterhoofd de akelige gedachte aan het vacuüm dat ik zou hebben gecreëerd als ik op het strand was gebleven.

Thuis sprak ik met mijn vriendin over mijn eenzame ervaring met enige schaamte voor mijn schandelijke onwetendheid.

“Oh, George… Hij vroeg alleen maar om een portret van een zwart persoon aan de muur… en wat extra mozzarella, is dat al teveel gevraagd? Boycot je kapper, voortaan doe ik alleen nog het rechtvaardige! Het spijt me zo… van het verleden en mijn privileges. Je bent echt geen tweederangsburger, you me… same, en dat is de dubbele waarheid!”

Mijn vriendin veronderstelde dat ik een ernstige zonnesteek had opgelopen. Wat ik uitkraamde kon haar daarom nauwelijks iets schelen. Voorzichtig drukte ze met haar wijsvinger op mijn gloeiende rug, waarvan de huid een donkerrode kleur had gekregen. Op de aangeraakte plek werd de huid een ogenblik weer wit, wat zeer pijnlijk was. Inmiddels liggen de weerspiegelde gebeurtenissen alweer een jaar achter ons en ik vraag mij af in hoeverre de strijdbare jonge vrouw op de Erasmusbrug positieve verandering ervaart. Zelf heb ik er in ieder geval beslist iets van opgestoken: de volgende keer op het strand ga ik mijn rug extra goed in laten smeren.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s